Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Vennootschapsbelasting €12,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Vennootschapsbelasting

1 vérifier
 45 vues  1 fois vendu

Dit is een samenvatting voor het vak Vennootschapsbelasting in het tweede jaar Accountancy-Fiscaliteit aan de Arteveldehogeschool. Alle te kennen theorie zit er volledig in verwerkt. Telkens wanneer verwezen wordt naar voorbeelden in het boek heb ik deze ook toegevoegd. Het is een grondige samenvat...

[Montrer plus]

Aperçu 10 sur 205  pages

  • 16 mai 2023
  • 205
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (12)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: zoemortier • 6 mois de cela

avatar-seller
alinedeclercq
VENNOOTSCHAPSBELASTING
Regel- en wetgeving van de vennootschapsbelasting
 Fisconetplus.be
 Monkey.be
 WIB 92
 KB/WIB 92
 Commentaren
 Circulaires (= administratieve richtlijnen)
 Rechtspraak
 Parlementaire vragen

INLEIDING
Directe belastingen
 Personenbelasting (PB)
 Vennootschapsbelasting (VennB)
 Rechtspersonenbelasting (RPB)
 Belasting der niet-inwoners (BNI)

Indienen aangifte in de VennB
 Sinds AJ 2014 kan dit niet meer op papier maar enkel elektronisch
 Via BIZTAX
 Een uitzondering kan gemaakt worden voor iemand die niet over een pc beschikt

Fiscale wetgeving versus boekhoudreglementering
“De belastbare winst wordt vastgesteld overeenkomstig de regels van het boekhoudrecht, behalve
wanneer de fiscale wet uitdrukkelijk in een afwijking voorziet.”
 Fiscale wetgeving voorziet geen regeling
 volgt de boekhoudreglementering
 Fiscale wetgeving wijkt uitdrukkelijk af van de boekhoudreglementering
 volgt de fiscale wetgeving
 Fiscale wetgeving verwijst expliciet naar de boekhoudreglementering
 volgt de boekhoudreglementering
Voor de kosten: boekhoudkundig matchingprincipe ingeschreven in de fiscale wetgeving
 vooruitbetaalde/vooruitgeboekte kosten moeten overgedragen worden, want anders wordt de
kost fiscaal niet aanvaard
Voor de opbrengsten: ook hier moeten overlopende rekeningen gebruikt worden
1

,Fiscale winst versus boekhoudkundige winst
Vertrekpunt: de jaarrekening met het boekhoudkundig resultaat na winstverdeling of
verliesbestemming

Fiscale correcties (= 14 bewerkingen)

Eindpunt: fiscale winst

Jaarrekening in bijlage in de aangifte?
Indien de vennootschap verplicht is om ze neer te leggen bij de Balanscentrale van de NBB
 Niet verplicht
Indien de vennootschap NIET verplicht is om ze neer te leggen bij de Balanscentrale van de NBB
 Verplicht

Belang van een bewijskrachtige boekhouding!
 Samenhangend geheel
 Geschriften gestaafd door bewijsstukken
 Overeenstemming met de werkelijkheid
 Controleerbaar!

ALLE inkomsten zijn beroepsinkomsten
Voorbeeld: Een bv koopt een appartement en verhuurt dit. De huuropbrengst is een belastbare
winst. Er is geen onderscheid zoals in de personenbelasting.

Kapitaal van een vennootschap
Fiscale begrip kapitaal ≠ vennootschapsrechtelijk kapitaalbegrip
Vennootschapsrechtelijk kapitaalbegrip (zie vennootschapsrecht)
 Bv en cv
 Enkel nog van toepassing voor een nv
 Minimum geplaatst kapitaal (volstort) voor een nv is 61.500,00 EUR
 Geplaatst kapitaal = deel van het maatschappelijk kapitaal waarvoor aandelen zijn
uitgegeven
Fiscaal kapitaalbegrip (art. 2, §1, 6° WIB 92)
 Vennootschappen met kapitaalbegrip = kapitaalvennootschappen
o Nv
o Zie vennootschapsrechtelijk kapitaalbegrip
 Vennootschappen zonder kapitaalbegrip
o Kapitaal = eigen vermogen van de vennootschap in zoverre het gevormd wordt door
inbrengen in geld of in natura, andere dan inbrengen in nijverheid

2

, o Aangepaste definitie van gestort kapitaal = art. 184 WIB 92

HOOFDSTUK 1: GROOTTE VAN DE VENNOOTSCHAP
Op pagina 14 van de aangifte vraagt de administratie gegevens over de grootte van de
vennootschap.

