Samenvatting COS 2
Inhoud
1 Thema: Factoren op mesoniveau........................................................................................................2
1.1 HC 17: Gezinsvervangende settings en leefklimaat......................................................................2
1.2 HC 18 : Opvang en begeleiding van niet-begeleide minderjarige vluchtelingen.........................11
1.3 Seminarie 10: Vrije tijd...............................................................................................................17
1.4 HC 19 en 20: Leerpad Onderwijs.................................................................................................20
1.5 Seminarie 11: Recap Blok 7.........................................................................................................36
2 Thema: Factoren op macroniveau.....................................................................................................39
2.1 HC 21: Exemplaristische uitwerking M-decreet..........................................................................39
2.2 HC 22: Exemplaristische uitwerking VK (Vertrouwenscentrum Kindermishandeling)................47
2.3 Seminarie 12: Beleidstendensen en macrothema’s....................................................................57
2.4 Seminarie 13: Toepassing en terugblik Blok 8.............................................................................63
3 Thema: Van prof tot professional......................................................................................................64
3.1 HC 23: Van visie tot recht...........................................................................................................64
3.2 HC 24: De ander als professional................................................................................................74
3.3 HC 25 en 26: Verdieping ‘De professional’..................................................................................79
4 Uitleiding...........................................................................................................................................95
4.1 HC27...........................................................................................................................................95
1
,1 Thema: Factoren op mesoniveau
1.1 HC 17: Gezinsvervangende settings en leefklimaat
Lesdoelen
Je kan de leidende principes van residentiële jeugdhulp opsommen
Je kan concrete voorbeelden van professioneel opvoeden op verschillende niveaus
identificeren in een gegeven beschrijving
Je kan zelf concrete voorbeelden van professioneel opvoeden geven op verschillende niveaus
Je kan het begrip leefklimaat uitleggen (componenten, pedagogische uitgangspunten,
werkzame factoren)
Je kan het belang van leefklimaat toelichten
Je kan verschillen tussen een open en gesloten leefklimaat opsommen
Je kan de zelfdeterminatietheorie (ZDT) als basis voor leefklimaat verduidelijken
Je kan verschillende niveaus in professioneel handelen in gezinsvervangende settings
herkennen
Je kan het begrip vrije tijd historisch schetsen
Je kan het belang van vrije tijd in de jeugdhulp kaderen
Je kan belangrijke elementen in de pedagogische ondersteuning van een jeugdprofessional
benoemen
1.1.1 Situering HC: professioneel opvoeden
Residentiële jeugdhulp
Specifiek
o Richt zich op jongeren en hun omgeving waarbij de jongere tijdelijk op een
alternatieve en veilige plek moet wonen
o Doel:
Zo gewoon mogelijk te kunnen opgroeien, met kwaliteitsvolle ondersteuning en zorg
o Basis voor dit zorgkader: kinderrechtenverdrag en het decreet rechtspositie v/d
minderjarige.
Leidende principes:
1. De jongere en zijn unieke situatie vragen maatwerk
Belangrijk om vertrekpunt voor de zorg te definiëren: vragen, verlangens, dromen en
noden die jongere ervaart
Ongeacht de zware rugzak, stoornis(sen), mentale beperkingen en/of moeilijke
relaties
Hulpverlening dient een (al dan niet fysieke) plaats van verbinding en zingeving zijn
die het toekomsttraject faciliteert
Plaats waar groei en ontwikkeling van de jongere gestimuleerd wordt
2. Gewoon als het kan
“ Wij zijn gewone jongeren in een ongewone situatie”
Evenveel recht om zo gewoon mogelijk op te groeien, ook in alternatieve woonplek
Denkoefening om de woonplekken op die manier te organiseren
Het model van Kok is een mooi kader als insteek om naar de organisatie van de
residentiële jeugdhulp te kijken
Inzetten op een veilige groepsdynamische sfeer.
Systematisch monitoren van de leefsituatie en bespreekbaar maken van het
samenwonen en de aanwezige sfeer.
3. Bijzonder als het moet
2
, Jongere kan ook specifieke ondersteuningsnoden vragen in de vorm van therapie of
begeleiding.
- Bv. ernstige ontwikkelingsproblemen, gedrags-en emotionele problemen,
mentale en/of emotionele beperking.
Nood aan extra ondersteuning door expertises, diagnostiek en goede besluitvorming
tussen opdrachtgever, hulpverleners en de jongere en/of context.
Afstemming vertrekt vanuit gelijkwaardigheid en geloof in elkaars krachten en
deskundigheid.
4. De jongere en het netwerk als co-expert
De jongere en zijn netwerk en de hulpverlening nemen elkaar op een systematische
en gelijkwaardige manier mee in het hulpverleningstraject en het dagelijks
samenleven
Mogelijke rollen als jeugdprofessional/ professioneel opvoeden
3 soorten rollen
A. Rol van opvoeder/begeleider van het kind/de jongere: (tijdelijk) overnemen van de
rol/taken van de ouder
Soms moeilijk omdat je moet switchen van opvoeder naar expert.
B. Rol van adviseur/begeleider van de ouders in hun rol/taken als opvoeder
Je moet goed kunnen afstemmen op de ouders hun visie
C. PROFESSIONEEL OPVOEDEN : focus op leefgroepen en leefklimaat (mesoniveau)
De niveaus
o In de literatuur en in de praktijk (Kind&gezin, pleeggezin, GI, vluchtelingensector,...)
o Niveaus in ‘professioneel’ opvoeden:
Basisaanpak :
- Scheppen en in stand houden van een omgeving/leefmilieu waarin kinderen
en jongeren zich kunnen handhaven en ontwikkelen…
Specifieke:
- Meer gerichte aanpak (in groep, individueel): training, begeleiding,
therapie…
Terminologie
o Presentie vs interventie
Eerstegraadsstrategie vs Tweedegraadstrategie/hulpverlening
Basisaanpak vs Ondersteunende aanpak
Niet-specifieke factoren/eerstelijnszorg vs Specifieke factoren/tweedelijnszorg
Verhouding draaglast-draagkracht/herstel in het gewone leven vs Diagnose-
receptmodel en effectiviteitsvraag
Basiszorg/care en beschrijvend onderzoek vs Interventies/cure en
effectenonderzoek
Omgang/natuurlijkheid vs Opvoeden/natuurlijkheid
Niveaus volgend Kok (orthopedagogisch kader)
1.1.2 Het begrip leefklimaat
3
, Algemeen over leefklimaat
Leefklimaat eerste graad
o Vroege jaren 1900 legden verschillende pedagogische pioniers (Redl & Wineman,
Bettelheim, Aichorn) de nadruk op het belang van een (therapeutisch) klimaat en de
relatie met begeleiders
o Jaren 70-80 vorige eeuw: Trieschman (1969), Ter Horst (1977) en Kok (1973, 1984)
gaven heel wat aandacht aan de installatie van een veilig, huiselijk, “zo gewoon
mogelijk” leefklimaat.
o Definitie
"De eerstegraadsstrategie is het geheel van orthopedagogisch handelen in de
leefsituatie, dat beoogt door het op specifieke wijze gestalte geven aan relatie,
klimaat en situatiehantering ... het vastgelopen functionele proces van ontwikkelen
en opvoeden weer in gang te zetten."
Leefklimaat binnen gezinsvervangende settings
o Peer Van der Helm (2011 , 2020) vestigt de aandacht opnieuw op het belang van het
leefklimaat in residentiële jeugdzorg
Vervangende opvoedingssituatie voor kinderen en jongeren uit een problematische
leefsituatie
Belangrijk dat omgeving veilig is!
Het begrip 'leefklimaat' kan functioneel omschreven worden als de aspecten van het
verblijf in residentiële voorzieningen die een invloed hebben op het welzijn en/of het
gedrag van jongeren
Het leefklimaat is geen statisch gegeven, begeleiders kunnen leefklimaat vorm
geven!
Maar niet eenvoudig: wonen in een leefgroep, met jongeren die daar vaak niet
willen zijn en vaak ernstige gedragsproblemen hebben en onder begeleiding van
verschillende begeleiders, biedt geen gunstige voorwaarden voor een positief
leefklimaat
Open versus gesloten leefklimaat
o Open
Veilig, gestructureerd, veel ondersteuning, mogelijkheden tot groei en de flexibiliteit
is in evenwicht met de controle die nodig is op een leefgroep.
Opvoeders/begeleiders zijn mensen die steun kunnen bieden, stimuleren,
betrouwbaar en consistent zijn en respect tonen.
Er wordt gestreefd naar een open leefklimaat!
o Gesloten
Veel controle, gebrek aan flexibiliteit, afhankelijkheid van medewerkers, gebrek aan
wederzijds respect, oneerlijke straffen, verveling, uitzichtloosheid, angst,
vernedering en gebrek aan privacy. Een gesloten leefklimaat kan stress, angst en
agressie tot gevolg hebben
Leefklimaat: Eerste graad strategieën
4