R.-K. Godsdienst 2
Hoofdstuk 1: de woordenschat van het christendom in de les r.-k. Godsdienst
Jezus riep op tot het realiseren van het Rijk Gods
- Het Rijk Gods realiseren
- Parabels; een boer die zaait, het mosterdzaadje
- Een vb; krantenartikel: ‘Wij zijn hier altijd en dat geeft hen rust
o Hoe proberen de mensen hier mee te werken aan Gods droom?
De zusters van Don Bosco bieden kansarme vrouwen (en hun kinderen) onderdak
aan. (Zie p. 18 cursus)
- Een parabel: wat je voor de minsten hebt gedaan
Jezus heeft oog voor het welzijn van alle mensen
- Ieder mens – onafhankelijk zijn van afkomst, rijkdom,… - heeft recht op welzijn.
- Uitgesloten —> ‘genezing’ ‘wonder’ —> erbij horen
- Wie kan christen worden?
o Grote discussie in eerste kerkgemeenschap
o Iedereen: joden, besneden en niet-gesnedenen, Romeinen,…
- Besef dat God er is voor iedereen die voor hem openstaat.
Zie Petrus, Cornelius en Marcus
Jezus zorgt voor controverse
- Lief en zeemzoet? Of toch niet?
o Zo worden de verhalen verteld en wordt Jezus zo voorgesteld, maar Hij is geen softy
- Farizeeën: - Jezus:
o Stipte naleving van de wet o Geest van de wet
o Strenge godsvisie o God is Abba (betekent ‘papatje’
—> God is dichtbij)
o Sabbatwet: heilig o Mens gaat voor op de wet
o Streng ten opzichte van zondaar o Mild en vergevingsgezind
o Tempel en handel belangrijk o Tegen de handel in de tempel
(gelovig zijn zonder winst te maken)
- Romeinen
o Jezus zorgde voor onrust, gespannen, volksopruier politieke situatie
De Heilige Geest?
- ‘Levensadem’ van God
- Pinksteren: begeestering, en-theos-iasme (God zit in jou)
o Verhaal van Pinksteren
Apostelen waren verdrietig om Jezus, er waaide wind in de hut, apostelen werden
aangezet om Jezus’ verhaal verder door te vertellen en te verkondigen
- Gods Geest nodigt mensen uit om doodse situaties achter te laten en tot LEVEN te komen…
Dode momenten overmeesteren en een lichtpuntje zien
Averechts i.f.v. Het menselijke doen —> boodschap van het christendom
1
,Op de kruispunten van het leven: 7 sacramenten
- Horizontale en verticale verbondenheid
- God is mensen nabij in sacramenten
- Godsnaam = JHWH (= ik ben, die ben = ik ben die geweest is, ik ben die zal zijn: ik was er in het
verleden, ik ben er nu en ik zal er ook altijd zijn)
- 7 sacramenten kan je onderverdelen:
o Initiatie-sacramenten (initiatie = iemand inwijden)
Het doopsel
Het vormsel
Eucharistie
o Engagement van de gelovige
Het huwelijk
De priesterwijding
o Steun geven (bij het lijden)
Ziekenzalving
De biecht (= sacrament van de verzoening)
Gevaar voor ritualisme
- Lege dozen: rituelen worden uitgevoerd, maar de dieperliggende betekenissen worden niet
aangehaald
- Bij kinderen: zorg dat ze betekenis van symbolen snappen
2
,Hoofdstuk 2: Hoe lezen we Bijbelverhalen?
- Weten wat de context is
- Wat achtergrondinformatie
- Figuurlijk bekijken, niet al te serieus nemen
Bijbelse verhalen zijn geloofsverhalen
- Geen betrouwbaar historisch verslag van gebeurtenissen uit het verleden
- Een geloofsgetuigenis over
o De werkelijkheid
o De relatie tussen God en het volk Israël
o De relatie tussen God en mens
- God verhalenderwijs gevat in verschillende beelden
o God als adelaar
o God als moeder
o God als wolk
o …
Uit getuigenis: God is/als:
o Iemand die er is
o God is verliefd
o Een cadeau: goede dingen doen
Bijbelverhalen zijn meerduidig
- 2 redenen
o Bijbelverhalen zijn geschreven in symbolische taal
o Onze eigen levenservaring bepaalt hoe we Bijbelverhalen interpreteren
Als je iets meemaakt loop je tegen verhalen van anderen aan die hetzelfde hebben
meegemaakt, terwijl je vroeger er niet echt aandacht voor had (bv. Slachtoffer van
pestgedrag)
Symbolische taal
- Eerste taal (letterlijke taal) en tweede taal (symbolisch/figuurlijke taal) : ‘ik deel hier de lakens uit!’
o Eerste taal: letterlijk lakens uitdelen om het bed op te maken
o Tweede taal: ik maak hier de beslissingen, ik ben de baas
- Letterlijk en figuurlijk
o Bv. Je bent tegen de lamp gelopen
o Op de pwp dia 6; nieuwsgierig zijn en branden van nieuwsgierigheid
- Bijbelverhalen (~symbolen)
o Eerste taal of ‘de buitenkant’
o Tweede taal of ‘de dieperliggende betekenis’
o Bijbel geschreven met bedoeling geloofsverkondiging
Via leessleutels
- Woorden/zinnen uit Bijbeltekst —> betekenis
- Sleutel om de tekst te onthouden
- Oefenen: waaraan denk jij als je water hoort?
o De zee
o Druppels
o Dorst
o Waterval
o Rust
o Negatieve kant: wateroverlast
o …
3
, - Leessleutel: persoonsnaam
o Legt betekenis en/of rol uit van de persoon: het levensprogramma van de persoon
Jezus (Jesoeja: God redt): de mens wie God als redder werd ervaren
Mozes: hij die uit het water is getrokken (werd op een mandje gelegd en door de
dochter van de farao gevonden), hij die uit het water trekt (redt mensen uit Egypte)
- Leessleutel: plaatsen en namen
o Egypte: slavernij
o Jeruzalem: beeld voor utopische/ideale stad van vrede >< Jericho: beeld voor verval, bederf,
kwade
o Woestijn: plaats van eenzaamheid, ontbering en beproeving
Jezelf verliezen
Tot jezelf komen en jezelf vinden
o Plaats: ook de plaats die iemand inneemt in de groep
Langs de kant van de weg, verborgen in de boom: niet meetellen,
uitgesloten/uitgestoten zijn (ziek, lam, doof, blind, melaats)
Genezen worden: gezien worden, meetellen, aanvaard worden
- Leessleutel: berg
o Plaats van uitzicht, overzicht, inzicht
o Verbindingspunt tussen hemel en aarde (cfr. Vroegere wereldbeeld)
o Ontmoeting tussen God en mens (cfr. Vroegere wereldbeeld)
o Hoogtepunt, topervaring
o Hemelvaart: Jezus hoort bij God
- Leessleutels: Getallen en tijdsaanduiding
o 3: drukt volmaaktheid uit, verwijst naar God
o 7: altijd moet je elkaar vergeven, scheppingsverhaal; aarde en zee geschept, 7 sacramenten
o 12: twaalf stammen van Israël, 12 leerlingen = volk van Israël
o 40: lange tijd van beproeving, tijd om na te denken, te vasten, tijd om er anders uit te komen,
tijd die je nodig hebt om nieuw te worden
o 666: getal van het kwade
- Leessleutel: water
o Grote oppervlakte water (meer van Galilea, Rietzee) = risico, wat het keven en geluk van
mensen bedreigt, onheil
o ‘Over water lopen’: bedreiging trotseren vanuit vertrouwen: het komt goed!
- Leessleutel: dood en leven
o (figuurlijk) dood zijn midden in het leven
Vb. Na een drukke dag plof je in de zetel en mentaal ben je er niet klaar voor om uit
de zetel te komen, verlamd zijn, blind zijn
Je kunt een keuze maken om effectief te leven
Bv. Alzheimer, depressie; geen eigen keuze
o Leven (symbolisch): echt leven, alle mogelijkheden van het leven waarmaken
o ‘Uit de dood opstaan’ gaat dus niet in de eerste plaats om een keven na de dood (letterlijk)
maar om de figuurlijke betekenis
Hyperlinks naar andere verhalen
- Bepaalde Bijbelverhalen verwijzen naar ‘hyperlinks’ naar andere verhalen. Deze verwijzingen helpen
je beter om tot diepere betekenis van het verhaal te komen.
o Mandje van Mozes —> ark van Noach (Tebah of doos in het Herbreeuws)
o Doden van de pasgeborenen door Herodes (evangelie van Matteüs) verwijs naar de moord op
de joodse jongetjes door Farao in Egypte —> Jezus is de nieuwe Mozes
Onze levenservaring kleurt onze kijk
- Lees het Bijbelverhaal ‘Jezus en Bartimeüs’ in de cursus
4