Afschrijvingen zijn kosten die geen uitgaven zijn.
Formule Break even= Constante kosten : (verkoopprijs – inkoopprijs).
Het verschil tussen algemene economie en bedrijfseconomie:
Algemene economie is de tak van economische wetenschap die de economische realiteit zoals
deze de maatschappij beïnvloedt, bestudeert.
Bedrijfseconomie is de wetenschap die keuzeproblemen van bedrijven (en andere
organisaties) bestudeert. Het is het raakvlak tussen bedrijfskunde en economie.
Verschil algemene economie en bedrijfseconomie?
De algemene economie: houdt zich bezig met de vraagstukken die samenhangen met het streven
naar welvaart van de mens: hoe kan iemand optimaal voorzien in goederen en diensten, dat wil
zeggen met zo gering mogelijke opoffering van middelen.
De bedrijfseconomie: richt zich op het economisch handelen binnen de productorganisaties,
gewoonlijk bedrijven genoemd. Productie dient hier ruim opgevat te worden: het gaat niet alleen om
de productie van fysieke goederen, maar ook om de handel en het verlenen van diensten.
Een productieorganisatie is ook een onderneming.
In een productieorganisatie worden productiemiddelen bij elkaar gebracht en vervolgens in
een productieproces omgezet in producten.
Productieproces:
Kenmerken van een onderneming:
Een onderneming heeft winststeven, de ondernemingsdoelstellingen: laag mogelijke
kosten, winstmaximalisatie en omzetmaximalisatie.
Phoebe van der Heijden
,Het winstcijfer is een maatstraf voor → effectiviteit als efficiëntie: het is immers het saldo
van de omzet en kosten.
Ondernemingen streven naar continuïteit.
Om het voort bestaan van de onderneming te verzekeren, is het behalen van een winst
echter noodzakelijk, alleen dan beschikt de onderneming over de financiële middelen om
zelfstandig te kunnen overleven. Voor de continuïteit van de onderneming is het dan wel
noodzakelijk dat het winststreven dan ook vanuit het langetermijnperspectief bekeken
wordt.
Vragen:
Rechtspersoon: zelfstandig lichaam met een eigen vermogen en eigen rechten en verplichtingen.
(NV, BV, coöperatie).
Leiding en eigendom gescheiden: Er is een scheiding tussen de leiding en het eigendom, aangezien er
dus aandeelhouders zijn die een directie kunnen aanstellen of ontslaan, waarbij die directieleden dus
zelf geen aandelen hoeven te bezitten.
Hoe financiering met eigen vermogen: Eigen vermogen kan gefinancierd worden met spaargeld of
door aandelen in de onderneming uit te geven.
Aansprakelijkheid: een eenmanszaak is volledig aansprakelijk, een vennootschap onder firma is
iedere vennoot hoofdelijk aansprakelijk. Bij een NV of een BV ben je aansprakelijk tot de inbreng en
de stichting of vereniging is niet aansprakelijk.
Fiscale positie: Bij de fiscale positie wordt het verschuldigde vennootschapsbelasting over het
voorgaand boekjaar berekent. Het gaat hierbij dus om de positie van de vennootschapsbelasting. Er
wordt in de fiscale positie beschreven hoeveel belasting u in het afgelopen jaar heeft betaald.
Publicatieplicht: de verplichting om financiële jaarcijfers te deponeren bij het handelsregister van
koophandel.
Leerdoelen:
1. Hoe kunnen we de financiële structuur van een onderneming (balans en
resultatenrekening) beoordelen?
Phoebe van der Heijden
, 2. Wat zijn de hoofdvormen van financiering?
3. Hoe kunnen we de kosten en kostprijs bepalen?
Een balans is een overzicht van de bezittingen (activa = investering), en het vermogen (passiva =
financiering) van een onderneming op een bepaald moment.
Activa: op volgorde liquiditeit. Vaste- en vlottende activa.
Passiva: eigen- en vreemd vermogen.
Pas op: passiva zijde is vermogenszijde niet schulden!
Pas op: eigen vermogen is niet hetzelfde als liquide middelen
Vaste activa: (> 1 jaar)
Voorbeelden: gebouwen (vastgoed), inrichting, bedrijfsauto, financiële vaste activa, immateriële
vaste activa etc.
Vlottende activa: (< 1 jaar)
Voorbeelden: voorraden, debiteuren, bank (rekening courant), kas (Liquide middelen) et
Er kan vermogen worden aangetrokken door het eigen vermogen en het vreemd vermogen.
Phoebe van der Heijden
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur phoebevanderheijden1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.