Theorie of public and private interiors les 6 – 22 maart 2023
Topic III Lobby lizzard
Negatieve school
Positieve school
De lobby lizzard: degene die in de semi-publieke ruimte blijft, en er in lijft. Wie si dit en hoe moeten
we die definiëren? Waarom? We moeten grijze zone tussen negatieve en positieve school kunnen
onderzoeken.
Tekst bespreking:
Hilde Heynen tekst
Basis artikel waar heel veel visies en mechanismen over ruimten worden samengevat
Interactie= voorbij tegengestelde gaan, voorbij dualiteit, voorbij de grenzen, betrekken tussen
dingen, geen scheiding maken tussen zaken.
Opzoek gaan naar interactie in de stad, via 3 soorten stromen.
- Receptor: passieve
- Instrument: ruimte is een actief element (bv. Gevangenissen), ingezet als een strategie
- Stage: het podium, sociale interacties, catwalks, mensen zien elkaar en zien zichzelf.
Conclusie: ruimte is een plek waar deze 3 dingen tegelijkertijd zijn. Maar hoe? (Antropologie
onderzoekt continu dit).
Bij de ene heb je meer een statisch beeld, bij de ander een actief beeld. Er zijn geen vaste
stramienen om over na te denken. Geografen hebben hun kaart met en neerslag gemaakt, maar ze
hebben geen idee hoe de ruimte wordt herdacht over bewoners en de dynamiek.
Het artikel houdt een pleidooi om tot integratie over te gaan, in de conculsie wordt er aangekaart:
pleidooi om interactie te doen, en dit wordt eigenlijk uitgewerkt in het volgende artikel.
Bewust zijn dat je meerdere visies moet combineren, er is geen magische oplossing, sleutel. Je mag
het niet standaardiseren, en functioneel maken, je hebt een toverformule dan maar dan verlies je je
notie van tijd. Er bestaat niet één superoplossing.
In de tijd bouwen: architectuur wordt bijna een gebruiksartikel, bouwen met het idee dat het over
een aantal jaar toch zal afgebroken worden etc. Dit vooral door de moderninsten.
Heel mooie boeken die worden vernoemd in dit artikel:
- Bu c̈ hli, V. 1999. An Archaeology of Socialism. Oxford: Berg. (Een jaar in een appartement
gaan wonen, waarin hij 1 jaar lang als zijn mede-bewoners ging observeren, mooie blok, en
kijken hoe die functioneren. In de praktijk begonnen mensen dat naar hhun hand te zetten,
hij doet dit via participatief onderzoeken. Er wordt een politieke druk uitgeoefend maar de
mensen ontwortelen hun hieraan).
- Colomina, B. 1994. Privacy and Publicity. Modern Architecture as Mass Media. London: MIT
Press. Spanning voor privaat-publiek voor het raam en seksuele intimiteiten.
- Forty, A. 2000. Words and Buildings. A Vocabulary of Modern Architecture. London: Thames
and Hudson. Hier komen heel veel topic aan bod, tijd geschiedenis, materialiseert etc. Één
grote encyclopedie adhv één centraal woord hoe dat in het interieur wordt gericht. Groot
woordenboek.
1
, - Weizman, E. 2007. Hollow Land. Israe’s Architecture of Occupation. London: Verso. Hij is de
leider van een architectenbureau in Londen, onder de titel forensische architectuur. Bezette
gebieden, massamoord, politieke kwesties, door ruimten te analyseren. Hetgaat specifiek
over israel en zijn moorden, over de gebieden, de soldaten die arhcitectuurtheorie leest om
weten hoe je doorheen verschillende richtingen kunt denken. Een techniek van denken te
voeden in een ruimte.
Poot, de vos en Van Acker tekst
Notie van interieur met publieke ruimte verbinden. Bestaat er zoiets als een ‘publiek interieur’?
Heldere opbouw van de tekst, abstract omvat alles. Ze willen alle relaties blootleggen en relateren.
Grote motieven waar ze steeds over spreken, een soort vocabularium voor interieur:
- Beweging
- Toegankelijkheid
- Tijd
- Aanpassing
- Grenzen/ doorlaatbaarheid: moeten van het idee af dat ze een soort van scheiding zijn, en
dar deze diffuus zijn. Goede interieurarchitect kan ermee spelen, spelen met wat grenzen
zijn.
Nu zijn grootst’eden zo bruisend: er komen heel nieuwe sociale logica’s te boven, nieuwe
constellaties, allerlei connecties. Door die schaalsprong komen er zoveel disciplines in een stad
boven water blijven.
De verplinterde samenleving die uitbarst door de grootstad waar je jezelf terug moet heruitvinden.
Het opzoeken van relaties tussen materiële ruimtes en sociale ruimtes is de kern van deze tekst. De
disciplines te betrekken.
De passages (met zijn etalages) is het nieuwe podium van de boulevard, het reflecteerde, e ziet
jezelf, je ziet nieuwe dingen. Je identiteit verandert non-stop. De stad is een ‘spiegelpaleis’, door
alles wat je ziet kan je je identiteit bepalen, maar niets ligt vast en je kan zijn wie je wil zijn. Mensen
moeten zich constant heruitvinden in die boulevard. En die sociale actie van een ‘spel’ van jezelf
heruitvinden vinden ook plaats in andere interieurs van de stad. De materiële ruimte van de stad
bepaalt de sociale ruimte.
Gallerijen zijn een continuïteit van ruimte, hiermee bedoelt men dat ze de mensen niet willen
‘afblokken’, en een soort gradient willen creëren. Ze houden mensen vast om naar winkels te
kijken, maar in tegenstelling creëert het ook een ‘Traffic’, een doorgangskamp om mensen snel te
laten doorstromen. Een conflict tussen de indiviuele eisen en collectieve eisen is dit. Er zijn constant
tegenstelling en antitheses in ene stad.
Het punt wat hij wil maken is dat we alles moeten samen zien de dag van vandaag en niet zo zwart-
wit. Die tussenweg moet bewandeld worden, die de twee uiterste versleuteld en combineerd. Die
de private verlangens vervult en de publieke interesses vervult, de ideale ruimte hiervan, de grijze
zone.
Stoppen met in ‘dualiteiten’ blijven denken, het ene en het anderen, maar in een samenkomst van
die 2 anders gaan er nooit goede disciplines in de stad verder kunnen ontwikkelen. Er moet
aandacht worden besteed aan die ‘gradient’ die tussen de dualiteiten zich bevindt.
De manier hiervoor is om interdisciplinair te werken, dus niet alleen vanuit één perspectief (bv als
architect), maar ook anderen, meer methodieken etc.
2