Verschillende fiscale gunstmaatregelen zijn voorbehouden aan kleine vennootschappen in de zin
van art. 1:24 §§1-6 WVV.

1 de bij de aankoop komende kosten kunnen ineens worden afgeschreven ofwel art. 196, §4, lid 1 WIB 92
op dezelfde wijze als de hoofdsom van de activa
2 verhoogde notionele interestaftrek (basispercentage + 0,5%) art. 205quater WIB 92
3 de gewone eenmalige investeringsaftrek art. 201, §1, 1° WIB 92
4 de verhoogde eenmalige investeringsaftrek voor beveiligingsinvesteringen art. 201, lid 4 WIB 92
5 de verhoogde investeringsaftrek voor digitale vaste activa art. 201, lid 10 WIB 92
6 geen belastingvermeerdering wegens gebrek aan voldoende voorafbetalingen art. 218, §2 WIB 92
gedurende de eerste drie boekjaren vanaf de oprichting
7 géén voorwaarde van eigen onderzoekscentrum voor octrooi-aftrek art. 2052 WIB 92
8 de aanleg van een liquidatiereserve art. 184quater WIB 92
9 de aanleg van een bijzondere liquidatiereserve AJ 2012, 2013 en 2014 art. 541 WIB 92
1 een kortere wachttermijn (4 jaar ipv 8 jaar)) voor belastingvrije uitkering van art. 537 WIB 92
0 hun tegen 10% RV vastgeklikte reserve in kapitaal
1 verlaagde RV voor dividenden aan VVPRbis kapitaal art. 269, §2 WIB 92
1
1 voorwaarde om te kunnen genieten van het verlaagd VenB-tarief art. 215, lid 2 WIB 92
2
1 géén minimumbezoldigsvoorwaarde voor het verlaagd VenB-tarief gedurende art. 215, lid 2, 4° WIB 92
3 de eerste 4 boekjaren vanaf de oprichting
1 géén beperking op de aftrek van overgedragen fiscale verliezen gedurende de art. 207, lid 6 WIB 92
4 eerste 4 boekjaren vanaf de oprichting
1 30% belastingvermindering in de personenbelasting voor de inbreng in geld in art. 14526 WIB 92
5 een startende kleine vennootschap tijdens de eerste 4 boekjaren vanaf de
oprichting (45% bij een microvennootschap)
1 25% belastingvermindering in de personenbelasting voor de inbreng in geld in art. 14527 WIB 92
6 een groeibedrijf in het 5de tot het 10de levensjaar van de vennootschap
1 20% belastingvermindering in de personenbelasting voor de inbreng in een wet van 15-07-2020 en
7 vennootschap met minstens 30% omzetverlies ten gevolge van COVID-19 wet van 02-04-2021
1 belastingvrijstelling (RV en PB) op interesten op leningen toegestaan aan art. 21, 13° WIB 92
8 startende kleine vennootschap via crowdfundingplatform
1 vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing van 0,12% art. 2757 WIB 92
9
2 vrijstelling van doorstorting van 10% bedrijfsvoorheffing voor startende art. 27510 WIB 92
0 ondernemingen minder dan 4 jaar oud (20% bij microvennootschap)
2 vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing op bezoldigingen art. 2753, §1, lid 3, 2° WIB 92
1 wettenschappelijk personeel bij een ‘Young Innovative Company’

3

, 2 vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing op lonen van art. 27512 WIB 92
2 personeelsleden die een extra opleiding volgen




4

,1. Kleine vennootschap
Art. 1:24, §1 WVV
Een vennootschap is klein als zij op balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan 1
criteria overschrijdt:
 Jaaromzet = 9.000.000,00 EUR (excl. btw)
 Balanstotaal = 4.500.000,00 EUR
 Jaargemiddelde personeelsbestand = 50
Overschrijden van meer dan 1 criteria zal pas gevolgen hebben indien dit zich gedurende 2
opeenvolgende boekjaren voordoet.
De gevolgen gaan pas in vanaf het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarin meer dan 1 criteria
voor de tweede keer werd overschreden.
 consistentiebeginsel (art. 1:24, §2 WVV)

Vennootschapsrechtelijke gevolgen voor een kleine vennootschap?
 Jaarrekening in een verkort schema
 Geen jaarverslag opstellen
 Geen commissaris benoemen

Startende vennootschap
Art. 1:24, §3 en 4 WVV
Een startende vennootschap moet hun cijfers bij het begin van het boekjaar te goeder trouw
schatten. Wanneer een boekjaar langer of korter dan 12 maanden duurt, moet de omzetdrempel
herleid worden.
Voorbeeld
Een nieuwe vennootschap werd opgericht op 05-03-2021. Haar eerste boekjaar sluit af op
31/12/2021. Zij raamt haar cijfers op basis van het financieel plan.
Omzet: 8.000.000,00 EUR
Balans: 4.000.000,00 EUR
Aantal werknemers: 6
Omzetdrempel 9.000.000 x 10/12 = 7.500.000 grens versus 8.000.000  overschreden
Balansdrempel 4.500.000 grens versus 4.000.000  niet overschreden
Werknemers 6 versus 50  niet overschreden
Voor het eerste boekjaar gaat het hier om een kleine vennootschap.

Berekening aantal werknemers en omzet
Art. 1:24, §5 WVV
Werknemers = gemiddelde aantal werknemers op basis van voltijdse equivalenten in de DIMONA-
databank (Déclaration Immédiate/Onmiddellijke Aangifte)



5

,Omzet = normaal enkel rekening 70 maar indien rekening 70 tot en met rekening 75 (bedrijfs- en
financiële opbrengsten) voor meer dan ½ bestaat uit opbrengsten die geen omzet zijn (rekening
70), dan de totale opbrengsten nemen (rekening 70 tot en met rekening 75)

Voorbeeld van de bepaling van de omzet:
Rekening Totaal
rekening 70 omzet 5.000.000,00
rekening 74 andere bedrijfsopbrengsten 2.800.000,00
rekening 75 financiële opbrengsten 2.000.000,00
totaal 9.800.000,00

4.800.000 is niet groter dan rekening 70 dus moet je enkel 5.000.000 van rekening 70 gebruiken om
te vergelijken met de drempel van 9.000.000

Rekening Totaal
rekening 70 omzet 5.000.000,00
rekening 74 andere bedrijfsopbrengsten 3.100.000,00
rekening 75 financiële opbrengsten 2.000.000,00
totaal 10.100.000,00

De som van de andere rekeningen (hier 74 en 75) is meer dan rekening 70 dus moet je het totaal,
namelijk 10.100.000 gebruiken.

Bepaling balanstotaal
 Vaststelling op afsluitdatum
 Totale boekwaarde van het actief


Berekening op geconsolideerde basis
Art. 1:24, §6 WVV
Als de vennootschap verbonden is (art. 1:20 WVV) dan de criteria op geconsolideerde basis
bekijken. Hier zijn twee methodes voor maar dit hoeven we niet te kennen.

