Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Boek Goederenrecht Onroerend Goedrecht II - Beperkte genoetsrechten €5,79   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Boek Goederenrecht Onroerend Goedrecht II - Beperkte genoetsrechten

 14 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit document bevat een samenvatting van het vak Onroerend Goedrecht II van het onderdeel Beperkte genotsrechten. Het is een samenvatting van de voorgeschreven stof uit het boek Goederenrecht - Pitlo.

Aperçu 3 sur 19  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 12 en 13
  • 18 mai 2023
  • 19
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Goederenrecht – Beperkte
genotsrechten
College 1 + 2

Hoofdstuk 12 Beperkte rechten op goederen
Een beperkt recht is een recht afgeleid uit een meeromvattend recht, wel met dat beperkte
recht is bezwaard (art. 3:8 BW). Beperkte rechten kunnen zijn afgeleid uit volledige rechten
of uit andere beperkte rechten. Er is sprake van een ‘moederrecht en een ‘dochterrecht’.
Gaat het beperkte recht (dochterrecht) teniet, dan wordt het moederrecht weer
onbezwaard.
- Beperkte rechten zijn absolute rechten en hebben zaaksgevolg. Zij behouden hun
werking tegen opvolgende verkrijgers onder bijzondere titel. De beperkt gerechtigde
heeft in geval van faillissement van de hoofdgerechtigde een separatistpositie. De
inhoud hiervan verschilt wel naar gelang het soort beperkte recht.
- Het oudere beperkte recht gaat voor op het jongere (prior tempore regel).
- Genotsrechten  rechten die genot van een goed geven; vruchtgebruik,
erfdienstbaarheid, opstal, erfpacht.
- Zekerheidsrechten  rechten die een schuldeiser voorrang verlenen bij de verdeling
van executieopbrengst van een goed; pand/hypotheek.
- Limitatief stelsel uit de wet (art. 3:81 BW). Er zijn ook oude beperkte rechten die niet
in de wet staan. Zij blijven wel bestaan, maar kunnen niet meer worden gevestigd
(art. 150 Overgangswet NBW).

Ontstaan beperkte rechten
Art. 3:98 BW bepaalt dat voor ontstaan beperkte rechten dezelfde bepalingen als voor
overdracht gelden. Art. 3:84 BW; geldige titel, beschikkingsbevoegdheid, levering is dus van
toepassing.

Degene die een zelfstandig recht heeft kan beperkte rechten vestigen (art. 3:81 lid 1 BW). Hij
kan dit beperkte recht enkel vestigen binnen de grenzen van het zelfstandige recht. Het
recht moet overdraagbaar zijn om een beperkt recht te kunnen vestigen.

Het verbod van titel ‘zekerheidsstelling’ geldt niet bij pand en hypotheek, maar wel bij
andere beperkte rechten (art. 3:84 lid 3 jo. 3:227 BW).
De vestigingshandeling bij het beperkte recht verschilt naargelang het goed waarop het
recht wordt gevestigd.

Beperkte rechten kunnen ook ontstaan door verjaring. Hiervoor is in ieder geval nodig dat
van het beperkte recht het bezit is verkregen.

Beperkte rechten kunnen in beginsel worden overgedragen (art. 3:83 BW). Afhankelijke
rechten kunnen naar hun aard niet worden overgedragen. Zij volgen het recht waaraan zij
zijn verbonden (art. 3:82 BW). Beperkte rechten gaan niet altijd over door vererving.

,Tenietgaan beperkte rechten
Art. 3:81 lid 2 BW geeft geen limitatief lijstje voor het tenietgaan van beperkte rechten.
1. Einde hoofdrecht  tenietgaan van et recht waaruit beperkte recht is afgeleid. Soms
komt het beperkte recht te ruste op datgene wat in de plaats van de tenietgegane
goederen treedt (zaaksvervanging; art. 3:213/229/246 lid 5 BW).
2. Tijdsduur/voorwaarde  tenietgaan na tijd waarvoor gevestigd of vervullen
voorwaarde waaronder gevestigd (art. 3:98 jo. 3:84 lid 4 jo. 3:38 lid 2 BW).
o Intreden voorwaarde is inschrijfbaar feit (art. 3:17 lid 1 sub a/c BW).
3. Afstand  geschiedt via art. 3:98 jo. 3:84 BW; het is geen eenzijdige rechtshandeling
meer zoals vroeger.
o Belangrijk element  relatieve werking, het werkt niet ten nadele van hen
die op het tenietgegane beperkte recht een beperkt recht hebben (art. 3:81
lid 3 BW).
4. Opzegging  alleen mogelijk als de bevoegdheid hiertoe is bedongen of als het uit de
wet voortvloeit (bijv. bij erfpacht en opstal (art. 5:87/204 lid 2 BW)).
o Het is een eenzijdige rechtshandeling die zowel aan beperkt gerechtigde als
aan hoofdgerechtigde kan zijn gegeven.
5. Vermenging  als hoedanigheden van beperkt gerechtigde en hoofdgerechtigde in
dezelfde persoon worden verenigd.
o Het heeft relatieve werking (art. 3:81 lid 3 BW). Vermenging werkt niet ten
voordele van beperkt gerechtigden die op het bezwaarde goed een beperkt
recht hadden en het tenietgegane recht moesten eerbiedigen.
Art. 3:106 BW vindt geen toepassing bij zekerheidsrechten.
Beperkte rechten kunnen ook tenietgaan door werking van derdenbeschermende
bepalingen.

