Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting MSK 3 pathologie €14,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting MSK 3 pathologie

 21 vues  2 fois vendu

Samenvatting Pathologie msk 3, alle lessen met notities en uitleg van in de les.

Aperçu 10 sur 68  pages

  • 18 mai 2023
  • 68
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
Seizr
MSK 3; Pathologie
1. Epidemiologie en afwijkingen van de wervelzuil (minder belangrijk, eerder randinformatie)
Ook foto’s kunnen bevraagd worden

Epidemiologie: onderzoek naar de frequentie en oorzaken van ziekten of syndromen.

Prevalentie: verwijst naar het percentage van een bevolking dat op een bepaald tijdstip of in een
bepaalde periode aan een bepaalde ziekte lijdt.

Incidentie: verwijst naar het aantal of percentage nieuwe gevallen van de aandoening per
risicodrager gedurende een specifieke periode of tijd.

Persistentie: duur van de pijnepisoden (aantal dagen/laatste jaar).

Recidief: aantal recidiverende episoden (aantal/laatste jaar).

Ernst: gradering van de intensiteit van pijn en functionele invaliditeit.

Pijn wordt geëvalueerd door de VAS -schaal en de NRS-schaal

VAS-schaal: De schaal maakt het mogelijk om een kwalitatief gevoel om te zetten in een
kwantitatieve score. De proefpersoon plaatst daarvoor een markering op het lijnstuk van 0 tot 10 cm.
Het aantal mm waarop deze markering wordt geplaatst, bepaalt de score.

NRS-schaal: De Numeric Rating Scale (NRS) vraagt patiënten om de mate van pijn aan te geven op
een schaal van 0-10. De '0' staat voor 'geen pijn' en de '10' voor de 'ergste pijn ooit'.

Aandoening: is een ziektebeeld

Handicap: vermindering van de uitvoering van activiteiten



EX: Specifieke en niet specifieke rugpijn. Niet specifieke rugpijn komt het vaakst voor (85-90%).

Voorbeelden van specifieke rugpijn: Aangeboren, Ontwikkelingsgebonden, Traumatisch, Infectieus,
Metabool, Degeneratief ( Zie theorie)



Classificatie van rugpijn

Acuut: < 1 maand
Subacuut: 1-3 maanden
Chronisch: > 3 maanden

Epidemiologie:

• Life time prevalence: 75-85%

• Life time prevalence associated leg pain: 40%

• Life time prevalence for sciatic pain: 3-5%




1

,Epidemiologie lage rugpijn:

• Yearly prevalence (for Europe): 25-45%

• Natural history is favourable : 90% resolve within 3 months

• High percentage of recurrence : 62%

Epidemiologie nekpijn:

• Point prevalence: 6-22%

• Lifetime prevalence: 48,5%

• Most patients do not experience a complete resolution of pain and disability



“One-in-five” rule of thumb:

1/5de van de populatie heeft op een bepaald moment rugpijn. (200000)

• 1/5 consult GP (40000)

• 1/5 are referred to specialist (8000)

• 1/5 are admitted to hospital (1600)

• 1/5 undergo surgery for back pain (300)




Vlaggen systeem voor risico’s

Rode vlag: ernstige spinale pathologie

Gele vlag: individueel emotioneel en gedragsrisico

Blauwe vlaggen: werkgerelateerde psychosociale risicofactoren

Zwarte vlaggen: beroeps- en maatschappelijke factoren




2

,EX: Risicofactoren

• Individuele factoren

- Eerdere LBP
- Genetisch
- Leeftijd
- Geslacht
- Overgewicht
- Algemene gezondheid
- Roken
- Sedentair leven

• Morphologische factoren

- Disc degeneration
- Disc herniation
- Spine bifida
- Scheuermann disease
- Spondylolysis
- Spondylolisthesis

• General psychosocial factors

- Inappropriate pain behaviour
- Low work satisfaction
- Depression
- Anxiety
- Stress

• Occupational physical factors

- Heavy physical work
- Repetitive motion
- Twisting and bending
- Frequent lifting
- Whole body vibration
- Static load
- Segmental vibration
- Accelaration/deceleration movements

• Occupational psyschological factors

- Rapid work rate
- Monotonous work
- Low social support
- Job stress




3

,4

, 2. Differentiële diagnose van “been” pijn


Waarom vragen naar beenpijn bij pijn in de rug?

- Aantasting van de zenuw (hernia, degeneratie)
- Gerefereerde pijn: Referred pain (gerefereerde pijn) is pijn die gevoeld wordt op een andere
plaats dan waar de oorsprong zich bevind



EX: Rug + beenpijn: grotere kans dat het over een zenuwprobleem gaat  dit kan je uitmaken uit de
anamnese “waar gaat de pijn naar toe”

EX: Radiculaire symptomen

- Pijn die uitstraalt in een segmentaal patroon langs dermatoomgebieden
- Zintuiglijke tekorten van analgesie of hypalgesie (= verminderde gevoeligheid)
- Spier zwakte
- Spieratrofie
- Afwezige of verminderde reflexen
- Gevolg van een "laesie" van zenuwweefsel

Pijn L4 patroon: start in rug – over voorkant van de dij – pijn stopt bij het scheenbeen

 Gevoelsstoornis scheenbeen
 Spieren: quadriceps (extensie knie), tibialis anterior plantair (flexie voet)
 Reflex: kniepeesreflex
Gevolg hernia op reflex: reflex gaat weg en komt niet altijd terug

Pijn L5 patroon: start aan de zijkant van de heup – langs de knie – naar de laterale kant van het
onderbeen en naar de grote teen

 Gevoelsstoornis grote teen
 Spieren: extensor hallucis longus (extensie grote teen)

Pijn S1 patroon: achterkant van de dij – naar de kleine teen

 Gevoelsstoornis kleine teen
 Spieren: flexor digiti minimi (flexie kleine teen)

TIP: in handen voeten stand (oorspronkelijk 4 voeters) dan is S1 de achterkant en L4 de voorkant.
Logisch is dan dat S1 de achterkant beïnvloed, L5 de zijkant en L4 de voorkant.




5

,Patiënt met L4 pathologie –> pijn bij een gestrekt been want zenuw op rek (sneller nachtelijke pijn in
ligpositie)

Patiënt met L5 pathologie  pijn bij een gebogen been want zenuw op rek (minder pijn s ’nachts
door ontspanning)

Pseudoradiculaire symptomen (nociceptieve pijn (lijkt op zenuwpijn maar is geen zenuwpijn))

- Geen pijn in rust, "bewegings" pijn
- Plaatselijke gevoeligheid
- Trigger points (lokken pijn uit) = Gerefereerde pijn
- Diffuse pijnuitstraling
- Geen sensorische tekorten
- Geen spierzwakte of atrofie
- Autonome stoornissen (zweten,...)

Signalen worden doorgegeven aan de hersenen via de ruggenmerg. Soms 2 gebieden die
communiceren via dezelfde baan. Hersenen kunnen geen verschil uitmaken tussen de 2. 
gerefereerde pijn (foute interpretatie van de hersenen eigenlijk)




Beenpijn die niet van de rug komt


Transitionele wervel (Syndroom van Bertolotti)


Het syndroom van Bertolotti wordt gekenmerkt door sacralisatie (Als de vijfde lumbale wervel
vergroeid is met het sacrum) van het onderste lumbale wervellichaam en lumbarisatie (Het komt ook
voor dat de eerste sacrale wervel geen deel uit maakt van het sacrum, maar een losse wervel blijft en
een zogenaamde zesde lendenwervel vormt) van het bovenste sacrale segment. Het omvat een totale
of gedeeltelijke unilaterale of bilaterale fusie van het transversale proces van de onderste
lendenwervel naar het heiligbeen, wat leidt tot de vorming van een tijdelijke 5e lendenwervel .



SI joint/ SI patroon


SI en S1 lijken op elkaar. SI onderzoek  moeilijke diagnose

- 3 testen of meer kunnen uitvoeren: als er 3 of meer positieve testen zijn is er 65-93% kans
dat het S is
- <3 testen positief: 72-99% kans dat het niet de oorzaak is van de pijn ( Zie PR bekken)




6

, Artritische veranderingen van het heupgewricht


Symptomen :

 Groin pain (90%)
 Buttock pain (80%)
 Pain around the knee (70%)
 Limping (60%)
 Pain distal to the knee (47%)

 Bij coxartose valt eerst de interne rotatie weg + Trendelburg is meestal positief (ook pijnlijke
mobilisatie van de heup
 Vaak is kniepijn hier het enige symptoom
 Symptomen lijken hard op L4 aandoening



Piriformis syndroom


- Beknelling van de heupzenuw (N. ischiadicus)
- Oorzaak: Lokale anatomie
Oorzaak: Trauma (mensen die op hun achterwerk vallen)
- Pijn en ongemak in de bil, uitstralend naar het achterste deel van het bovenbeen
- Verergert bij zitten en bergaf lopen
- Parestesie



- Diagnose: Uitsluiting van andere pathologie
Diagnose: Freiberg test, Pace test
Diagnose: MRI
Diagnose: Neurofysiologie
- Behandeling: Plaatselijke behandeling
Behandeling: Chirurgische tenotomie



Meralgia paresthetica


Meralgia paresthetica of het syndroom van Bernhardt-Roth beschrijft een aandoening waarbij
doofheid, tinteling en brandende pijn wordt gevoeld in het buitenste deel van de dij. Het komt voor
ten gevolge van zenuwbeknelling. Meralgia paresthetica treft meestal mensen van middelbare
leeftijd, en vaker mannen dan vrouwen. Meralgia paresthetica doet zich voor ten gevolge van
beknelling van de kleine huidzenuw van het bovenbeen (de nervus cutaneus femoris lateralis), een
lange zenuw die zich vanuit het ruggenmerg via de lies in het bovenste deel van de dij uitstrekt.
Abnormale beknelling op enig punt van de zenuw kan symptomen veroorzaken.




7

, Greater trochanteric pain syndrome (GTPS)


- Relatief veel voorkomende reden voor laterale pijn in de dij
- Vrouwen, 40-60 jaar oud
- Risicofactoren: Vrouwelijk geslacht
Risicofactoren: Zwaarlijvigheid
Risicofactoren: Rugpijn, scoliose
- Associatie met gluteus medius en minimus degeneratieve scheuren
- Plaatselijke gevoeligheid op de trochanter major
- Diagnose: Echografie
Diagnose: MRI

Conservatief

Fascia lata stretching
Analgesia
Modifcation of activities
Local steroid injection


Operatie

- Open
 Bursectomy
 Tendon repair
- Arthroscopy
 Debridement


Spinaal kanaal stenose


Het onderliggend probleem is een vernauwing van het kanaal waarin het ruggenmerg of de
zenuwwortels liggen. Dit kanaal loopt door de wervels en is soms aangeboren nauw. Anderzijds kan
er door slijtageverschijnselen een toenemende vernauwing optreden. Bijvoorbeeld door uitpuilende
discus hernia’s, artrose van de kleine gewrichten achteraan de rug of door het verouderingsproces
van ligamenten in de rug.



Arteriële vasculaire ziekte


Lijkt op spinaal kanaal stenose maar heeft verschillende symptomen

Symptomen:

- Pijn gelokaliseerd in de kuitspier
- Vaak unilateraal
- Krampachtige pijn
- Door inspanning veroorzaakt
- Lost op met rust


8

, Hamstrings pathologie


- M. semimembranosus
- M. semitendinosus
- M. Biceps femoris

Meestal pijn bij de insertie op het tuber ischiadicum of scheur.

Sportgerelateerd  Voetbal



Diepe veneuze trombose


Peroneale neuropathie


- Meest voorkomende mononeuropathie van de onderste extremiteit
- Plaatselijke druk op de hals van het kuitbeen
- Osteofyt
- Cyste
- Langdurig zitten met gekruiste benen
- Strak gipsverband

EX: Hoe kan je klinisch herkennen wanneer een dropvoet door een L5 probleem komt of door een
peroneus probleem komt?

- Een zenuw heeft aftakkingen: L5 takt ook af naar abductoren  als die geen abductie kan
uitvoeren komt de dropvoet door L5  als die wel abductie kan doen komt de dropvoet door
de peroneus.



Metabole neuropathie


• Diabetes mellitus

• Bilateral symmetrical lower leg pain

• Pain moves form distal to proximal

• Dysesthesia

• Foot ulcer




9

, 3. Degeneratieve aandoeningen van de lumbale wervelkolom

Foramen L4-L5  zenuw L4 komt naar buiten

Zenuw is vernoemd naar bovenliggende wervel

ANATOMIE VAN DE WK = BELANGRIJK (ook
zenuwen)

Er is geen enkel bloedvat of zenuw in de discus

Hoe dan pijn? Buitenste 1/3de van de discus zijn
kleine zenuwbaantjes, als enkel centrale deel
aangedaan is dan voel je geen pijn. Pas pijn

10

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Seizr. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €14,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€14,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter