Samenvatting van het hoofdstuk 'De professionele relatie' behorend tot het vak 'Persoonsgerichte methoden van de criminologische interventie' gegeven in de 2e bachelor Criminologische Wetenschappen aan de KU Leuven. De samenvatting is gebaseerd op zowel de filmpjes, powerpoint als teksten in het ga...
Samenvatting persoonsgerichte methoden
Academiejaar 2022/2023
Relatie tussen justitie en hulpverlening:
Professionele relatie
Therapeutische alliantie = de relatie tussen cliënt en hulpverlener die zo essentieel is voor
succesvolle hulpverlening. Het opbouwen van sterke relaties met cliënten berust op drie
dingen: 1) empathie, 2) onvoorwaardelijke positieve waardering en 3) congruentie.
Door een empathische, niet-oordelende en oprechte aanpak in de eerste sessies kan de
therapeutische relatie worden opgebouwd op vertrouwen en respect. Hierdoor voelt de cliënt
zich veilig, gewaardeerd en vooral gehoord en mogelijk voor het eerst.
Relatie = wanneer mensen een impact hebben op elkaar, wanneer ze interafhankelijk zijn in
die zin dat verandering in één persoon ook verandering in de andere persoon teweeg kan
brengen en vice versa.
De professionele relatie bestaat uit drie subcomponenten:
1. De overdrachtsrelatie = het projecteren van wensen, gevoelens en ervaringen uit het verleden
op andere mensen. Kan zowel in positieve als negatieve zin.
a. Overdrachtsrelatie = van cliënt → hulpverlener: kan leiden tot weerstand.
b. Tegenoverdrachtsrelatie = van hulpverlener → cliënt: kan leiden tot tegenweerstand.
Tegenweerstand = gedrag van de hulpverlener dat het goede verloop van de
hulpverlening bemoeilijkt en kan drie oorzaken hebben:
I. Als reactie op weerstand v.d. cliënt;
II. Volledig los van evt. weerstand v.d. cliënt;
III. Samengaand met weerstand v.d. cliënt = collusie.
Tegenweerstand is geen kwaad dat bestreden moet worden en dat je absoluut
niet mag ervaren als hulpverlener, maar het is wel belangrijk dat dit het
hulpverleningsgesprek niet te veel gaat beïnvloeden. De therapeut moet bereid
zijn om het eigen aandeel in een moeizaam hulpverleningsproces onder ogen
te zien → belang van intervisie en supervisie.
Oorzaken tegenweerstand analoog aan de indeling die Freud van weerstaand maakte:
o Tegenweerstand door verdringing en andere afweermechanismen;
o Tegenweerstand door tegenoverdracht.
o Tegenweerstand door secundaire winst.
o Superego-tegenweerstand.
o Es-tegenweerstand.
Oorzaken tegenweerstand ingedeeld door Sean naargelang het verloop v.h. therapeutische
proces:
o Tegenweerstand als functie v.d. therapie;
o Tegenweerstand als functie v.d. patiënt;
o Tegenweerstand als functie v.d. psychotherapeut: de beperkingen en fouten worden
niet alleen veroorzaakt door tekort aan kennis, vaardigheid of ervaring, maar kunnen
ook veroorzaakt worden doordat in de therapeut drijfveren worden geactiveerd die
effectief therapeutisch functioneren bemoeilijken:
Gramschap: het gedrag v.d. therapeut moet idealiter volledig bepaald worden
door overwegingen omtrent wat op dat moment voor de therapie het meest
geschikt is.
Hebzucht: het spanningsveld tussen de belangen v.d. individuele patiënt en
het instituut die met gemeenschapsgelden opteert.
, Hovaardigheid: de onduidelijkheid van kwaliteitscriteria maken dat de
therapeut onzeker is over het eigen functioneren. Diens behoefte aan
competentie kan leiden tot krampachtigheid in de omgang met de patiënt, tot
overwaarden van positieve en het negeren van negatieve informatie.
Nijd.
Onkuisheid.
Onmatigheid.
Traagheid.
Angst.
2. Werkrelatie = wederzijds respect en een overeenkomst inzake de doelen en taken binnen de
interventie.
o Wederzijds respect = mensen moeten het gevoel hebben dat ongeacht wat ze
vertellen ze niet verworpen zullen worden.
o Overeenkomst inzake de taken = de hulpverlener en cliënt moeten weten wat ze van
elkaar verwachten op vlak van wie wat zal doen.
o Overeenkomst inzake de doelen = de hulpverlener en cliënt moeten samen een doel
nastreven met de interventie.
Het ontwikkelen van een werkrelatie gebeurt door: oog te hebben voor de positieve aspecten
v.h. functioneren; problemen te zien als gemeenschappelijke problemen; respect te hebben
ongeacht het gedrag; proberen te begrijpen vanuit het perspectief v.d. cliënt; maximaliseren
van controle (beheersbaarheid); motiveren tot samenwerking; exploreren van weerstand en
een evenwicht tussen ondersteuning en confrontatie.
3. Reële relatie = de valentie is de dimensie van aantrekking of afstoting. De reële relatie wordt
gekarakteriseerd door beperking in tijd, duur en plaats en het per definitie bestaan van een
onevenwicht: de impact op de cliënt is groter dan op de hulpverlener; de cliënt staat centraal;
de hulpverlener is gericht op de cliënt; verschil in expertise en verschil in legitieme macht.
Bovendien is de reële relatie doel- en taakgericht en geldt er een beroepsethiek. Bovendien
wordt er een constante zelfreflectie v.d. hulpverlener verwacht en een reflectie met anderen
om de kwaliteit van de interventie te kunnen waarborgen.
o Overinvolvement = wanneer je als hulpverlener de grenzen van het
hulpverleningskader gaat overschrijden en te betrokken raakt bij de cliënt.
Overinvolvement komt voor wanneer het tegemoetkomen aan de eigen emotionele
behoeften of wensen voor de therapeut een grote of grotere bekommernis is geworden,
dan het tegemoetkomen aan zijn cliënt. Eigenlijk verandert daarmee ook de focus van
hulpverlening die gericht is op de cliënt en die de cliënt kan helpen naar een focus op
de hulpverlener zelf.
Juridisch deontologische kwesties: een algemene vaststelling is dat hier de
nadruk ligt op het aspect ‘misbruik’. Een strikte, wettelijke beschermen van
cliënt én therapeut is een noodzaak, evengoed als een strikte deontologische
code, maar wanneer het voorkomen van eender welke vorm van misbruik
binnen een hulpverleningsrelatie, in hoofdzaak berust op verboden sancties
dan blijkt dit volstrekt onvoldoende en wel om de volgende redenen:
In het algemeen blijven cliënten het zeer moeilijk
hebben om voor hun rechten op te komen, om een
klacht in te dienen.
Therapeuten die wetens en willens misbruik willen
maken van de relatie met hun cliënt laten zich er niet
door tegenhouden.
De angst om de wet, om de code te overtreden, kan er
hulpverleners en psychotherapeuten toe aanzetten
zich bij voorbaat te beveiligen door zich strikt
formalistisch op te stellen en te gedragen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur 5amengevat. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,09. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.