Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting financiële markten en producten €8,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting financiële markten en producten

 20 vues  1 fois vendu

Module 3: hoofdstuk 1 t.e.m. 3.

Aperçu 3 sur 18  pages

  • Non
  • Module 3: hoofdstuk 1 t.e.m. 3
  • 22 mai 2023
  • 18
  • 2022/2023
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (2)
avatar-seller
HandelswetenschappenUgentMilan
Milan Labale e Financiële markten en producten Module 3 hoofdstuk 1-3



Financiële markten en producten: module 3: hoofdstuk 1 t.e.m. 3
Hoofdstuk 1 meerwaarde banken ........................................................................................................... 2
1. Wat zijn banken? ......................................................................................................................... 2
2. Meerwaarde financieel systeem ................................................................................................. 2
3. Meerwaarde banken ................................................................................................................... 6
3.1. Transforma e door banken ................................................................................................. 6
3.2. Transforma emarge en rentemarge.................................................................................... 7
3.3. Geldschepping door banken ................................................................................................ 8
3.4. Overige taken van banken ................................................................................................. 10
Hoofdstuk 2 producten banken ............................................................................................................. 11
1. Algemene beschrijving .............................................................................................................. 11
2. Beleggingsproducten ................................................................................................................. 12
2.1. Depositoproducten ............................................................................................................ 12
2.2. ICB (product 5 van de bank) .............................................................................................. 13
3. Kredietproducten....................................................................................................................... 15
3.1. Kredieten voor huishoudens ............................................................................................. 15
3.2. Kredieten voor bedrijven ................................................................................................... 16
Hoofdstuk 3 risico’s banken ................................................................................................................... 16
1. Solvabiliteitsrisico’s.................................................................................................................... 16
1.1. Kredietrisico ....................................................................................................................... 17
1.2. Marktrisico......................................................................................................................... 17
1.3. Wisselrisico ........................................................................................................................ 17
1.4. Opera oneel risico ............................................................................................................ 17
1.5. Landenrisico....................................................................................................................... 17
2. Liquiditeitsrisico’s ...................................................................................................................... 17
2.1. Herfinancieringsrisico ........................................................................................................ 17
2.2. Opvragingsrisico ................................................................................................................ 17
2.3. Renterisico ......................................................................................................................... 17
2.4. Wisselrisico ........................................................................................................................ 18
2.5. Reputa erisico ................................................................................................................... 18
2.6. Opera oneel risico ............................................................................................................ 18




1

,Milan Labale e Financiële markten en producten Module 3 hoofdstuk 1-3


Hoofdstuk 1 meerwaarde banken
1. Wat zijn banken?
Kredie nstellingen zijn ondernemingen waarvan de werkzaamheden bestaan in het van het publiek in
ontvangst nemen van gelddeposito’s en het verlenen van kredieten voor eigen rekening.

Een bank doet aan intermedia e (tussenpersoon) en voert volgende taken uit: het werven van
deposito’s alsook het verstrekken van kredieten. Enkel wanneer een onderneming deze beide taken
verricht, kan worden gesproken over een bank.

Voor kredietgevers en kredietnemers zijn er twee kanalen om met elkaar in contact te komen: via de
bank (indirecte financiering) of via financiële markten (directe financiering).

Om van start te gaan moeten we ons twee vragen stellen:

 Wat is de meerwaarde van deze kanalen? Wat is de meerwaarde van het bestaan van een
financiële markt of bank?
 Wat zijn de voordelen van de financiële markt en de bank?

2. Meerwaarde financieel systeem
Het financieel systeem is het geheel van financiële markten en banken. De essen ële func e van het
financieel systeem bestaat erin fondsen van economische agenten die minden dan hun inkomen
besteden en bijgevolg een surplus hebben gespaard te kanaliseren naar economische eenheden die
een tekort aan financiële middelen hebben omdat zij meer willen uitgeven dan hun inkomen.

De overdracht kan via indirecte en directe financiering:

 Indirecte financiering: houdt in dat de fondsen geplaatst worden bij een bank die deze
middelen vervolgens uitleent aan verschillende ontleners. De bank is de financiële
intermediair.
 Directe financiering: rechtstreeks fondsen ophalen bij het publiek van spaarders via emissies
op financiële markten. Bij directe financiering moeten spaarders en ontleners niet
noodzakelijk met elkaar in contact komen.

Het niet aanwezig zijn van een financieel systeem zou uiteindelijk resulteren in een daling van de
welvaart door de economie als geheel. Bij een financieel systeem hee een individu de mogelijkheid
om zich te plaatsen op een hogere nutscurve en dus om zijn welvaart of welzijn te verhogen.




2

, Milan Labale e Financiële markten en producten Module 3 hoofdstuk 1-3


Consump emogelijkheden zonder financieel systeem

Veronderstellingen:

 Twee perioden.
 Dalende rendementen.
 Nut bepaald door C1 en C2: U(C1,C2). U (nut) s jgt in C1 en C2.
 Keuze (C1,C2) maximalisa e nut. Restric e: haalbaar gebied onder en links van
FYL.




Boer Jan verkoopt aardappelen in periode 1 en 2.

In periode 1 zal hij niet al zijn aardappelen verkopen, maar ook een deel opnieuw planten met het
oog op een ruimere opbrengst in periode 2. Deze ac e is gelijk aan de investering.

Accolade ver cale as: waarde opnieuw geplante aardappelen. Accolade ver cale as: waarde van de
extra opbrengst.

De investering leidt tot een lagere consump e in periode 1 (C1 < Y1) en een hogere consump e in
periode 2 (C2 > Y2).

De FYL verloopt concaaf: het rendement van een investering daalt naarmate de omvang van de
investering s jgt. Naarmate er meer aardappelen geplant worden, zal de plantafstand
noodgedwongen verkleinen en zal de oogst lager zijn.

Er kan niet geleend worden. Vandaar dat de blauwe lijn steil naar beneden gaat.

Het nut van Jan wordt bepaald door consump es in periode 1 en 2. Het nut U is in func e van C1 en
C2. We kunnen dus schrijven: U(C1,C2). Als C1 en/of C2 s jgt, zal U ook s jgen.



3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur HandelswetenschappenUgentMilan. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

84251 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter