Veroudering
Dementie/depressie/delier bij de geriatrische patiënt
VERGRIJZING VAN BEVOLKING
We zien dat de 80+ groep de snelst groeiende bevolkingsgroep is
Heterogene groep : Nog heel functioneel en onafhankelijk vs niet functioneel en volledig afhankelijk
o Succesvol ouder worden vs veel multi ( co ) morbiditeiten
4 pijlers bepalen het onderhouden van de gezondheid op oudere leeftijd
o Functionaliteit : ADL en iADL
o Medische condities : preventie en behandelen van ziektes
o Cognitief – Emotioneel : het redeneervermogen en psychisch welzijn vermijden van
psychiatrische aandoeningen
o Sociaal : op hogere leeftijd wordt het steeds moeilijker om sociaal actief te blijven sociale cirkel
wordt kleiner en functionaliteit verlies
Kenmerken van veroudering
o Daling Hartfunctie
o Daling zenuw conductie snelheid
o Daling nier bloedflow
o Daling longcapaciteit en VO2max
o Grote daling van vrouwelijke vruchtbaarheid
Fenotype van veroudering
o Verandering in lichaam samenstelling ( Spiermassa daalt )
o Disbalans in energie productie en verbruik
o Homeostatische disregulatie
o Neurodegeneratie ( ½ van veranderingen in hersenen wijst op ziekte van Alzheimer
zorgt voor fysieke en cognitieve frailty
Wandelgang stoornis Urine incontinentie
Vallen Slaapstoornis
Disabiliteit Delirium
Comorbiditeit Cognitieve achteruitgang
o We zien dat Kwetsbaarheid, comorbiditeit en disabiliteit niet hetzelfde zijn maar deze kunnen we in
een Venn-Diagram gieten er is overlap maar het is niet exact hetzelfde
De geriatrische patiënt
o Heel complex, belangrijk om in zijn geheel te bekijken
o Comprehensive geriatric assessment : Een multidimensioneel interdisciplinair diagnostisch proces
voor het in kaart brengen van de medische, psychologische en functionele mogelijkheden van
kwetsbare (frêle) ouderen met als doelstelling de ontwikkeling van een gecoördineerd en
geïntegreerd plan voor behandeling en lange-termijn opvolging”
,DEMENTIE
Om de 4 seconden krijgt er iemand dementie
Voor WHO is dementie top 1 prioriteit
De meest voorkomende vorm is de ziekte van alzheimer ( 70% )
Leeftijd is de belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van dementie
o 10% boven 65 jaar heeft dementie
o 20% boven 80 jaar heeft dementie
o 40% boven de 90% heeft dementie
Het is een syndroom met verschillende oorzaken
o Functioneel : o Cognitief
iADL Episodisch Geheugen
ADL ( later stadia ) Apraxie
o Neuro-psychiatrisch moet niet Afasie
Gedrag Agnosie
Psychiatrisch Stoornis in executieve functie
Traag progressief en bij een normaal bewustzijn ( belangrijk in differentieel diagnose )
DIAGNOSE EN DIFFERENTIEEL DIAGNOSE
Anamnese met aandacht voor het tijdsverloop, ernst en impact op het algemeen functioneren en welzijn
van de patiënt, systeemanamnese, sociale en familieanamnese, heteroanamnese (anosognosie!)
o Volledig internistisch en neurologisch klinisch onderzoek
o Biochemie
o Beeldvorming van de hersenen
o Schalen: MMSE, bADL en iADL, Geriatric Depression Scale (GDS)
MMSE
Mini mental state examination : korte screeningstest om te kijken of er een cognitief
probleem is
Oriëntatie in tijd en ruimte
Imprentingsvermogen : 3 woorden onmiddellijk nazeggen
aandacht en werkgeheugen : optellen en aftrekken van elkaar, worden spellen
geheugen : de 3 voorgenoemde woorden terug kunnen herhalen
Taal : benoemen van voorwerpen
Executieve functies : opdrachten uitvoeren
Viso ruimtelijke vaardigheden
> 26/30 is de cutt off waarde
Cognitieve test : geheugen
15 woorden laten lezen en vragen om er zo veel
mogelijk te herhalen
Kwantitatieve aflezing
Bij een gezond persoon zien we een mooie leercurve
over het aantal trails, bij een persoon met dementie
blijft het een vlakke leercurve
Ze gaan niet meer woorden opslagen naargelang het
aantal pogingen
Objectieve test
Stoornis van de aandacht
Sterke verstrooibaarheid/vragen moeten herhalen
Tijdens onderzoek een eenvoudige taak niet kunnen afwerken bv een optelsom of
aftreksom
Abstract denken: het denken over zaken die je niet kan zien
Taak : het verbinden van cijfertjes ( moeilijker maken wanneer er een afwisseling is
tussen cijfertjes en letters )
Corticale functiestoornissen Stoornissen in de fasie, de praxie en de gnosie
, Afasie= stoornissen in het spreken en het begrijpen vd taal
woordvindingsmoeilijkheden
Parafasieën = gebruik van andere woorden voor het woord dat ze bedoelen
gestoorde benoeming
Apraxie = stoornissen in het uitvoeren van eenvoudige en complexere
bewegingen; aan- en uitkleden zich wassen, eten
Agnosie = verlies van het vermogen om personen, voorwerpen, geluiden, geur et
cetera te herkennen
Executieve functie =planmatig handelen, mentale flexibiliteit
Taak : benoemingstaak van veel voorwerpen, STROOP TAAK : aan de persoon
vragen om de kleur van de woorden te benoemen
Vroege functionele verschijnselen van Alzheimer
Een belangrijk teken van Alzheimer disease is verandering in de tijd in de mate van functioneren.
Al jaren voordat de klinische diagnose AD wordt gesteld, functioneren mensen op een lager niveau.
Naarmate AD voortschrijdt, neemt het vermogen om alledaagse handelingen te verrichten af.
Progressieve achteruitgang van : iADL ( telefoneren, vervoer, medicatie, gelzaken ) pas in een later stadium
gaat de ADL achteruit
Gedragsveranderingen ( neuro psychiatrisch )
humeurschommelingen
decorumverlies
paranoide of psychotische kenmerken
Behavioral Psychiatrisch Symptoms of Dementia : BPSD
o Symptomen van verstoorde perceptie, verstoorde gedachteninhoud, verstoorde stemming en
verstoord gedrag frequent voorkomend bij dementie
o Je kan dementie hebben zonder BPSD
o Prevalentie over het volledige ziekte verloop : 90%
MCI tot 40%
Eerste stadia dementie tot 60%
o Gevolgen
Voortijdige opname, directe en indirecte kosten, bijkomende disfunctie (ADL – IADL), QOL,
stress voor de mantelzorger en de hulpverlener
o Symptoom clusters
Agressie : fysiek, verbaal
Agitatie
Apathie
Psychose : visuele hallucinaties
Manie : euforie
Depressie
o Verloop
Zeer variabel
Agitatie en agressie komen meer naar het einde van de stadia naar voor
o Evaluatie
Verkrijg een duidelijke beschrijving van het probleemgedrag, tijdstip, verloop,
omstandigheden, wat zet de BPSD aan?
Beoordeel het vermogen om basisbehoeften te uiten (honger, dorst, vermoeidheid, pijn!)
Kijk voor delirium - acute/snelle verandering (uitdroging, UTI, longontsteking, angina,
constipatie, pijn, ongecontroleerde DM)
Let op stemmingsstoornissen (verdriet, prikkelbaarheid, terugtrekken)
Controleer veranderingen in medicatie - verdenk altijd de medicijnen
Vraag naar omgevingsfactoren: verandering van routine, kamergenoot, verzorger,
overstimulatie/onderstimulatie, andere storende patiënten, ziekte in de familie
Behandelplan
OORZAKEN VAN DEMENTIE
, Ziekte van alzheimer : 60%
Vasculaire dementie
o Puur : 5%
o Mix : 15 %
Lewy body dementie
o Puur : 3%
o Mix ZA : 12%
Frontotemporale dementie
o 8%
Andere ( vb. tumor,..)
o 5%
Dementie van lewy body
Progressieve cognitieve achteruitgang: aandacht, frontale ( executieve ) functies en visuoruimtelijke
vaardigheden
Kernsymptomen: de eerste drie verschijnen typisch vroeg en persisteren
o fluctuaties in cognitie, aandacht en alertheid ( MMSE kan varieren over de tijd )
o recidiverende visuele hallucinaties
o REM slaapstoornissen, die de cognitieve achteruitgang kunnen voorafgaan
o tekenen van parkinsonisme (niet veroorzaakt door medicatie)
Andere symptomen die diagnose versterken:
o frequent vallen o Autonome dysfunctie
o syncope o Hypersomnie
o tijdelijk verlies van bewustzijn o Hyposmie
o overgevoeligheid voor neuroleptica o niet-visuele hallucinaties
o wanen
indicatieve Biomarkers bij diagnostische twijfel of overlap
o Verminderde dopamine transporter uptake in de basale ganglia aangetoond door PET of SPECT
Ziekte van alzheimer
Geleidelijk ontstaan over maanden tot jaren.
Duidelijk verhaal van achteruitgang van cognitieve vaardigheden.
Meest prominente cognitieve tekorten in volgende categorieën:
o Amnestische presentatie geheugen aantasting
Moeilijkheden in aanleren en oproepen van nieuwe informatie.
Daarnaast moet tenminste een ander cognitief domein aangetast zijn
o Niet-amnestische presentatie
Taaldeficit: woordvinding, met tekorten in overige cognitieve domeinen.
Visuospatiale presentatie: ruimtelijke vaardigheden, incusief object agnosie, prosopagnosia,
simultaanagnosie en alexie.
Executieve dysfunctie: Meest prominent tekort ligt in verminderd redeneer-, oordeels-, en
probleemoplossend vermogen.
Diagnose van een waarschijnlijke ZvA zou niet gesteld mogen worden bij evidentie van
o Substantiële cerebrovasculaire ziekte; of
o Aanwezigheid van kerncriteria van Lewy Body Dementie; of
o Prominente kernmerken van kenmerken van de gedrags of taalvarianten van frontotemporale
lobaire degeneratie; of
o Evidentie voor een andere actieve neurologische aandoening, medische comorbiditeit of
medicatiegebruik die een significante invloed op cognitie kan hebben
Atypisch verloop
o Voldoet aan de klinische kenmerken maar met een atypisch verloop (snel begin of onvoldoende
evidentie om een veranderd cognitief functioneren te veronderstellen of aan te tonen).
Evidentie voor ZvA