HOOFDSTUK 1: ALGEMEENHEDEN
1. Situering
1. Europese context
→ Europese belasting
→ Europese wetgeving t.o.v. nationale wetgeving
→ Belangrijkste bronnen:
- Algemene BTW richtlijn 2006/112/EG
(omzetting naar nationale wetgeving)
- Verordeningen (rechtstreekse & directe werking)
- Beschikkingen (rechtstreekse & directe werking)
2. Belgische context
→ Deel van fiscaal recht, indirecte belastingen
→ Heffing vastgesteld door Algemene Administratie v/d Fiscaliteit (AAFisc)
→ 3 administraties:
- Particulieren
- Kmo & middelgrote ondernemingen
- Grote ondernemingen
→ Inning door administratie van inning & invordering
→ deel bestemd voor Europese Gemeenschap
2. Overdrachtsbelasting
→ Basis BTW: overdracht van goederen & diensten
→ BTW = verbruiksbelasting die wordt “gedragen” door de eindverbruiker
3. Werkingsmechanisme van de BTW
1
, Nisa Sen
→ BTW = Verbruiksbelasting geheven door BTW-belastingplichtige in alle
fasen v/h productieproces voldaan via gefractioneerde betalingen.
4. Toepassingsgebied van de BTW
1. Territoriaal (Art. 1)
→ Lidstaat / grondgebied lidstaat
→ Gemeenschap / grondgebied Gemeenschap
→ Binnenland
→ Derde land
→ Extra begrippen
- Intracommunautair goederenvervoer
- Reizen
(passagiersvervoer: in vliegtuig plaats van vertrek = btw)
- Gebouw
(nieuw gebouw, minder dan 2 jaar = wel btw)
- Gebouw bijhorende grond
- Belastbaar feit
(alle voorwaarden v/d 4 handelingen moeten voldaan zijn)
- Opeisbaarheid
- Factuur
→ EU lidstaten 2021:
België Hongarije Oostenrijk
Bulgarije Ierland Polen
Cyprus Italië Portugal
Denemarken Kroatië Roemenië
Duitsland Letland Slovenië
Estland Litouwen Slowakije
Finland Luxemburg Spanje
Frankrijk Malta Tsjechië
Griekenland Nederland Zweden
2
, Nisa Sen
2. Belastbare handeling (Art. 2-3bis)
→ Levering goederen (Art. 2)
→ Verstrekken diensten (Art. 2)
→ Invoer (Art. 3)
→ Intracommunautaire verwerving (Art. 3bis)
3. Plaats
→ Belastbare handelingen kunnen enkel aan Belgische BTW onderworpen
zijn als de plaats van de handeling zich in België situeert !!!
5. Enkele essentiële begrippen
→ Belastbaar feit = belastbare handeling (Art. 1 §12 1°)
→ Tijdstip = ogenblik v/d handeling
→ Opeisbaarheid = verschuldigdheid v/d BTW (Art. 1 §12 2°)
→ Tijdstip voldoening BTW = periodieke BTW aangifte
6. BTW denkpatroon
1. Wordt de handeling verricht door een BTW-belastingplichtige?
2. Stelt de BTW-bp een belastbare handeling?
3. Vindt de belastbare handeling plaats in België?
4. Kan vrijstelling ingeroepen worden?
5. Wie is schuldenaar v/d BTW?
⤷ Opeisbaarheid? BTW-aangifte? Roosters?
3
, Nisa Sen
HOOFDSTUK 2: DE BTW-BELASTINGPLICHTIGE
1. De BTW-belastingplichtige
1. Definitie (Art. 4 §1)
→ Essentiële voorwaarden:
- Eenieder (dus ook particulier, vzw, …)
- Economische activiteit (belastbare handelingen,omzet)
- Geregeld
- Zelfstandig (d.i. geen band van ondergeschiktheid)
→ Niet essentiële voorwaarden:
- Met of zonder winstoogmerk
- Hoofdzakelijk of aanvullend
- Plaats uitoefening onbelangrijk
2. Fiscale eenheid (Art. 4 §2)
= Juridisch zelfstandige ondernemingen
- die nauwe financiële, economische en organisatorische banden
hebben (3 voorwaarden tegelijk voldaan)
- Die alle in België BTW-plichtig zijn
groeperen zich voor BTW doeleinden
1 BTW-bp tov BTW administratie
= fiscale fictie; elk lid behoudt BTW nummer tov derden
vb productievennootschap + immovennootschap
→ Voordelen:
- Intragroepstransacties vallen buiten BTW-sfeer d.i. geen doorfacturatie
nodig
- Handelingen met derden worden geacht door BTW-eenheid verricht
di. 1 aangifte per BTW-eenheid
- 1 lid v/d groep is vertegenwoordiger tov staat
→ Nadeel:
- Alle groepsleden zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling v/d
BTW-schulden van elk groepslid
4