Erfdienstbaarheden
Art. 5:70 BW  een last waarmee een erf (dienende erf) ten bate van een ander erf
(heersende erf) is bezwaard.
- Ten bate van  subjectief nut, het recht moet strekken ten bate van een ieder die
het heersende erf verkrijgt of gebruikt.
- Je kan geen erfdienstbaarheid uitoefenen als je eigenaar bent van zowel het
heersende als het dienende erf.
Hoewel het recht van erfdienstbaarheid is verbonden aan een zaak, is het een persoon die
de lasten of lusten ervan ondervindt. Erfdienstbaarheid kan slechts worden gevestigd door
iemand die beschikkingsbevoegd is ten aanzien van het erf.

Art. 5:71 BW  ‘op/boven/onder een van de erven’; dit ziet op feitelijke handelingen en dus
niet op rechtshandelingen.
- Het gaat om een dulden of iets niet doen. De eigenaar van het dienende erf heeft dus
een passieve rol. Het kan dus niet verplichten tot een doen.
- Actieve nevenactiviteiten kunnen er wel aan worden gekoppeld, bijv. aanbrengen
van gebouwen die nodig zijn voor uitoefening erfdienstbaarheid, maar dan moeten
die wel geheel of ten dele op dienende erf zijn.

Erfdienstbaarheid, kettingbeding en kwalitatieve verplichting

, Tussen eigenaren van twee erven kan een erfdienstbaarheid gelden, maar ook kan tussen
hen een verbintenis, dus slechts een persoonlijk werkende rechtsverhouding bestaan.

Een verplichting om te doen kan niet tot inhoud van een erfdienstbaarheid worden gemaakt,
bijv. ook niet het verbod tot het verrichten van rechtshandelingen dat bijvoorbeeld niet
verhuurd gaat worden. Dit kan wel soortgelijk worden afgesproken door tussen A-B een
afspraak te maken waarin wordt opgenomen dat B dit ook moet opleggen aan zijn
opvolgers. Zo ontstaat een kettingbeding, waaraan een boete wordt gebonden indien het
niet wordt nageleefd.

Art. 6:252 BW  kwalitatieve verplichting; persoonlijke verplichtingen om iets te dulden of
niet te doen kunnen overgaan op verkrijgers en gebruikers van het registergoed, mits beding
in notariële akte vastgelegd en ingeschreven in openbare registers.
- Kwalitatieve verplichting geldt voor registergoederen, erfdienstbaarheid slechts voor
onroerende zaken.

Inhoud erfdienstbaarheid
- Erfdienstbaarheid moet voldoen aan art. 5:71 BW. Verder zijn er geen beperkingen.
- Art. 5:73 BW  inhoud en wijze van uitoefening in eerste instantie bepaald door
akte van vestiging.
o Bij vragen over de uitleg van de akte; de partijbedoeling moet worden
afgeleid uit de in de akte gebezigde bewoordingen, uit te leggen naar
objectieve maatstaven in het licht van de gehele uitleg van de akte.
o Wat daarbuiten nog is overeengekomen kan eventueel nog wel persoonlijke
werking hebben tussen de oorspronkelijke partijen bij vestiging.
o Uitleg van de akte geen oplossing? Dan aanvulling door plaatselijke gewoonte
(lid 1). Ook dan nog twijfel, dan is beslissend de wijze waarop de
erfdienstbaarheid geruime tijd te goeder trouw en zonder tegenspraak is
uitgeoefend (de aanvaarde feitelijke gang van zaken).
- Redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 BW) zullen onder andere een rol spelen bij de
situatie dat de rechter moet oordelen of verzwaringen van het oorspronkelijke
gebruik door het dienende erf in redelijkheid moeten worden geduld.
- De uitoefening van erfdienstbaarheid moet op en voor het dienende erf minst
bezwaarlijke wijze geschieden (art. 5:74 BW).
- De eigenaar van het dienende erf mag niets doen waardoor hij afbreuk zou doen aan
de erfdienstbaarheid. Hij mag dus de betekenis van de erfdienstbaarheid voor het
heersende erf niet op onredelijke wijze verminderen.
- Als bijvoorbeeld niet een precieze route is omschreven om naar de weg te lopen,
mag de eigenaar van het dienende erf deze aanwijzen, het hoeft dan niet de kortste
route te zijn. Als het wel specifiek is bepaald, kan eigenaar van het dienende erf deze
ook verleggen op eigen kosten (art. 5:73 lid 2 BW). Het genot van het heersende erf
mag dan ook hierdoor niet afnemen.
- Eigenaar van het heersende erf mag ten behoeve van erfdienstbaarheid op dienende
erf noodzakelijke feitelijke werkzaamheden verrichten (art. 5:75 BW), bijv. grind op
het pad aanvullen. Als niet anders is bepaald, doet hij dit op eigen kosten (art. 5:75
lid 5 en 5:71 BW).

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vanhemertjulia. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67474 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,79  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter