Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Aantekeningen hoorcolleges GBO €6,18   Ajouter au panier

Notes de cours

Aantekeningen hoorcolleges GBO

  • Cours
  • Établissement

Document bevat aantekeningen van de hoorcolleges van GBO, ik heb de colleges zelf 2 keer gekeken en op basis daarvan de aantekeningen gemaakt.

Aperçu 4 sur 67  pages

  • 18 mai 2023
  • 67
  • 2021/2022
  • Notes de cours
  • Van kempen en essers
  • Toutes les classes
avatar-seller
Grondslagen belastingheffing ondernemingen

Hoorcollege 1: algemeen, ondernemersbegrip en winstgenieters

Winst uit onderneming
Activiteiten toets: eerst kijken of er een objectieve (materiele) onderneming is. Is er een
objectieve onderneming, en kan ik deze aan een natuurlijk persoon toerekenen (subjectieve
onderneming).

2 voorwaarden voor winst uit onderneming:
l. Objectieve onderneming (activiteit)
ll. Subjectieve onderneming (geeft de winstgerechtigdheid van natuurlijke persoon bij
activiteit weer)

In duidelijke gevallen hoef je deze toets niet te doen, alleen bij randgevallen moet je dit
doen.

Bij een eenmanszaak is de objectieve onderneming ook tevens de subjectieve onderneming.
Bij bijvoorbeeld een VOF is dat niet zo, je hebt een objectieve onderneming en meerdere
subjectieve ondernemingen. Er wordt fiscaal gedaan alsof er meerdere ondernemingen zijn.
Je wordt belast voor jouw eigen deel  eigen subjectieve onderneming.

Objectieve onderneming/materiele onderneming
Hiermee beginnen: dit is de toegangsdeur naar het winstregime (alleen in randgevallen):
Essers
Dit hoeft alleen te worden getoetst in randgevallen, waarin niet zeker is of er wel sprake is
van een objectieve onderneming.
NB. Dit zijn cumulatieve vereisten
 Zelfstandig: je moet niet ondergeschikt aan iemand zijn. Er is geen gezagsverhouding.
(Er hoeft geen hele organisatie te zijn.)
 Duurzaam bedoelde activiteiten: BNB 2001/88: je moet de intentie hebben om het
duurzaam te doen, anders is het geen objectieve onderneming
 Gericht op risicodragende deelname (er moet een bepaalde mate van
ondernemingsrisico zijn in de activiteit)
o (Geen kapitaal nodig BNB 1992/370)
 Aan het economische verkeer (ook een verboden handeling zoals stelen, kan
deelname in het economische verkeer hebben)

Afbakeningsproblemen
 Loon  hierbij gaat het vooral over het zelfstandigheidcriterium, gezagsverhouding
o Vb BNB 1989/199  hoe is het juridisch vormgegeven
 Resultaat uit overige werkzaamheden  dit is een grijs gebied
o Vb BNB 1984/72 & BNB 1993/185 & BNB 1997/398
 Inkomen uit sparen en beleggen
Hier moet je een afweging tussen maken. Het gaat hierbij vooral om de motivering



1

,Bij loon kan je geen kosten aftrekken, bij winst kan je heel veel kosten aftrekken en bij ROW
kan je wel kosten aftrekken maar heb je geen faciliteiten.
Resultaat stel je op dezelfde manier vast als winst maar heb je geen faciliteiten.

Afbakening t.o.v. box 3
Je moet hierbij kijken naar de arbeid  afzetten tegenover het vermogen wat je investeert
 HR BNB 1981/299
Is arbeid naar aard en relatieve omvang gericht op behalen van een hoger rendement
dan bij normaal vermogensbeheer. Bij de vraag of er bij vermogensbeheer sprake is
van box 3 of winst, kijken naar de arbeid en de aard van de arbeid.
 HR BNB 2010/244 (windturbine-arrest)
Uitzondering op het eerdere arrest
Deelname aan het economische verkeer met productie-inrichting
Soms is arbeid niet belangrijk en kan er zonder arbeid een onderneming zijn  dit is
wanneer je investeert in een productie-inrichting.
Het verhuren tegen een vast bedrag is GEEN onderneming, het verkopen van energie
is wel een onderneming.

Als er sprake is van een objectieve onderneming, dan moet er worden gekeken of deze
objectieve onderneming kan worden toegerekend aan een natuurlijk persoon (subjectieve
onderneming: hetgeen belast wordt in box 1). Dit moet worden getoetst op het niveau van
de activiteit.

Belangrijkste subjectieve ondernemingen
 Eenmanszaak
 Deelgerechtigheid vennoot in een personenvennootschap 
samenwerkingsovereenkomst

Voorbeeld:
Een personenvennootschap is een
vennootschap tussen ten minste 2
personen. Dit kunnen natuurlijke
personen zijn, maar dit kunnen ook
rechtspersonen zijn.

Iedere vennoot moet met iets
inbrengen: iets ter beschikking
stellen ten behoeve van het
samenwerkingsverband.
Bijvoorbeeld: arbeid, geld,
goederen.

Je begint een activiteit. Die
activiteit levert een voordeel op.
Dat voordeel moet je met elkaar
delen. Het klusbedrijf is hier de objectieve onderneming. Ieder winstaandeel vormt de
subjectieve onderneming (de halve VOF). Ieder wordt belast voor zijn eigen winstaandeel.

2

,Dit is een inbreuk op de materiele werkelijkheid want er is eigenlijk maar één bedrijf, maar
fiscaal doen we alsof ze beide een eigen bedrijf zijn.

Personenvennootschappen (fiscaal transparant)

Stille personen vennootschappen Openbare personen vennootschappen
 Stille maatschap Openbaar beroep:
 Openbare maatschap
(dienstverlening waarbij de persoonlijke
vakbekwaamheid, persoonlijke kwaliteiten
voorop staan). Bv advocaat, notaris, escort

Openbaar bedrijf:
 VOF
 CV


Aansprakelijkheid:
 Stil:
o Stille maatschap  je handelt op naam van een van de vennoten, alleen hij is
aansprakelijk
 Openbaar beroep (beroep: dienstverlening waarbij persoonlijke kwaliteiten voorop
staan)
o Openbare maatschap  ieder heeft een eigen subjectieve onderneming
o Alle maten zijn afzonderlijk aansprakelijk (voor een gelijk deel)
 Openbaar bedrijf (samenwerkingsverband)
o VOF  je bent als vennoot hoofdelijk aansprakelijk (risicovol)
o CV 

Stappenplan:
1. kijken of er een objectieve
onderneming is

2. natuurlijk persoon met een
subjectieve onderneming

3. vaststellen of de natuurlijk
personen fiscaal ondernemer zijn.
De niet ondernemer krijgt
namelijk een ander etiket 
medegerechtigde

Alleen de ONDERNEMERS hebben
recht op de ondernemersfaciliteiten en niet de medegerechtigden.




3

, Iedere term in de wet gebruikt belastingplichtige dan wel ondernemer. Ondernemer: alleen
ondernemers. Belastingplichtige: ook medegerechtigden, iedereen met een subjectieve
onderneming.


1. vanuit de objectieve
onderneming, naar de subjectieve
onderneming. Hier zit ook de KIA in
(3.2.23 CB)

2. er kunnen meerdere subjectieve
ondernemingen zijn  alles
afzonderlijk vaststellen

3. ondernemersaftrek  nakijken
in boek

4. MKB-winstvrijstelling (14%)



Ondernemer
Ben je ondernemer  art. 3.4 Wet IB

Twee voorwaarden:
- De objectieve onderneming moet ‘voor rekening van’ de belastingplichtige worden
gedreven
o Twee deel voorwaarden:
 Onbeperkte winstgerechtigdheid in objectieve onderneming. Alle
vennoten (behalve de commandiet) zijn per definitie onbeperkt
winstgerechtigd  dit hoef je op tt niet uit te werken.
 Intentie om winst te genieten (vb. BNB 1954/9 niet echtgenote en
BNB 1990/134 niet erfgenaam)
- De belastingplichtige is rechtstreeks verbonden voor verbintenissen betreffende die
onderneming.




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fiscalist120915. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,18. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

62799 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,18  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter