Dit is een uitgebreide samenvatting van het vak Spijsvertering (E03Y7B), morfologie, gegeven door prof. Sagaert. Deze samenvatting bevat alle informatie om hoge punten te halen voor dit onderdeel.
Spijsvertering
Morfologie (prof. Sagaert)
Spijsverteringsstelsel
Functie
- Propulsie
o Voortstuwen van voedsel van mond naar anus (peristalsis)
- Vertering
o Zure pH maag
o Enzymes speekselklieren, maag, pancreas
- Absorptie
o Water en voedingsstoffen dunne darm
- Detoxificatie
o Opgenomen voedingsstoffen lever
- Secretie
o Interne en externe giftige substanties colon
- Afweer
o Immuunsysteem GALT
Opbouw (macro- en microscopie)
- Buisvormige organen
o Mond, pharynx, slokdarm, maag, dunne darm en dikke darm
- Vaste organen
o Speekselklieren (mond), alvleesklier (dunne darm), lever (dunne darm)
- Histologie
o 4 lagen:
Mucosa
Epitheel (+ basale membraan)
o Variatie in epitheel volgens locatie in gut
(niet verhoornd) meerlagig plaveisel mond –
slokdarm + meest distale uiteinde anaal kanaal
(samengesteld) eenlagig cilindrisch cardia maag –
anus
Lamina propria
o Losmazig bindweefsel, capillairen, GALT, zenuwvezels
Muscularis mucosae
o Dun laagje glad spierweefsel
Submucosa
Losmazig bindweefsel
Submucosale klieren
GALT
Bloedvaten
Autonome zenuwplexus
o Oppervlakkig: plexus van Meissner
Tegen muscularis mucosae
o Diep: plexus van Henle
Tegen tunica musculosa
, Musculosa (muscularis propria)
Twee orthogonale lagen glad spierweefsel:
o Tunica muscularis interna: ringvormig (circulair)
o Tunica muscularis externa: longitudinaal
Evenwijdig met maagdarm-lengteas
Derde (schuine interne) spierlaag in de maag
Zenuwplexus: plexus myentericus/van Auerbach
o Tussen beide spierlagen in een zeer dun bindweefselseptum
Adventitia/serosa
Bind- en vetweefsel
Serosa: bekleed door peritoneum (buikvlies) maag + darm
o Laagje bindweefsel (subserosa), bekleed met een éénlagig
plaveiselepitheel
Het mesotheel van het vicerale peritoneum
Adventitia: niet bekleed door een vlies slokdarm + rectum
Bevloeiing (ex. mond en pharynx)
- Arteriën
o Aorta abdominalis: bevloeit de infradiafragmatische buikorganen
a. phrenicae inferiores
a. suprarenalis superiores
Truncus coeliacus
a. lienalis
a. gastrica sinistra
a. hepatica communis
o a. hepatica propria
o a. gastrica dextra
o a. gastroduodenalis
a. mesenterica superior
a. suprarenalis mediae
a. renalis
a. suprarenalis inferiores
a. testicularis/ovarica
a. mesenterica inferior
Ruggenmerg arteries
o Collaterale arteriële circulatie
Alle bloedvaten anastetaseren
Als één bloedvat uitvalt toch nog bevloeiing
o Grotere arteriën: longitudinaal verloop in submucosa en serosa
Kleine takken: loodrecht naar muscularis en mucosa
- Venen
o Vanaf de darm eerst naar de lever (detox)
o Alleen intraluminale klep wanneer in adventitia/serosa
- Lymfevaten
o Sterk ontwikkeld (vooral in de vlokken van de dunne darm)
o Niet aanwezig in de mucosa van het colon en de maag
,Bezenuwing
- Complex neuraal netwerk vanaf upper oesophageal sphincter (UOS) tot aan de onderrand
inwendige anale sfincter
- Somatische zenuwstelsel
o Mond en pharynx
- Autonome zenuwstelsel
o Slokdarm, maag, dunne- en dikke darm, speekselklieren, alvleesklier, lever
- Functies:
o Waarneming van verandering (sensatie) via sensoriële receptoren
Sensorische input
o Interpretatie van deze waarneming (integratie) en reactie via effector organen
Motorische input
- Synaps tussen
o 2 neuronen
o Neuron en spiercel
o Neuron en kliercel
- Aganglionaire plexus: bidimensioneel, polygonaal netwerk van zenuwbundels
o Axonen en/of dendrieten van neuronen en hun gliacellen
o Geen zenuwcellichamen aanwezig in de zenuwbundels
- Ganglionaire plexus: bidimensioneel, polygonaal, geknoopt netwerk
o Knooppunten zijn ganglia
In elk ganglion zijn er, via synapsen, zeer complexe interacties tussen
aanwezige zenuwcellichamen en hun axonen en dendrieten
axonen en/of dendrieten van naburige en meer afgelegen
zenuwcellichamen
o Interganglionaire verbindingen: de zenuwbundels, die gliacellen en de axonen en/of
dendrieten van de zenuwcellichamen uit naburige (en meer afgelegen) ganglia
bevatten
- Opbouw
o Anatomisch
Centraal zenuwstelsel
Hersenen, ruggenmerg, bindweefselige hulzen (meningen)
Perifeer zenuwstelsel
Zenuwuitlopers (van craniale en spinale zenuwen)
o 2 soorten:
Afferent/sensorisch: aanvoer prikkels
Efferent/motorisch: uitvoeren acties
Motorische actie (spieren)
Secretoire actie (klieren)
o Functioneel
Somatische (willekeurige) zenuwstelsel
Bewust
o Controle van gewilde bewegingen van skeletspieren
o Bewustzijn (relatieleven)
Autonome (viscerale) zenuwstelsel
Niet bewust
o Orthosympatische ZS
NT: adrenaline actie
o Parasympatische ZS
NT: acetylcholine relaxatie
, o Histologie
Zenuwcellen (neuronen)
Cellichaam met celkern (perikaryon)
o Collectie in CZS: kern (nucleus)
o Collectie in PZS: ganglion
Celuitlopers
o Dendrieten (afferent)
o Axon (efferent)
Celmembraan
Steuncellen (gliacellen)
- Craniale zenuwen
o Mond, pharynx en speekselklieren
1. N. olfactorius
o Ruiken
o Bulbus olfactorius
2. N. opticus
o Zien
o Sensorische zenuw
o Kruising in chiasma opticum
Laterale helft: zelfde zijde
Mediale helft: contralaterale zijde
o Tractus opticus naar de thalamus (synaps)
o Radiatio optica naar occipitale cortex
3. N. oculomotorius (P)
o Parasympatisch autonoom
Constrictie van pupil (pupilreflex)
Hersenstam is beschadigd als de pupil breed blijft als je in de ogen
schijnt
o Oorsprong: middenhersenen
o Motorisch: bezenuwt de oogspieren (beweeglijkheid oog)
4. N. trochlearis
o Bezenuwt de m. obliquus superior
5. N. trigeminus
o Sensorisch
Huid gelaat
Oog
Neus en mondholte
Gevoeligheid (slijmvlies)
o Motorisch
Kauwspieren
Spieren mondvloer
o Ganglion van Gasser
Verzameling van celkernen van sensorische zenuwtakken
o 3 takken:
N. opthalmicus (S)
N. maxillaris (S)
N. mandibularis (S + M)
6. N. abducens
o Bezenuwt de laterale oogspier
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur RCB. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.