o Spijsverteringsstelsel als doorlopende buis van mond tot anus
o Functies
→ Vertering: mechanische fragmentatie en chemische digestie door enzymen
→ Resorptie via de darmwand naar het bloed en lymfe
→ Geleiding van onverteerbare voedselresten
o Sterk ontwikkelde klieren
→ Speekselklieren monden uit in mondholte
→ Lever en pancreas monden uit in het duodenum
o Diafragma is een belangrijke scheidingslijn
→ Delen boven het diafragma is gespecialiseerd in het malen, pletten en geleiden van voedsel
(het epitheel is meerlagig plaveiselcellig)
→ Delen onder het diafragma zijn gericht op vertering en absorptie (het epitheel is éénlagig
cilindrisch)
ALGEMENE BOUW VAN HET MAAGDARMKANAAL
o De wand van het spijsverteringskanaal is opgebouwd uit 4 opeenvolgende weefsellagen (tunicae)
→ Lopen concentrisch rond het lumen
o Tunica mucosa
→ Dichtst bij het lumen
→ Opgebouwd uit 3 lagen: epitheel, lamina propria en muscularis mucosae
→ Lamina propria= losmazig bindweefsel (bevat bloed, lymfevaten en lymfoïd weefsel)
→ Muscularis mucosae is een dun laagje glad spierweefsel
o Tunica submucosa
→ Losmazig bindweefsel met grotere bloed- en lymfevaten
→ Rijk vertakte autonome zenuwplexus (plexus submucosus)
- Verdeling van de plexus submucosus
→ Plexus van Meissner (oppervlakkig, tegen muscularis mucosae)
→ Plexus van Henle (diep, tegen tunica muscularis)
o Tunica muscularis
→ 2 orthogonale lagen glad spierweefsel
→ Binnenste laag = talrijke ringvormige spierbundels die circulair rond het lumen lopen
→ Buitenste laag = vrijwel ononderbroken dunnere laag glad spierweefsel (spierbundeltjes
lopen evenwijdig met darmas=externe longitudinale spiermantel)
→ Tussen de 2 lagen bindweefsel met een autonome zenuw plexus (plexus myentericus/ plexus
van Auebach)
→ In de maag: 3de schuine interna spierlaag
o Tunica adventitia/serosa
→ Bindweefsel met eventueel vetweefsel
→ Gaat over in organen rond het spijsverteringsstelsel (bij deze overgangen noemt het de
tunica serosa)
, Spijsvertering (2022-23)
MOND EN MONDHOLTE
LIPPEN
o Langs buiten bedekt met meerlagig verhoornd plaveiselcellig epitheel
o Onderliggend bindweefsel
→ Bevat haarfollikels, sebumklieren en zweeklieren
o Binnenkant bedekt met meerlagig niet-verhoornd plaveiselcellig epitheel (het mondslijmvlies)
o Lippenrood/lippenzoom
→ overgang tussen huid en mondslijvlies
→ meerlagig verhoornd plaveiselcellig
→ gn haren, sebumklieren of zweetklieren
→ dermale papillen zijn voorzien van een rijk capillair netwerk
MONDHOLTE
o Grotendeels: meerlagig niet-verhoornd pleveiselcellig epitheel
→ Hard verhemelte, tandvlees en bovenkant van de tong zijn wel verhoornd (kneed/plet
functie)
→ Onder het epitheel: lamina propria (fibro-elastisch bindweefsel, vormt papillen in het
epitheel)
o Geen muscularis submucosa
→ Submucosa is verbonden met onderliggende weefsels
→ Bij verhemelte: ook geen submucosa (slijvlies ligt vast op onderliggend bot)
o Speekselklieren gelegen in de submucosa
TONG
o Spierig orgaan
o 2 anatomische delen
→ Voorste deel= corpus linguae (bewegelijk)
→ Achterste deel= radix linguae (ligt vast)
→ Topje van de corpus linguae= de apex
o Foramen caecum
→ Zet zich verder in de V-lingualis
→ Vormt overgang tussen corpus- en radix linguae
→ Voor de V-lingualis liggen de papillae circumvallatae
CORPUS LINGUAE
MUCOSA
o Mucosa aan de bovenkant is oneffen
→ Aanwezigheid van papillen
→ Lamina propria uit dens bindweefsel met continu interstitieel bindweefsel van de spiermassa
o Tongpapillen
→ Papillae filiformes (draadvormige papillen)
→ Papillae fungiformes (paddenstoelvormige papillen)
→ Papillae circumvallatae (omwalde papillen)
→ Papillae faliatae (bladvormige papillen)
, Spijsvertering (2022-23)
- Papillae filiformes
→ Zijn het talrijkst
→ Schikking in rijen van de middellijn naar de periferie, parallel met de armen van de V-
lingualis
→ Centrale bindweefselas (uitstulping van de lamina propria) bedekt met dikke
epitheellaag
- Papillae fungiformes
→ Vooral aan de apex en randen v d tong (ook verspreid tussen papillae filiformes)
→ Dun epidermoïde epitheel (bevat smaakknoppen)
→ Rode kleur door sterke vascularisatie v lamina propria
- Papillae circumvallatae
→ 10 tot 14 voor de V-lingualis (ook in een V-vormige schikking)
→ Vormen grens tussen corpus en radix
→ Kegelvormige papillen die tot diep in het corium liggen met een wal of groeve
→ Dun epidermoïd epitheel (met soms smaakknoppen)
→ In de bodems van de groeven monden sereuze klieren von Ebner uit
- Papillae foliatae
→ Achteraan op laterale zijden v d tong
→ Hoge secundaire papillen
→ Bevatten veel smaakknoppen
→ In plooien sereurze klieren von Ebner
o Smaakknoppen
- Heldere ovale lichaampjes
→ Nemen de volledige breedte van het epitheel in beslag
→ Ter hoogt van P. fungiformis, circumvallatae en foliatae
- Neuro-epitheliale orgaantjes
→ Smaakporus (opening) maakt verbinding met buitenwereld
→ 2 celtypes: steuncellen (perifeer) en zintuigcellen (centraal)
- Bezenuwing
→ Weinig gemyeliniseerde sensibele zenuwvezels verliezen hun myeline voor ze de
smaakknop bereiken
→ Naakte zenuwuiteinde lopen tussen de knoppen
TONGMASSA
o Spierweefsel
→ Dwarsgestreept (lopen in alle richtingen)
→ Perimysium (fibro-elastisch bindweefsel met grote vloedvaten, zenuwen, vetweefsel en
klieren)
o Klieren
→ Ter hoogte van de apex: gemengd
→ Achteraan enkel muceus
→ Bij papillae circumvallatae en foliatae sereuze klieren
RADIX LINGUAE
o Lymfoid orgaan (tonsilla lingualis)
→ Veel lymfefollikels
→ Uitzwermende lymfocyten die migreren doorheen het epitheel
, Spijsvertering (2022-23)
o Muceuze klieren
→ Wegspoelen bacteriën, lymfocyten en epitheelcellen uit cripten (infectie voorkomen)
PALATUM (VERHEMELTE)
HARD VERHEMELTE
o Voorste deel van het verhemelte is venig ondersteund
→ Meerlagig weinig verhoornd plaveiselepitheel
→ Lamina propria versmelt met het periost en bevat vooral vooraan vetweefsel (vetzone),
achteraan muceuze klieren (klierzone)
→ Centraal is de lamina propria vastgehecht aan mediane kan van het been (de raphe)
→ Uit centrale as stralen vernevenheden uit met een centrale bindweefselas: de rugae
o Hart verhemelte heeft plet en meng functie
ZACHT VERHEMELTE
o Zorgt voor de aansluiten van nasopharynx en oropharynx
→ Verhindert binnendringen van voedsel in de nasopharynx
o Fibreus bindweefsel en grote hoeveelheid dwarsgestreept spierweefsel bedekt met mucosa
→ Niet-verhoornd plaveiselcellig epitheel
o Lamina propria bevat hoge papillen en muceuze kliertjes
→ Kliertjes omringd door vetweefsel
→ Submucosa en lamina propria gescheiden door dens elastisch netwerk
→ Aan nasale kant pseudomeerlagig cilindrisch epitheel met trilhaarcellen
o Huig of uvula
AMANDELS
o Verschillende soorten amandels met min of meer gelijkaarige structuur
→ Ertussen ligt lymfoïd weefsel
→ Vormen de Ring van Waldeyer (verdediging aan de ingang van lucht- en
spijsverteringswegen)
TONSILLAE PALATINAE
o Verhemelte-amandels liggen in de fossa tonsillaris
→ Tussen arcus palatoglossus en de arcus palatopharyngeus
MUCOSA
o Mucosa bevat crypten (instulpingen) die kunnen reiken tot aan het bindweefselkapsel
→ Primaire crypten (onvertakt)
→ Secundaire crypten (vertakt)
→ Bodem van de crypten zitten lymfocyten (-> onduidelijke overgang tussen crypten en
onderliggen lymfoïd weefsel)
→ Crypten kunnen verstopt geraken met voedselbestanddelen en bacteriën -> ontsteking
o Meerlagig niet-verhoornd plaveiselcelepitheel
, Spijsvertering (2022-23)
BINDWEEFSEL
o Bindweefselkapsel
→ Scheiding tussen tonsil en omliggend weefsel
→ Uit kapsel straalt losmazig bindweefsel uit (bindweefselsepta)
→ Bindweefselsepta scheiden de crypten van elkaar
o In het losmazigbindweefsel
→ Lymfocyten, mastcellen, plasmacellen en polymorfonucleaire cellen
o Muceuze kliertjes monden uit aan de oppervlakte van crypten
→ Geen goede uitspoeling -> makkelijk ontstekingen
TONSILLA PHARYNGEA
o Achterste wand van nasopharynx (fornix pharygnis)
o Pseudomeerlagig trilhaarepitheel met veel slijmbekercellen (respiratoir epitheel)
→ Mucosa vormt plooien, maar geen crypten
→ Toppen van de plooien bevatten lymfocyten
→ Onder het epitheel dikke laag lymfoïd weefsel met lymfefollikels
→ Lymfoïd weefsel gescheiden van omliggend weefsel door bindweefselkapsel
o Muceuze klieren monden uit in de plooien
TONSILLAE TUBARIAE
o Tubulaire amandels
→ Lymfoïd weefsel rond de monding van de buis van Eustachius
TONSILLA LINGUALIS
o Zie tong
SPEEKSELKLIEREN
o Kleine kliertjes in mucosa of submucosa
→ Monden uit in de mondholte
→ Labiale, buccale, palatale en liguale speekselklieren
→ Korte afvoerkanalen
o Grote speekselklieren
→ Gepaarde organen buiten de mondholte
→ Systeem van afvoerkanalen
→ Glandulae parotes, glandulae submandibulares en glandulae sublinguales
SEREUZE SPEEKSELKLIEREN
o Klieren von Ebner
→ Gelegen bij tongwortel
o Glandulae parotes
→ Gelegen subcutaan voor het oor
→ Omgeven door fibreus bindweefselkapsel (waaruit septa vertrekken die de klier verdelen in
lobi en lobuli)
→ Septa bevatten bloed- en lymfevaten, zenuwen en grote afvoerkanalen en vetweefsel
→ Afvoerkanalen en secretoire uiteinden omringd door bloedcapillairen
, Spijsvertering (2022-23)
→ Interstitieel bindweefsel bevat macrofagen, plasmacellen, vetcellen en lymfocyten
→ Secretoire uiteinden bestaan uit sereuze cellen (secreteren vloeistof met zouten, proteïnen
en enzymen (amylase en maltase)
MUCEUZE SPEEKSELKLIEREN
o Niet veel zuivere muceuze speekselklieren (accessoire speekselklieren)
→ Gelegen in de tong, lippen en zacht verhemelte (in kleine aantallen)
o Secretoire uiteinden
→ Muceuze kliercellen
→ Afvoerkanalen zijn kort en eenvoudig gestructureerd
o Secretie van sialomucines en sulfomucines
→ (Kleurbaar met mucikarmijn)
GEMENGDE SPEEKSELKLIEREN
o De meeste kleine speekselklieren zijn gemengd
→ In de wand van mondholte en in de tong
o Grote speekselklieren
→ Glandulae submandibularis
→ Glandulae sublinguales
GROTE SPEEKSELKLIEREN
o Glandulae submandibularis
→ Gelegen tussen mandibula en bodemspieren van mondholte (m. mylohyoideus en m.
digastricus)
→ Hoofdzakelijk sereus
→ Omgeven door bindweefselkapsel (met septa die klier verdelen in lobi en lobuli)
o Glandulae sublinguales
→ Gelegen onder de tong
→ Hoofdzakelijk muceus
→ Niet duidelijk begrensd door bindweefselkapsel
→ Bindweefsel vertakt in het klierparenchym
o Eindstukken
→ Kunnen uitsluitend muceuze of sereuze cellen bevatten
→ Kunnen sereuze en muceuze cellen door elkaar bevatten
o Sikkels van Gianuzzi
→ Sereuze cellen in de vorm van donkere halve maantjes
→ Zitten vast op de eindstukken van muceuze eindstukken
AFVOERKANALEN
INTRALOBULAIRE AFVOERKANALEN
o Intercalaire segmenten
→ Bekleed met 1lagig kubisch epitheel
→ Myoëpitheelcellen tussen kubisch epitheel en basale membraan
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur henkdeclerck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.