Ontwikkelingsstoornissen bij Kinderen en Adolescenten (P_BONWKA)
Établissement
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
In deze samenvatting staan zowel de hoorcolleges als de literatuur. De hoorcolleges worden in het blauw aangevuld met belangrijke dingen die de professor gezegd heeft en in het rood dingen die onbelangrijk bleken uit het college. De literatuur heb ik zo volledig mogelijk geprobeerd samen te vatten....
ontwikkelingsstoornissen bij kinderen en adolescenten
ontwikkelingsstoornissen bij kinderen en adolescenten vu
ontwikkelingsstoornissen bij kinderen en adolescenten vrije univ
École, étude et sujet
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Psychologie
Ontwikkelingsstoornissen bij Kinderen en Adolescenten (P_BONWKA)
Tous les documents sur ce sujet (2)
1
vérifier
Par: lamafalouji • 6 mois de cela
Vendeur
S'abonner
joellevos
Avis reçus
Aperçu du contenu
Ontwikkelingsstoornissen bij Kinderen en Adolescenten
Hoorcollege 1 – Autisme
Wat is een spectrum?
FILMPJE
Theory of Mind (ToM)
- Inlevend vermogen
- Inzicht dat mensen een subjectieve beleving hebben van de werkelijkheid, en dat mensen
handelen op basis van deze subjectieve beleving
o Subjectieve beleving = ‘’mentale toestanden’’ (gedachten, wensen, gevoelens)
- Meta-representatie
ToM meten
- Als ander verkeerd idee/representatie heeft
o … kun jij dan correct voorspellen wat die persoon zal doen?
- False belief taak
o Zeer vaak gebruikt in de literatuur en praktijk
Unexpected transfer task – Perner en Wimmer (1983)
False Belief task (FB)
,Voorlopers van ToM
VIDEO
Impliciete en expliciete ToM
Impliciete ToM
- Ontwikkelt vroeg, Quick and dirty
- Blijft beperkt bij autisme
Expliciete ToM
- Ontwikkelt later, accuraat maar traag
- Loopt achter bij autisme, maar kan verbeteren
- Bron van compensatie
Executief probleem: flexibiliteit, werkgeheugen
ToM meten
- ToM is meer dan slagen op FB test
- ToM: capaciteit of motivatie?
- Mentalizeren
ToM meten
- Test ontwikkeling
- Link tussen ToM (impliciet/expliciet) en dagelijks functioneren
o Validiteit ToM taken
- Onderliggende neurologische processen
- Inlevend vermogen van mensen met ASS anders, maar niet per se minder goed
ToM en autisme
Universaliteit
- Ook ToM bij schizofrenie, psychose
- Te veel mentalizeren/hyperempathie
- Psychopathie: beperkt affectief/invoelend vermogen
- Dubbele dissociatie autisme-psychopathie
o Autisme wel invoelen, niet inleven?
o Psychopathie wel inleven, niet invoelen?
➔ Populaire hypothese → geen duidelijke empirische ondersteuning
Double empathy problem
- Wie moet zich in wie inleven?
- Damian Milton
- ’Autistic empathy is no less compassionate, no less thoughtful, no less ‘human’ than non-
autistic empathy: it is simply different’
Teveel empathie?
- Hyper empathy?
- Link overprikkeling – sociale kwetsbaarheid
o Intense World Theory
o Empathic Disequilibrium
▪ Autisme: Meer emotionele dan cognitieve inleving Shalev e.a., 2022
,Executieve functies
- Paraplu term
- Vaardigheden die nodig zijn voor adequaat en doelgericht gedrag
o Tijdelijk onthouden van informatie (werkgeheugen)
o Stoppen van gedrag (inhibitie)
o Vooruitdenken (planning)
o Veranderen van gedrag (flexibiliteit)
- Starten, veranderen en stoppen
- Cognitieve vaardigheden die nodig zijn voor doelbewuste en doelgerichte activiteiten
Executieve functies (EF)
- Lab test
- Taak elementen van belang
- WCST: weinig structuur, flexibiliteit en inhibitie
o Problemen bij autisme
o Bij meer structuur in taak: minder problemen autisme
o EF probleem = afstemmen/integreren EF capaciteiten?
EF en autisme
Verband EF – autisme symptomen onduidelijk
- EF minder, dan ook minder autisme?
o EF training: kleine effecten
o EF ontwikkeling: normatieve verbetering
▪ ASD: vertraagd en atypisch, verschilt per EF subdomein
▪ Leeftijd speelt een rol
- EF problemen zijn niet specifiek voor autisme
o Ook EF problemen bij ADHD, Tourette syndroom, en leerstoornissen
o Autisme – flexibiliteit; ADHD – inhibitie
- Gerelateerde begrippen (vgl EF)
o Cognitieve controle: focus op brein mechanismen
o Open versus gesloten systemen
▪ ASS: benaderen open systemen als gesloten systemen
▪ Niet EF, maar onvermogen met open systeem om te gaan
o Moeite met in actie komen uit eigen motivatie/intentie
Centrale coherentie (CC) = natuurlijke tendens om samenhang te zien tussen meerdere stimuli
- Zwakke centrale coherentie = focus op details (door de bomen
het bos niet zien)
- Sterke centrale coherentie = focus op geheel (door het bos de
bomen niet zien)
Hidden figures/Navon task
,Blokpatronen
Luggagge screening task – Gonzalez et al. 2012
,Centrale coherentie theorie
- Zwakke centrale coherentie
o Deficit model
- Enhanced Perceptual Functioning
o Superieure lokale verwerking bij ASS
o Atypische verwerkingsstijl
- Theoretisch bewijs?
o Meta analyse: Van der Hallen ea. 2015
o Veel contradicties!
o Autisme: trager globaal (vooral bij conflicterende lokale stimuli)
o Grote taak afhankelijkheid
o Globaal en lokaal verwerken onduidelijke constructen
o Niet zelfde dimensie
o Stijl ipv deficit
ToM, CC, EF
Underlying problem: inflexibility
- Betekenis verlening
- Prikkel verwerking
- Cognitief
- Sensorisch
Dual system approach
- To be continued…
Interactive Drawing Test – Dr. Tineke Backer van Ommeren
- Wanneer je met het kind met ASS mee tekent in zijn/haar onderwerpen zal hij/zij meer mee
gaan doen, dan wanneer je vasthoudt aan je eigen onderwerp (huis)
- Als het onderwerp van een gesprek met iemand met ASS over zijn/haar interesse gaat praat de
persoon graag mee, maar wanneer het om een ander onderwerp gaan, dan minder
- Meisjes met ASS doen het beter dan jongens met ASS
- Maar meisjes met ASS doen het alsnog minder goed dan jongens zonder ASS
,Milde intellectuele beperkingen (Wisc total IQ 50-85)
Joint attention = als een baby en een verzorger hun aandacht tegelijk vestigen op hetzelfde object en
dit beide beseffen
- Een baby kan dan makkelijk woorden en het begrip van woorden leren
Literatuur Executieve Functies – Hilde Geurts, Lien van Eylen en Marieke de Vries
Achtergrond
Het gedrag van mensen met Autisme Spectrum Stoornis (ASS) lijkt erg op dat van mensen met
frontaal hersenletsel.
➔ Namelijk executief disfunctioneren = problemen met het starten, stoppen en aanpassen van
gedrag: moeite met …
o Initiatief nemen
o Zichzelf motiveren
o Rigiditeit (= vasthouden aan patronen en structuren)
o Persevereren (= repetitief gedrag)
o Overmatige aandacht voor details
o Weinig rekening houden met sociale conventies (maatschappelijke norm)
Belangrijke cognitieve processen:
- Werkgeheugen/plannen
o Juiste stappen kiezen om tot een juist resultaat te komen
- Inhibitie
o Dingen letterlijk nemen
o Moeite met prikkels negeren
o Stereotiepe en repetitieve gedrag
- Cognitieve flexibiliteit/mentale schakelvaardigheden
o Structuur en voorspelbaarheid nodig
Stand van zaken
Er wordt tegenwoordig niet meer verondersteld dat problemen in EF de primaire oorzaak zijn van
ASS. Er worden testjes gedaan om EF te testen: Wisconsin Card Sorting Test
- 128 kaarten moeten worden gesorteerd op kleur, vorm of aantal
- De onderzoeker heeft een sorteer principe in gedachten en de geteste persoon dient te
achterhalen wel principe dit is op basis van feedback
- De onderzoeker wisselt een aantal keer (zonder dit te vermelden) van sorteerprincipe
, - Cognitieve inflexibiliteit → iemand blijft ondanks negatieve feedback relatief lang op het
oorspronkelijke principe van sorteren
- Cognitieve flexibiliteit → iemand past zich aan naar het nieuwe principe van sorteren door de
negatieve feedback
Huidige visie: mensen met ASS vertonen naast EF-problemen ook andere cognitieve kenmerken
(zoals beperkte ToM en zwakke CC) en elk van die cognitieve kenmerken verklaart een deel van de
symptomen.
Ontwikkelingsperspectief
Executieve functies (EF) ontwikkelen zich gedurende de levensloop, zowel bij mensen met als zonder
ASS. Voornamelijk het frontostriatale circuit is belangrijk voor de ontwikkeling van EF’s.
- De EF’s zijn al meetbaar vanaf een leeftijd van 1 jaar
- EF’s verbeteren tot ze een volwassen niveau bereiken
- Op veel latere leeftijd nemen de EF’s weer wat af
Eerst ontwikkelen werkgeheugen en inhibitie zich, daarna flexibiliteit en planning.
- EF’s ontwikkelen zich vertraagt en anders bij mensen met ASS
- Planningsvaardigheden lijken zich bij jongere kinderen met ASS sneller te ontwikkelen dan
bij kinderen zonder ASS
o Al halen ze uiteindelijk niet hetzelfde niveau als de kinderen zonder ASS
- Ouderen (54-83jaar) met ASS blijken nog nauwelijks EF-problemen te hebben
Specificiteit en universaliteit
- Mensen met ASS hebben meer problemen met cognitieve flexibiliteit dan mensen met ADHD
- Mensen met ADHD lijken meer inhibitieproblemen te hebben dan mensen met ASS
Sleutelonderzoek 1: executieve functies – Pennington & Ozonoff
- Autisme is waarschijnlijk niet geassocieerd met problemen op alle EF-domeinen
- Er was een ‘’dubbele dissociatie’’ tussen ASS en bijvoorbeeld ADHD
o Er zou sprake zijn van een werkgeheugenprobleem en geen inhibitieprobleem
o Het tegenovergestelde werd verwacht bij ADHD
- Uit vele vergelijkende klinische onderzoeken werd snel duidelijk dat de dissociatie niet zo
eenduidig was als ze veronderstelden → dit heeft ertoe geleid dat EF-problemen niet meer als
enige primaire oorzaak van ASS wordt gezien
Cognitieve controle
- Distractorinterferentie = het onderdrukken van informatie die op dat moment aanwezig maar
niet relevant is
- Proactieve interferentie = het onderdrukken van informatie die eerst wel relevant was maar
nu niet meer
Net als bij EF’s is het bij cognitieve controle belangrijk dat het vereiste gedrag niet alleen een reactie
is op externe actoren, maar dat het ook zelfgestuurd is.
- Bij mensen met ASS lijkt de intentie er vaak wel te zijn, maar is het moeilijk deze om te zetten
in daadwerkelijke actie
Open en gesloten systemen
De theorie van open en gesloten systemen = als er meer structuur geboden wordt en de
vrijheidsgraden beperkt worden ervaren mensen met ASS minder problemen (of presteren zelfs beter)
dan mensen zonder ASS
- Mensen met ASS hebben moeite met open systemen (X zal niet tot een vaste uitkomst leiden)
, - Mensen met ASS hebben minder moeite met gesloten systemen (X leidt altijd tot Y)
Theory of Mind en zwakke centrale coherentie
Sleutelonderzoek 2: sociale interactie, communicatie en repetitief gedrag – Happé, Ronald & Plomin
- De drie kernproblemen (EF, ToM en CC) zijn onafhankelijk van elkaar en hebben ieder een
andere oorzaak
- Het is belangrijk om onderzoek niet zozeer te richten op ASS als één eenduidig beeld met één
verklaring, maar juist op de drie symptoomdomeinen afzonderlijk
Executieve functies in de klinische praktijk
Mensen verschillen in het type EF-problemen die ze ervaren en iemand zijn EF-profiel kan ook
veranderen gedurende verschillende levensfases.
Conclusie
De EF-theorie geeft inzicht in waarom mensen met ASS onder bepaalde omstandigheden wel
problemen ervaren en onder andere omstandigheden niet.
- Mensen met ASS ervaren vaker problemen in situaties met veel vrijheidsgraden en waar veel
informatie dient te worden geïntegreerd
o Hieruit kan niet worden geconcludeerd dat EF-problemen de primaire oorzaak van
ASS-symptomen vormen
- EF-problemen zijn niet universeel noch specifiek voor mensen met ASS
- Samen met de theorieën inzake zwakke CC en ToM verklaart de EF-theorie de problemen die
mensen met ASS ervaren in het dagelijks leven
Literatuur Theory of Mind – Anke Scheeren en Sander Begeer
Achtergrond
Een kernprobleem van mensen met ASS is dat zij een verminderd inlevingsvermogen hebben, ook wel
Theory of Mind (ToM) genoemd.
- Theory of Mind = het inzicht dat mensen een subjectieve beleving van de wereld hebben en
dat mensen handelen op basis van deze subjectieve beleving
Klassieke benadering van ToM
Traditioneel wordt ToM beschouwd als een sociaal-cognitief vermogen dat aan de hand van duidelijk
omlijnde taken en concrete vragen kan worden vastgesteld. ToM kan worden getest door een false
belief-test: Sally-Anne-test
- Het kind krijgt een verhaal te horen over twee meisjes: Sally en Anne
- Sally stopt een bal in haar mandje en als zij even weg is verplaatst Anne de bal naar een
andere plek
- Het kind wordt gevraagd om te voorspellen waar Sally haar bal zal gaan zoeken
- Voor het goede antwoord moet het kind snappen dat Sally’s zoekgedrag bepaald wordt door
haat foutieve idee (false blief) over waarde bal ligt (in het mandje dus)
Een false belief-test test het basale inzicht dat mensen handelen op basis van wat zij denken en voelen.
- Een kind met een normale ontwikkeling kunnen vanaf hun 4e of 5e jaar correct voorspellen op
basis van false belief
- Hieruit blijkt dat kinderen met ASS moeite hebben zich in te leven in andermans perspectief
(inleving in een mentale toestand)
Sleutelonderzoek 1: false belief – Baron-Cohen et al.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur joellevos. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.