DOELGROEPEN 1
PERSONEN MET EEN VERSTANDELIJKE BEPERKING
1.1 VOORBEELD
Het verhaal van Ismael (zie cursus)
= verhaal over jongeman van 26 jaar
Pagina 14-15 in de cursus
Het verhaal van Miguel (zie PowerPoint)
Thuissituatie
De 21 jarige Miguel komt uit een sociaal arm gezin.
Schoolsituatie
Heeft zijn onderwijscarrière in buitengewoon onderwijs stopgezet.
Leeft wisselend op straat en thuis.
Sociale omgang
Miguel vertoeft zich vaak tussen jongeren van een bende. Hij is al meermaals opgepakt voor winkeldiefstallen. Nu is hij opgepakt
voor een overval waarbij het slachtoffer ernstig verwond is geraakt.
In de rechtbank
Door zijn gedrag moest hij voor de rechter verschijnen en ziet hij er onverzorgd uit. Als de rechter een vraag stelt, kan hij er
nauwelijks op antwoorden. Omwille van zijn verstandelijke beperking, pleit zijn advocaat ontoerekeningsvatbaarheid.
Interneringswet sinds 2016: mensen met een verstandelijke beperking of een psychiatrische problematiek voor een bepaalde
misdrijven niet verantwoordelijk kunnen gesteld worden omdat ze toerekeningsvatbaar zijn recht op een behandeling in
functie van straf.
1.2 TERMINOLOGIE
1.2.1 VERSTANDELIJKE BEPERKING ALS EEN BEPERKT IQ?
Binet & Simon ontwikkelden in het begin van vorige eeuw een intelligentietest en beschreven een normaal en afwijkend
intelligentiequotiënt wetenschappelijke basis om mensen met VB te definiëren als mensen met een beperkt IQ.
Stoornisdenken = men ging ervan uit dat een VB het gevolg was van een tekort dat geheel in de persoon ligt, en dat in cijfers uit
te drukken is.
Een VB werd aanzien als een persoonskenmerk dat de persoon ten volle typeert mens vond het evident om personen zo te
etiketteren.
Omdat men hen ‘afwijkend’ vond, vond men het ook normaal om hen af te zonderen in apart onderwijs (het begin van ons
buitengewoon onderwijs) en in ‘instituten’.
1.2.2 VERSTANDELIJKE BEPERKING ALS SOCIAAL PROBLEEM?
Eind vorige eeuw kwam er een paradigmaverschuiving zowel de beeldvorming over, als de benadering van personen met VB
veranderde.
Mensen met VB in ‘instituten’ minder goed kunnen ontwikkelen. De ernst van een verstandelijke beperking pas duidelijk wordt
in ‘interactie met de omgeving’. Van stoornisdenken naar een sociaal-ecologische visie.
Een VB ontstaat niet als een persoonskenmerk, maar als een wisselwerking tussen de kenmerken van een persoon en de
verwachtingen en inspanningen van de omgeving waarin die persoon leeft.
Het bewustzijn groeide dat het meer respectvol en terecht was om te spreken van personen met een verstandelijke beperking
of personen met een verstandelijke handicap.
,1.2.3 HUIDIGE OMSCHRIJVING VAN ‘VERSTANDELIJKE BEPERKING’
American Association on Intellectual and Developmental Disabilities (AAIDD) is een international toonaangevende organisatie
die in 2010 een nieuwe wetenschappelijke definitie en model uitbracht.
Functioneringsproblemen
IQ + adaptie
Sociaal, conceptueel & praktische vaardigheden
UITLEG BIJ DEFINITIE
Functioneringsproblemen: problemen in het dagelijks leven. Zoals handelingen, beslissingen, denkprocessen.
Ontstaan door beperkte intellectuele vaardigheden (IQ minder dan 70)
Adaptieve vaardigheden: de mogelijkheden om te beantwoorden aan de eisen van de omgeving.
Conceptuele vaardigheden: taal, lezen, schrijven, geldbegrip, zelfbepaling …
Sociale vaardigheden: interpersoonlijk contact, verantwoordelijkheidsbesef …
Praktische vaardigheden: eten, aankleden, lichaamszorg …
De functionele beperkingen moeten voor de leeftijd van 18 jaar duidelijk worden normaal worden ontwikkelingsstoornissen
al duidelijk kort voor, tijdens of kort na geboorte MAAR in uitzonderlijke gevallen wordt dit pas op latere leeftijd duidelijk.
VB = ontwikkelingsstoornissen.
DUS: VB is niet zomaar een stoornis of persoonskenmerk MAAR een samenspel van factoren waarvan intelligentie er 1 is. + de
verwachtingen en omgeving van de persoon met een beperking bepalen of ze veel/weinig uit de boot vallen.
1.2.4 GEVOLGEN VAN DE NIEUWE DEFINITIE VOOR TERMINOLOGIE
Kies voor de term ‘verstandelijke beperking’ of ‘verstandelijke handicap’ NIET ‘mentale stoornis’ of ‘mentale retardatie’.
People first-benadering = we spreken van PERSONEN met een beperking of een handicap en de termen ‘verstandelijk
gehandicapte’ of ‘mentaal gehandicapte’ zijn niet respectvol, laat staan termen zoals ‘een mongool’, ‘een downer’, …
1.2.5 GEVOLGEN VAN DEZE DEFINITIE IN HET WERKVELD
1.2.5.1 DE DIAGNOSE MAG NIET MEER AFHANGEN VAN IQ-SCORE
CLASSIFICERENDE DIAGNOSTIEK
= nodig om effectief te beslissen wie een verstandelijke beperking heeft nodig om te beslissen of hij/zij in aanmerking komt
voor hulp en ondersteuning.
Voorbeeld: doorverwijzing door het CLB in het onderwijs, het krijgen van ondersteuning bij VAPH, het beslissen
over toerekeningsvatbaarheid in de justitiële sector.
voor het toekennen van ondersteuning wordt ook classificatie toegepast.
Voorbeeld: een PVF-budget.
Een eerste reden: tegenwoordig wordt er kritisch gekeken naar de waarde van intelligentietesten:
Ze zijn weinig afgestemd op culturele verschillen tussen personen normering voor deze tests zijn vb. niet afgestemd
op personen met migratie-achtergrond.
Op het moment dat je IQ-test afneemt, kan de persoon niet tonen hoe ze nog kan ontwikkelen mits de juiste
omstandigheden (weinig stress, goede ondersteuning).
Omdat een intelligentiemeting van de personen met erg zwakke intellectuele mogelijkheden niet goed uitvoerbaar en
dus onbetrouwbaar is.
Context is erg bepalend voor het IQ-cijfer.
Een tweede reden: IQ tussen 70-75 en 80 hebben geen VB = zwakbegaafd door hun ‘te hoge’ IQ-getal worden ze niet
geclassificeerd als persoon met VB MAAR ervaren vaak ernstige tekorten in hun adaptieve vaardigheden.
,Classificerende diagnostiek is voor kinderen onder de 5 jaar onvoldoende betrouwbaar diagnose VB wordt daarop pas op
latere leeftijd gesteld kunnen wel de diagnose globale ontwikkelingsvertraging krijgen.
1.2.5.2 BELANG VAN ADAPTIEVE VAARDIGHEDEN IN DE DIAGNOSE
Adaptieve vaardigheden kunnen ook gescoord worden, onder meer aan de hand van vragenlijsten of observatieschalen.
1.2.5.3 MULTIDIMENSIONALE KIJK OP ELKE PERSOON MET VB
HANDELINGSGERICHTE DIAGNOSTIEK
= het proces waarbij de ondersteuningsvraag van een persoon in kaart wordt gebracht om daarna ook de juiste ondersteuning te
kunnen bieden.
= weten welke aspecten kenmerkend zijn voor een persoon met een VB.
Voor deze handelingsgerichte diagnostiek heeft de AAIDD een specifiek model opgesteld dat in lijn ligt met hun definitie
en achterliggende visie ervan.
Beeldvorming
Moet dimensionaal en ecologisch zijn
Ecologisch: een brede kijk op de verschillende identiteiten van een persoon en hoe die interageren met de omgeving.
Ligt het in de lijn van het diversiteitsdenken.
Over een persoon met VB moet dus ook de context(en) in kaart worden gebracht en dit voor zowel hun negatieve
(belemmerende) als positieve (ondersteunende) invloed.
5 dimensies
= die het menselijk functioneren bepalen (multidimensioneel).
1) Intelligentie: intellectueel vermogen.
2) Adaptief gedrag: verscheidene vaardigheden.
3) Context: interactie met de omgeving in welke maatschappij, in welke familie, welke buurt je opgroeit.
4) Participatie: hoe je directe omgeving of de maatschappij jou betrekt, met je mogelijkheden en belemmeringen, in het
dagdagelijkse leven.
5) Fysieke en psychische gezondheid: gezondheid alle bijkomende problemen bepalen mee je kansen om ondanks je
beperking, je eigen leven uit te bouwen.
Dat alles wordt in AAIDD gepresenteerd in onderstaand model:
Om tot beeldvorming te komen is het belangrijk dat je:
, Oog hebt voor verschillende context(en) waarin een persoon leeft en hoe hij in die verschillende omgevingen
functioneert.
Naast het afnemen van tests of vragenlijsten ook veel oog hebt voor het verhaal van de persoon: wat vertelt hij over
zichzelf of wat vertellen andere personen over hem, hoe zie je hem functioneren (observaties) in dagdagelijkse
contexten. Cijfers of labels alleen volstaan niet.
Zowel de sterktes als de zwaktes in kaart brengt en dat zowel van de persoon zelf als van zijn netwerk en de
omgevingen waarin hij functioneert.
Een totaalbeeld maakt waarin de 5 dimensies aan bod komen en hoe deze elkaar onderling beïnvloeden.
Analyseert welke ondersteuning een persoon al krijgt en welke hij nog nodig heeft om te komen tot een kwaliteitsvol
leven op elk van deze 5 dimensies.
1.3. ETIOLOGIE / VERKLARING
Vanuit de PowerPoint geen percentages vanbuiten leren, maar je moet wel weten welke oorzaken in verhouding het meest
voorkomen en welke minder.
Niet bij elke persoon kan men de oorzaak van zijn VB vaststellen.
Bij personen met een matig of ernstig/ diepe VB is dit meestal aangeboren. (40%)
Bij personen met een licht verstandelijke beperking is dat veel onduidelijker. Bij deze groep is dat slechts bij een minderheid
aangeboren (10à20%). Voor deze groep is de oorzaak vaak onbekend (50%).
We mogen niet vergeten dat een VB vaak niet één oorzaak heeft maar multicausaal is, zoals een gevolg van een aangeboren
kwetsbaarheid of erfelijke aanleg én bijkomend beperkte ontwikkelingsstimulering.
We delen de mogelijke oorzaken van VB in zoals het AAIDD dat doet. Er worden daarbij 2 criteria gehanteerd:
Indeling volgens het ontstaansmoment: Indeling volgens aard van de oorzaak:
Prenataal: voor de geboorte Biomedisch
Perinataal: tijdens de geboorte Door sociale factoren
Postnataal: na de geboorte Door gedrag
Door opvoeding
1.3.1. PRENATALE FACTOR
1.3.1.1. BIOLOGISCHE FACTOR
ERFELIJKE AANDOENINGEN
Chromosomale afwijkingen: een menselijke cel bestaat uit 23 chromosomenparen. Bij 1 of meerdere van deze paren kan er iets
zijn misgegaan.
Vb. down syndroom, fragiel x-syndroom, praderwilli syndroom …
Monogene afwijkingen: chromosome zijn lange dragen waarop genen zitten. Dat kan je voorstellen als blokjes DNA. Er kan een
afwijking zitten in deze genen.
Vb. rett-syndroom
Multifactoriële afwijkingen: in deze gevallen is er een combinatie van problemen in het erfelijk materiaal (genetisch of
chromosomaal) en omgevingsfactoren.
Erfelijke stofwisselingsziektes: zijn stoornissen die verhinderen dat voedingsstoffen worden omgezet in noodzakelijke
lichaamsstoffen. Bepaalde stofwisselingsziektes kunnen een VB veroorzaken (door opeenstapling van ongezonde stoffen in het
bloed die ontwikkeling van hersenen aantast). Bij pasgeborenen wordt hielprik gedaan om bepaalde stofwisselingsziekten te
screenen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur louisemarievanhoeck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.