Gezondheidssociologie
Hoofdstuk 1: Inleiding
1.1 Wat is sociologie?
=wetenschapsdomein/ kennisgebied waardoor we systematisch leren beschrijven en
wetenschappelijke inzichten verkrijgen
-studie van sociologie= hoe gaan mensen met elkaar om in collectiviteiten en wat
zijn die factoren die interactie beïnvloeden
-focussen op collectiviteiten=grote groep die een zekere saamhorigheid kent o.b.v.
gemeenschappelijke waarden en belangen waarin de onderlinge relaties
gestructureerd worden door interactie
● stilstaan hoe mensen met elkaar omgaan
● focus op interactie: hoe interactie/groepen vormen en hoe deze beïnvloed
worden door collectiviteit
● daarbij behoort de maatschappij=omschrijving van collectiviteiten op macro
niveau
- kunnen collectiviteiten analytisch bestuderen op verschillende niveaus:
micro/meso/macro niveau
● samenlevingsverbanden staan centraal en het menselijk gedrag en de
patronen en mechanismen die zich daarin uiten (handelen en interactie,
structuur, cultuur, macht)
● elke collectiviteit heeft een bepaalde structuur en die krijgt vorm binnen in
deze collectiviteit
- =manier van organisatie
- daarin zitten bepaalde relaties/machtsverhoudingen waartoe rollen en
posities toebehoren
- posities die men t.o.v. elkaar opnemen=plaats in de structuur; duidt
aan hoe personen zich tot elkaar verhouden
● structuur=hiërarchie van posities
- gelaagdheid van de maatschappij; sociaal economische
verschillen bv. verschil tussen hogere en lagere klassen
- structuur is een resultaat van posities en die het
functioneren van de groep of collectiviteit en de relaties
tussen leden beïnvloeden
● rollen=bundel van verwachtingen die gekoppeld is aan positie
- bv.kinderen en ouders hun positie is anders: ouders
hebben meer macht, staan hoger in de hiërarchie
- hun rol is ook anders
- Binnen in positie en structuur is macht verbonden: zowel functioneel
als neutraal, dwang …
= het vermogen om de ene actor zijn wil op te leggen aan
andere actor zodat ze hun handelen daarop kunnen toepassen
1
, ● als men misbruik maakt van die macht leidt dit tot chaos
-het zijn mensen die de wereld construeren en die in interactie gaan met elkaar, en
die collectiviteiten maken
● we zijn continu aan het handelen; handelen in relatie met anderen
● nemen beslissingen met anderen, worden begrensd door anderen
-gezin is ook een collectiviteit waarmee mensen interactie met elkaar omgaan
● cluster van mensen die met elkaar omgaan
1.2 Wat is sociale constructie?
-mensen construeren soms structuur
-mensen in een bepaald collectiviteit vormen sociale constructie
● bv.keuzes om artsen, hoofdartsen, verpleegkundige aan te wijzen
structuur= organisatie van posities van sectoren t.o.v. elkaar; in die positie zit een
gelaagdheid en aan die posities zijn rollen verbonden
● aan een positie is macht verbonden, zelfs tegen de wil van anderen bv.ouders
t.o.v. kinderen
- soms niet altijd stabiel; in het begin zijn we volgzaam daarna beginnen
we ons af te zetten → wordt interactie geconstrueerd
-collectiviteiten bestuderen we vanuit het concept structuur
-structuren worden in interactie gereproduceerd maar ook geproduceerd
● via socialisatie handelen we binnen bepaalde randvoorwaarden, maar door
handelen en interactie treden ook veranderingen op in de sociale structuur
-een collectiviteit wordt gekenmerkt door samenhang en menselijke activiteit
● positie is functioneel; wijze waarop mensen zich gedragen in die positie kan
verschillen
● rol=bundel van verwachtingen
- als je in een job een bepaalde functie invult dan worden er bepaalde
gedragingen handelingen van die persoon verwacht
- positie als student anders dan positie van de professor
- rol die professor moet invullen, het gedrag kan persoonlijk variëren
naargelang de studenten
- wat men als individu is kan variëren naargelang gezin, geschiedenis,
waarden (=gemeenschappelijke ideeën van leden van een groep of
collectiviteit over wat zij belangrijk/wenselijk vinden en die het handelen
vormt)
- niet enkel individuele verwachtingen opleggen , maar ook algemeen
-structuren worden in interactie gereproduceerd maar ook geproduceerd
Wat is de structuur van het ziekenhuis OLV?
-binnenin de structuur van het ziekenhuis hebben we bepaalde diensten en
departementen
-eén van die diensten is de kwaliteit en binnen in die cel van kwaliteit heeft een
individu een positie als werknemer
● in die cel kwaliteit ook leidinggevenden, stafmedewerkers enz.
2
, ⇒ concretisering van positie binnen de structuur
-interactie verschilt van dienst tot dienst
-in gezondheidssysteem zijn er bepaalde beroepen die een andere positie invullen
-onze kwalificatieniveaus zijn gekoppeld aan bepaalde posities, maar ook posities
worden gekoppeld aan verwachtingen
bv. afwezig zijn voor een examen of op het werk
● als we ziek zijn wordt een bepaald gedrag verwacht om te aanvaarden dat dit
mogelijk is
● telewerk zorgt ervoor dat we ons anders maatschappelijk gaan bestuderen:
wat er gebeurt in de maatschappij en hoe we ons daarin vormen
● als we ziek zijn wordt er verwacht dat er duidelijk wordt gemaakt naar iemand
met gelegitimeerde macht dat dit soms niet door de beugel kan en niet uit de
collectiviteit worden gestoten
1.3 Wat is normaal en normaliteit ?
-normaal wordt aangeleerd in de collectiviteit en is gekoppeld aan verwachtingen
-normaliteit= wat beantwoordt aan een norm of verwachtingen. die norm geldt
bewust of onbewust, uitgesproken of niet.
● normaliteit is groeps-, tijds- en situatiegebonden
● norm= bindende (ongeschreven) gedragsregels over hoe men zich wel/niet
moet gedragen in sociale omstandigheden
-verwachtingen in bepaalde omstandigheden wordt aangeleerd a.d.h.v.
socialisatie
● wat we denken dat normaal is zijn sociale omstandigheden dat ons werden
aangeleerd bv. dat we ons gedrag/uiterlijk moeten aanpassen
● in termen van verwachtingen gaan we ons anders gedragen
Macht en invloed zijn verschillend van elkaar
-invloed: wereldbeeld beïnvloeden en beïnvloeden hoe we naar bepaalde aspecten
kijken
● heeft niet per se te maken met macht
● invloed is een cultureel proces: het beïnvloeden, het denken zijn belangrijke
concepten
● proces van beïnvloeding
-macht gekoppeld aan positie: om macht uit te oefenen hebben we bronnen nodig
● macht is bewust
● macht is niet per se negatief; is een neutraal concept
-randgebied tussen invloed en macht; invloed kan snel leiden tot macht
bv.influencers die worden gesponsord en geld krijgen
- verschillend van gezag= aanvaardbare, gelegitimeerde macht die wordt aanvaard
● gezag wordt gebruikt om een andere persoon of groep aan te sturen
● gezag kan beïnvloeden
3
, -mensen in een collectiviteit beginnen op elkaar te lijken: leren gedragingen, reacties
door continu met anderen om te gaan
● veel van ons leren heeft te maken met de groepen waartoe we behoren en
hoe we ons daarin integreren
-onze (sociale) identiteit is geconstrueerd voor verschillende collectiviteiten waarin
we functioneren
● =bewustzijn dat iemand tot een bepaalde groep of samenleving behoort en
zich identificeert met rollen, waarden, normen, verwachtingen,... en als
zodanig door anderen behandeld wordt
- spiegelen ons gedrag waartoe we behoren als collectiviteit
● familie, leerkracht hebben een invloed gespeeld op onze identiteit
● als persoon functioneren we in verschillende types collectiviteiten bv.gezin en
een voetbalclub zijn andere collectiviteiten en door het functioneren in die
collectiviteiten proberen we een eigen profiel te vormen
1.4 Cultuur
-cultuur=
● manier waarop we betekenis geven aan bepaalde toestanden
● samenhangende geheel van voorstellingen, opvattingen,
waarden en normen in een collectiviteit die verworven
worden door socialisatie
- bv.getuigen van Jehovah
- is een bepaalde cultuur die gedragsregels naleven die leiden tot
waarden
-cultuur kan machtsposities versterken/verzwakken
● kan verklaringen aanreiken
● bv.bepaalde stijl van de VUB en hoe ze les geven
-waarden= geconnecteerde begrippen, zijn ideeën
● denkbeelden wat men meer belangrijk vindt
● waarden kunnen gevolg zijn van normen
● zijn een richtsnoer voor het denken en handelen
-normen=verwijzen naar regels, gedragsregels
● vaak zijn dit ongeschreven regels, worden in bepaalde omstandigheden
uitgeschreven
● bv.gedragsregels op school, tijdens de les
● wordt in interactie gecreëerd en bepaald de regels waaraan collectiviteit zich
moet aan houden
- regels zijn niet algemeen
● normen moeten veranderen naargelang de omstandigheden
- bv. niet in bikini examen afleggen
● normen zijn een weerspiegeling van de waarden
4