Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Boom Juridische studieboeken - Kern van het bestuursrecht - Bestuursrecht (OVHR1) €4,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Boom Juridische studieboeken - Kern van het bestuursrecht - Bestuursrecht (OVHR1)

1 vérifier
 12 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Bij deze biedt ik mijn samenvatting voor het vak bestuursrecht, OVHR1, aan. Zelf heb ik een mooie voldoende behaald, dankzij deze samenvatting!

Aperçu 3 sur 23  pages

  • Oui
  • 26 mai 2023
  • 23
  • 2022/2023
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: davidzakharian • 10 mois de cela

avatar-seller
Bestuursrecht (OVHR1) samenvatting
Week 1
Bestuursrecht valt onder de uitvoerende macht.
Het bestuursorgaan verkrijgt de bestuursbevoegdheid om te kunnen besturen.
Attributie, hiervan is sprake als er een nieuwe bestuursbevoegdheid gecreëerd wordt en is geregeld
in art. 10:22 e.v. AwB. (Bijv. verlenen vergunning, subsidies, uitkeringen)
Delegatie, hiervan is sprake als er een al bestaande bestuursbevoegdheid wordt overgedragen aan
een ander orgaan en dit is geregeld in art. 10:13 e.v. AwB (delegatie mag niet aan een
ondergeschikte (een ambtenaar is ondergeschikt aan bijv. de burgemeester), dit staat in 10:14 Awb)
Mandaat, hiervan is sprake als er een al bestaande bestuursbevoegdheid in naam van een
bestuursorgaan wordt uitgevoerd en dit is geregeld in art. 10:1 e.v. AwB. (Bijvoorbeeldals een
ambtenaar een mandaat heeft gekregen en een besluit heeft genomen dan geldt deze in naam van
de persoon die hem het mandaat gaf, art. 10:2 AwB. art. 10:9 AwB geeft de regeling rondom een
ondermandaat en dit is als er een mandaat gegeven is en deze weer ondergemandeert worden (bijv.
op personeel))
Een mandaat wordt aan een ambtenaar gegeven door een mandaatgever en dit is een
bestuursorgaan.
Bepaalde belangrijke artikelen mandaat:
 Artikel 10:2 jo 10:7 Awb: mandaatgever blijft verantwoordelijk over de gemandateerde bevoegdheid
 Artikel 10:3 lid1 Awb: mandaat altijd toegestaan, tenzij….
 Artikel 10:3 lid 2 Awb: gevallen mandaat niet is toegestaan
 Artikel 10:5 Awb
Bestuursrecht heeft een aantal belangrijke dingen, deze zijn:
 Bestuursorgaan (je hebt a-orgaan en b-orgaan)
 Bestuursbevoegdheid (deze gaat vooral over ‘besluiten’)
 Belanghebbende(n) (deze kunnen direct-belanghebbende of derde-belanghebbende zijn en
deze kunnen bezwaar of beroep doen)
Belangrijke beginselen
 Legaliteitsbeginsel
bevoegdheden berusten op wettelijke grondslag (wifz, wimz, APV, provinciale vo) en zijn
altijd terug te voeren op een wet in formele zin of de Grondwet
 Specialiteitsbeginsel
Bevoegdheid mag slechts worden gebruikt voor het doel waarvoor de bevoegdheid is
verleend (dus de bevoegdheid is begrensd). Dit is specifiek opgenomen in art. 3:4 Awb
Zie artikel 3:3 Awb (détournement de pouvoir)
- Bevoegdheid bo= verlenen culturele subsidies. Mag bestuursorgaan de bevoegdheid ook
gebruiken om kapvergunningen te verlenen? Nee, bomen kappen is een ander doel dan het
verlenen van subsidies aan culturele verenigingen
Lex specialis-regel dit houdt in dat de bijzondere regel voor de algemene wet gaat.
De algemene wet bestuursrecht= de algemene wet.
De Bijzondere bestuursrechtelijke wetten zijn:
 Vreemdelingenwet 2000
 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
 Woningwet
Opbouw van de AwB is als volgt
H1 Awb= begrippen
H2 Awb= verkeer overheid en burger
H3 en H4 Awb= besluiten
H5= handhaving
H6, H7 en H8= rechtsbescherming

,H10= bevoegdheden (attributie, delegatie en mandaat)
De Nederlandse staat moet gezien worden al een groot openbare lichaam dat is opgebouwde uit
verschilleden kleinere lichamen, zoals provincies en gemeenten en die bestaan dan weer uit organen,
zoals de provinciale staten en de gemeenteraad
De verschillende lichamen hebben publiekrechtelijke bevoegdheden. De staat mag bijvoorbeeld geen
boetes opleggen of vergunningen verlenen. Deze bevoegdheden zijn overgedragen aan de organen
van het lichaam de bestuursorganen.
Bestuursrechtelijke rechtsmiddelen:
 Het is van belang om te bepalen of een instantie een ‘bestuursorgaan’ is
 Wanneer u het niet eens bent met een beslissing van een overheidsinstantie en deze wordt
aangemerkt als bestuursorgaan, kunt u alleen gebruik maken van de bestuursrechtelijke
rechtsmiddelen
- bezwaarschriftprocedure
- administratieve beroep
 Wanneer deze niet aangemerkt wordt als bestuursorgaan dan privaatrechtelijke
rechtsmiddelen.

A-orgaanIs een orgaan van een rechtspersoon die door publiekrecht is ingesteld. Dit betekent dat
het in de wet moet worden genoemd. (Bijvoorbeeld gemeente: gemeenteraad, college van B&W,
maar dit staat in de wet)

B-orgaanIs een andere persoon die, of college dat, enig openbaar gezag heeft. Het is lastiger om
een B-orgaan vast te stellen omdat deze organen niet opgesomd zijn in de wet. Het enige criterium
hiervoor is dat er sprake moet zijn van openbaar gezag. Hier is sprake van wanneer een persoon of
college eenzijdig rechten en plichten kan opleggen aan de burger en kan bepalen over een publieke
taak (bijv. een autogarage die APK doet).
Wanneer een B-orgaan privaatrechtelijk taken uitvoert, is zijn GEEN bestuursorgaan.
Zij is enkel een bestuursorgaan wanneer zij publieke taken uitvoert. Dit wordt een incidenteel
bestuursorgaan genoemd.

Week 2
Bestuursorgaan  dit is een orgaan van de overheid, niet zijnde een rechtsprekend of wetgevend
orgaan, dat is belast met de behartiging van specifieke publieke belangen. Bestuursorganen zijn er in
verschillende soorten en maten.
Belanghebbende  dit een persoon of entiteit wiens belang rechtstreeks bij een besluit is
betrokken, art. 1:2 Awb)
De rechtsverhouding tussen een bestuursorgaan en een belanghebbende wordt meestal beheerst
door een bestuursbevoegdheid. Deze bestuursbevoegdheid vormt de juridische basis voor het
nemen van besluiten. Zo’n bestuursbevoegdheid moet volgens de wet zo nauwkeurig mogelijk door
de wetgever omschreven worden en de wetgever moet aangeven wat het doel van deze
bevoegdheid is.
Als een bestuursbevoegdheid wordt uitgeoefend leidt dit in de regel tot een ‘besluit’.
De bestuursrechtelijke rechtsverhouding heeft 3 bouwstenen:
1) Een bestuursorgaan
2) Een bestuursbevoegdheid  ‘bevoegdheidsuitoefening’  besluit
3) 1 of meer belanghebbende
Bestuursrechtelijke organisatierecht houdt zich in het bijzonder bezig met bestuursorganen,
openbare lichamen, rechtspersonen ingesteld krachtens publiekrecht en de organisatie van het
openbaar bestuur in het algemeen.
Een gemeente is de volgende dingen:
- Openbaar lichaam (art. 123 lid 1 Gw)

, - Een rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht als bedoeld in art. 1:1 sub a Awb
- Een rechtspersoon in de zin van het BW (art. 2:1 lid 1 Bw)
Bestuursorgaan art. 1:1 Awb kan je onderverdelen in 2, namelijk:
 A-orgaan, art. 1:1 lid 1 sub a Awb
Dit is een orgaan van een overheid die krachtens het publiekrecht is ingesteld. De volgende
dingen moet je nagaan om te kijken of hier sprake van is.
- Orgaan art. 125 lid 1 of 2 Gw jo art. 6 Gemw OF art. 6 Pw
- Rechtspersoon art. 2:1 lid 1 Bw
- Ingesteld krachtens het publiekrecht art. 123 Gw
 B-orgaan, art. 1:1 lid 1 sub b Awb. Dit kan onderverdeeld worden in 2 dingen namelijk
1. Met enig openbaar gezag bekleed (wettelijk voorschrift)
2. Op basis van een publieke taak, ABRvS 17 september 2014: Stichting kwaliteit bevordering
leefomgeving Schiphol. Hierbij is er sprake van een inhoudelijke eis en deze is ‘inhoudelijke
regels op basis waarvan de voorziening wordt verstrekt, zijn bepaald door een a-orgaan’. Ook
is er een financiële eis deze is “de stichting moet voor ten minste 2/3 e gefinancierd zijn door
1 of meer a-organen”
(bij B-orgaan denk je bijvoorbeeld aan een APK-inspecteur, CBR.
Ook heb je nog een belanghebbende, art. 1:2 Awb, en hierbij heb je 3 soorten deze zijn:
 Degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is, art. 1:2 lid 1 Awb. Hierbij heb
je dan ook weer 2 categorieën namelijk de direct-belanghebbende (adressant en/of
aanvrager) en je hebt de derde-belanghebbende.
Voor de derde-belanghebbende heb je een bepaald criteria waaraan voldaan moet worden
of te wel het OPERA criteria, dit houdt in:
- Objectief
- Persoonlijk (hierbij hoort ABRvS: Mestbassin Mechelen)
- Eigen
- Rechtstreeks (hierbij hoort CRvB: Intrekking PGB)
- Actueel
 Een ander bestuursorgaan, art. 1:2 lid 2 Awb
 Een rechtspersoon met algemeen of collectief belang, art. 1:2 lid 3 Awb. Uit lid 3 blijken een
5tal vereisten waaraan voldaan moet worden wil hier sprake van zijn, deze zijn:
1. Rechtspersoon
2. Algemeen/collectief belang (hierbij hoort ABRvS LTO Noord)
3. Statutaire doelstellingen
4. Feitelijke werkzaamheden (hierbij hoort ABRvS St. Openbare Ruimte)
5. In het bijzonder.

A-organen zijn:
- Staat regering, minister en staatssecretaris
- Provincie gedeputeerde staten, provinciale staten en commissaris van de koning (art. 6
Provinciewet)
- Gemeente gemeenteraad, college van B&W en burgemeester (art. 6 Gemeentewet)
- Waterschappen Dagelijks bestuur, algemeen bestuur en voorzitter (art. 10
Waterschapswet)

 KONING IS GEEN BESTUURSORGAAN

Griffier is orgaan van een provincie o.g.v. 97 jo 104 PW. De griffier van provincie wordt als orgaan van
de provincie niet uitgezonderd in art. 1:1 lid 2 Awb. Dus het is een A-orgaan.

Art. 5:31a Awb belanghebbende die door overtreding wordt benadeeld en lid 3 hiervan laat zien
dat hier spraken is van een beschikking. Dus als iemand dit doet valt dit onder ‘aanvraag’.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur agablom. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

69052 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€4,99  12x  vendu
  • (1)
Ajouter au panier
Ajouté