Volmaakte mededinging mededinging zonder uitzonderingen of vrijstellingen. Het aantal marktdeelnemers is zo groot dat het
marktaandeel zo klein is dat geen enkele marktdeelnemer voldoende invloed heeft om de prijs, vraag of het
aanbod te manipuleren.
- voldoende rivaliteit
- Veel kopers en verkopers
- Product is vervangbaar —> homogeen goed (kopers kijken enkel naar de prijs om te bepalen waar ze het goed
gaan kopen)
- Vrije uittreding tot en uit de markt
Werkbare mededinging Systeem van mededinging met correcties van overheidswege. Nadruk op competitieve marktstructuur.
Mededinging zien als middel om een doel te bereiken. De markt kan beter worden door de toepassing van de
mededingingsregels. Bereid zijn om afwijkingen toe te staan indien een nobeler doel aanwezig is. Er is
evenwichtige mededinging nodig —> eenvoudige regels die ondernemingen zo weinig mogelijk hinderen bij het
uitstippelen van hun optimale strategie
Toetredingsbelemmeringen Maken het moeilijk voor potentiële nieuwe marktdeelnemers om de markt de betreden. Voor een winstgevend
monopolie is het noodzakelijk dat de aanbodzijde is toegedekt door zo’n toetredingsbelemmeringen (geen
nieuwe aanbieders). En daarbij ook geen adequate substituten aan de vraagzijde (dan lopen de consumenten niet
over naar andere producten. Daardoor “heeft de monopolist de markt voor zich en kan hij zijn gedrag daarop
bepalen”. Zo’n barrieres kunnen uitgaan van overheidsoptreden, schaalvoordelen of het gedrag van de spelers
op de markt.
Dead weight loss een monopolie kan hogere prijzen aanwenden dan indien er concurrentie zou zijn (volmaakte mededinging), maar
zijn winst is lager doordat de consumenten minder gaan consumeren. (welvaartsverlies)
het netto verlies voor de samenleving ingeval van monopolies. Een monopolist kan over het algemeen hogere
prijzen aanrekenen dan onder volmaakte mededinging maar zijn winst is kleiner dan het verlies van de
consument/samenleving.
Substitueerbaarheid als de prijzen te hoog zijn voor de consument, is het dan mogelijk voor de consument om een gelijkaardig
product ergens anders te vinden? Zo ja dan is het product substitueerbaar op in die zelfde markt. mededinging
aan vraagzijde: als prijzen te hoog zijn: koopt consument dan een substituut?
Belangrijk bij afbakening relevante markt!
De vraag moet worden beantwoord of de afnemers van de partijen, als gevolg van een hypothetisch geringe
(tussen 5% en 10%) duurzame verhoging van de prijs van de onderzochte producten en in de betrokken
gebieden zouden overschakelen op gemakkelijk verkrijgbare vervangproducten of op leveranciers die elders zijn
gevestigd. JA? Dan zit dat substituut ook nog in de markt.
,Monopolie Marktvorm waarbij er veel vragers zijn en slechts 1 aanbieder
- natuurlijk monopolie: een monopolie waarbij bij de productie van een bepaald goed schaalvoordelen blijven
optreden, hoe groot de omvang van de productie ook is
- Schaavoordelen: een natuurlijke drempel die ondernemingen uit de markt houdt. Wanneer de schaal
toeneemt, nemen ook de voordelen toe.
Waarom is mededingings- Vrije mededinging gaat uit van de gedachte dat de best mogelijke economie zo wordt gecreëerd. Concurrentie
beleid nodig, en als er nood zorgt ervoor dat ook technologische innovatie alle kansen krijgt. Hierdoor is fairplay van ondernemnigen en
aan is, waarom zou het dan overheden absoluut noodzakelijk. Veel ondernemingen zijn grensoverschrijdend waardoor een
Europees moeten zijn? Zou mededingingsbeleid best Europees kan worden georganiseerd. Nationale wetten zijn vaak te verschillend en
nationaal niet volstaan? bieden dus geen voldoende oplossing voor grensoverschrijdende problemen.
Zijn monopolies altijd slecht? Economisch gezien zijn monopolies overwegend slecht; consumenten betalen meer en kopen minder dan onder
volmaakte mededinging. Maar ze zijn niet altijd slecht, bijvoorbeeld bij natuurlijke monoplies en schaalvoordelen
—> elektriciteitsbedrijven. Het is praktisch bijna nietmogelijk dat elk bedrijf zijn kabels zou verspreiden waar hij
wil en met verschillende spanningen gaat werken. Idem voor postbedrijven en spoorwegen.
Is fusiecontrole noodzakelijk Fusiecontrole a priori is vrij is noodzakelijk. Wanneer men fusies pas achteraf zou handhaven is het probleem
in de gemeenschappelijke vaak al gerezen. Hierdoor kan er te veel concentratie ontstaan. Het is daarom beter of fusies preventief te
markt? Waarom? controleren.
Wat zijn de bevoegdheden Hof van Justitie:
van het Gerecht en het HvJ - beroepsprocedures tegen beslissingen van het Gerecht
in mededingingszaken? - Prejudiciële vragen op vraag van nationale rechtbank
- Inbreukprocedures
Gerecht:
- alle zaken die worden ingeleid door natuurlijke personen of rechtspersonen
- Kunnen beslissingen van de Commissie herzien
Is het mededingingsrecht Positieve integratie: op een actieve EU politiek de interne markt tot stand brengen. De lidstaten nemen
een instrument van positieve richtlijnen en verordeningen over. Dat bijvoorbeeld als in een keer een hele sector wordt geliberaliseerd.
of negatieve integratie?
Negatieve integratie: verbodsbepalingen die reeds in het verdrag liggen worden afgedwongen door Europese
instellingen. (bv ook bij vrije markt: op basis van de vier vrijheden worden hindernissen weggehakt). => Dat is
het volgens mij ook bij mededinging.
Waarom speci eke regels Transport en landbouw voldoen niet aan de voorwaarden van het toepassingsgebied van het
voor landbouw en transport? EU mededingingsrecht (ratione materiae).
fi
, Wat is de relatie tussen De interne markt is een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrij verkeer van goederen, personen, diensten en
mededingingsbeleid en de 4 kapitaal wordt gewaarborgd. Die interne markt wordt nagestreefd door enerzijds de 4 vrijheden, die werken ten
fundamentele vrijheden? aanzien van lidstaten. De markt wordt dus heel vrij gelaten, maar deze mag voor de ondernemingen ook niet te
vrij worden. Daarom zijn er mededingingsregels. Tussen deze regels is geen onderlinge hiërarchie, ze hebben een
eigen autonoom toepassingsgebied en kunnen dus naast elkaar worden toegepast.
Mededingingsbeleid = speeltuin van de Commissie, bijna alle bepalingen hebben horizontale rechtstreekse
werking.
Interne markt = meer democratisch gelegitimeerd. Richtlijnen met daarin compromissen, relatief weinig
horizontale rechtstreekse werking.
Wat is de relatie tussen art. - art. 101 VWEU (restrictieve praktijken) en art. 102 (misbruik van machtspositie): beide gericht op
101-102 enerzijds, en art. ondernemingen. Een verplichting vanuit de EU die rechtstreeks gericht is op particulieren. Het gaat om rechten
107-108 anderzijds? En hoe en plichten voor particulieren.
past art. 106 in het geheel? - Art. 107 (staatssteun) en 108: gericht tegen lidstaten
- Art. 106 (publieke ondernemingen, DAEB): referentiebepaling, kan om particulieren gaan maar ook gericht aan
lidstaten
Wat is de verhouding tussen De mededingingsbepalingen in het verdrag zijn ‘middelen’ om de doelstellingen van het verdrag te bereiken.
de mededingingsbepalingen Mededingings als middel om een doel te bereieken. Er kunnen ook hogere doelen zijn waardoor mededinging
in de EU verdragen en de dan genuanceerd kan worden.
doelstellingen van die
verdragen?
Waarom belang - Onderneming: elke entiteit die een economische activiteit uitoefent.
mededingingsbeleid ook - Publieke onderneming: zijn dus ook ondernemingen. Het zijn entiteiten die zich bezighouden met
publieke ondernemingen economische activiteiten (niet altijd) waardoor ook zij voldoen aan het toepassingsgebied (ratione personae)
aan? Artikel 345 VWEU leert ons dat “het Verdrag de regeling van het eigendomsrecht in de lidstaten onverlet laat”. Er
zou dus spraken moeten zijn van een principieel neutraliteitsbeginsel ten aanzien van de keuze van de lidstaat
voor publieke of private eigendom. Dat uitgangspunt is echter uitgehold.
—> verschillende wijzen om ongewenste monopolies aan te pakken
- artikel 18 juncto 4 freedoms
- artikel 106 juncto 101, 102, 107 (of andere VWEU)
- Het principe geldt tav publieke ondernemingen. GEEN afwijkende regels tenzij die strikt noodzakelijk
zijn om de hen opgedragen (belast!) taken van algemeen belang te vervullen, voorzover ze de
verwezenlijking van de interne markt niet onmogelijk maken.
- Harmonisatie op grond van artikel 114 VWEU
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur FCJ21. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.