Wat zijn verbonden ondernemingen?
Art. 1:20 WVV

 Vennootschap waarover zij een controlebevoegdheid uitoefent
 Vennootschap die een controlebevoegdheid over haar uitoefent
 Vennootschap waarmee zij een consortium vormt
 Andere vennootschap die onder controle staan van de vennootschap bedoeld hierboven


6

,2. Microvennootschap
Art. 1:25, §1 WVV
Een (‘super’) kleine vennootschap die op datum van jaarafsluiting géén dochter- of
moedervennootschap is en die niet meer dan 1 van volgende criteria overschrijdt:
 Jaaromzet = 700.000,00 EUR (excl. btw)
 Balanstotaal = 350.000,00 EUR
 Jaargemiddelde personeelsbestand = 10

Het overschrijden van meer dan 1 criteria zal pas gevolgen hebben indien dit zich gedurende 2
opeenvolgende boekjaren voordoet. De gevolgen gaan pas in vanaf het boekjaar dat volgt op het
boekjaar waarin meer dan 1 criteria voor de tweede keer werd overschreden.
De bepaling van de omzet, het balanstotaal en het personeel verloopt op dezelfde manier als
hiervoor. Ook gelden dezelfde voordelen als voor kleine vennootschappen.
Er is één extra fiscaal voordeel in de vennootschapsbelasting: de vrijstelling van de doorstorting van
de bedrijfsvoorheffing voor startende vennootschappen van 20% (versus 10% voor kleine
vennootschap).




7

,HOOFDSTUK 2: WIE IS ONDERWORPEN AAN DE
VENNOOTSCHAPSBELASTING?
Art. 2, §1, 5° a en b WIB 92 en art. 179 WIB 92

Alle regelmatig opgerichte vennootschappen, inrichtingen of verenigingen die (én):
 Rechtspersoonlijkheid bezitten (PB  Titel II, WIB 92)
 In België gevestigd zijn (BNI  Titel V, WIB 92)
 Zich bezighouden met een exploitatie van een onderneming/winstgevende verrichtingen
(RPB  Titel IV, WIB 92)
 Niet uitdrukkelijk van de vennootschapsbelasting uitgesloten zijn

1. Rechtspersoonlijkheid bezitten
Art. 1:5 tot en met 1:7 WVV
 Vof, commv, bv, cv, nv…
 Burgerlijke vennootschappen opgericht in de vorm van een handelsvennootschap (zoals
bijvoorbeeld huisartsenpraktijken)
 Vzw’s
 Bepaalde openbare instellingen

Fiscaal uitgesloten van rechtspersoonlijkheid: art. 29, §1 en §2 WIB 92
 Feitelijke verenigingen (bv. hobbyclub, ouderraad, sportclub…)
 Maatschappen zonder rechtspersoonlijkheid
 Landbouwondernemingen
 Verenigingen van mede-eigenaars
 individuele leden worden belast
= FISCALE TRANSPARANTIE

2. In België gevestigd zijn
Fiscale woonplaats ≠ vennootschapsrechtelijke woonplaats
Vennootschapsrechtelijke woonplaats
 Statutaire zetel
Fiscale woonplaats (art. 2, §1, 5°, b WIB 92)
 Voornaamste inrichting of Werkelijke zetel van bestuur/beheer
 Art. 2, §1, 5°, b, tweede lid WIB 92: Wettelijk vermoeden van fiscale woonplaats in België
indien de statutaire zetel in België gelegen is, behoudens tegenbewijs. Tegenbewijs slechts
mogelijk indien bovendien kan aangetoond worden dat de fiscale woonplaats in een ander
land gelegen is.
Problematiek postbusvennootschappen
8

,3. Zich bezighouden met een exploitatie van een
onderneming/winstgevende verrichtingen
Exploitatie van een onderneming: nijverheids-, handels- of landbouwbedrijf dat wordt uitgebaat op
duurzame wijze met de bedoeling winst te behalen.

Winstgevende verrichtingen: nijverheids-, handels- of landbouwactiviteiten die winsten opleveren
(eventueel zelfs zonder winstoogmerk gesteld) en door hun herhalend karakter echt een
winstgevende bezigheid uitmaken.

Problematiek vzw: rechtspersonenbelasting of vennootschapsbelasting?
 Afhankelijk van de activiteiten van de vzw
 Is aan voorwaarde 3) voldaan, dan zal de vzw in de vennootschapsbelasting belast worden
 Is NIET aan voorwaarde 3) voldaan, dan zal de vzw in de rechtspersonenbelasting belast
worden


4. Niet uitdrukkelijk van de vennootschapsbelasting uitgesloten zijn
Onvoorwaardelijk uitgesloten rechtspersonen
 Welbepaalde intercommunales (zoals IVAGO), samenwerkingsverbanden
 Ziekenhuizen
 De Vlaamse Vervoermaatschappij
 Waterzuiveringsmaatschappijen
 Zie art. 180 en art. 220, 2° WIB 92 voor een volledige lijst

Voorwaardelijk uitgesloten rechtspersonen
Vzw’s en andere rechtspersonen die geen winstoogmerk nastreven, uit de vennootschapsbelasting
gesloten, op voorwaarde dat ze zich uitsluitend of hoofdzakelijk bezighouden met verrichtingen in
bevoorrechte sectoren (art. 181 WIB 92): sociale secretariaten, onderwijsinstellingen,
beroepsverenigingen, organisatoren van handelsbeurzen, erkende beschutte werkplaatsen, alle
verenigingen die erkend zijn om attesten voor giften uit te reiken…

Vzw’s met toegelaten verrichtingen
 Art. 182 WIB 92
 Alleenstaande of uitzonderlijke verrichtingen (bv. sporadisch inrichten van een tombola)
 Het beleggen van fondsen ingezameld binnen de statutaire opdracht
 Verrichtingen die slechts bijkomstig op nijverheids-, handels- of landbouwverrichtingen
betrekking hebben of niet volgens nijverheids- of landbouwmethoden worden uitgevoerd
(religieuze/culturele vzw’s)
 feitenkwestie bij vzw’s



9

, 4. Overgang van rechtspersonenbelasting naar vennootschapsbelasting
Art. 184 quinquies WIB 92
Wetsartikel regelt de overgang van RPB naar VennB


5. Overgang van vennootschapsbelasting naar rechtspersonenbelasting
Art. 210/1 WIB 92
Wetsartikel regelt de overgang van VennB naar RPB


Antwerpen, 15 september 2020
Feiten: Een vzw die tot statutair voorwerp heeft het vreedzaam samenleven tussen de Turkse
gemeenschao in België en de gemeenschap waarin zij zich bevindt, te bevorderen. Tevens bestaat
het voorwerp in de organisatie van een begrafenisfonds dat de kosten van de kist, het lijkengewaad
en de reis- en vervoerskosten tot Turkije zal dekken. De regens van dat begrafenisfonds worden in
de statuten uitvoerig uiteengezet (aanvaarding van leden, premies, uittredeing, enzovoort).
Administratie: De werking van dit begrafenisfonds een onderneming of winstgevende activiteit is,
en wel de hoofdactiviteit, en onderwerpt de vzw aan de vennootschapsbelasting. Het Hof te
Antwerpen geeft hen daarin gelijk.
Standpunt Hof: Vennootschapsbelasting
De keuze voor vzw bewijst geenzins automatische onderwerping aan de rechtspersonenbelasting.
Een vzw kan onderworpen worden aan de vennootschapsbelasting, ook als ze geen winsten
uitkeert aan haar leden, zodra blijkt dat ze zich bezighoudt met de exploitatie van een onderneming
of met verrichtingen van winstgevende aard. Ook al worden geen aanwijsbare reclamecampagnes
gevoerd, toch werkt de vzw volgens de principes van economisch rendement, met inzet van
gespecialiseerd personeel. Zij maakt voor haar gebruikelijke activiteit gebruik van een organisatie
en strategie op termijn en van rationele beheersmethoden die essentieel gesteund zijn op de
begrippen kosten, opbrengsten en rendabiliteit. Er wordt een beroep gedaan op een professionele


10

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur alinedeclercq. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

64438 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€12,49  1x  vendu
  • (1)
  Ajouter