Hoofdstuk Aantal vragen en aard vragen
Inleiding en begrippen 1 open vraag
3 begrippen verklaren via meerkeuze
Basisinformatie en wetgeving rond 4 meerkeuzevragen
gewasbescherming 1 grote open vraag ook gelinkt aan
volgende hoofdstukken
Dierlijke parasieten incl. beheersing 3 meerkeuzevragen en mogelijks 1
(o.a. insecticiden) grote open vraag
Schade door onkruiden- 3 meerkeuzevragen en mogelijks 1
onkruidbeheersing grote open vraag
Schade door micro-organismen 3 meerkeuzevragen en 1 open vraag
MOGELIJKE VRAGEN CURSUS PLANTENBESCHERMING 1 –2020 - ing. J. LATRE
Eerste deel tot aan onkruidbeheersing
1. Waarvoor staat plantenbescherming en de inzet van plantenbeschermingsmiddelen
(chemische en andere) en schets de noodzaak in relatie tot duurzame voedselproductie en
het gebruik van de open ruimte.
Plantenbescherming is noodzakelijk omdat de landbouw tegen de natuur in gaat. Cultuurplanten
zetten al hun energie in op zo groot en zo goed mogelijke vruchten of plantendelen te produceren,
maar zijn daardoor hun aanpassend- en overlevingsvermogen grotendeels kwijtgeraakt. Zonder ons
zouden de meeste cultuurgewassen uitsterven, dus het is een noodzaak om ze te gaan beschermen als
we een zo hoog mogelijke opbrengst willen. Zonder gewasbescherming → 50-70-80 % verlies en dit is
vandaag niet aanvaardbaar.
Ruimtelijk gezien willen we graag de nodige oppervlakte voor landbouw zo klein mogelijk houden. Er
is al een tekort aan landbouwgronden en dit geeft ook het probleem van erosie. Zouden we kiezen
voor biolandbouw in plaats van gewasbescherming, zou de biodiversiteit met 12% stijgen, maar de
opbrengst zou met 46% dalen. Dit betekent dat we dubbel zoveel grond nodig zouden hebben om de
wereldbevolking te kunnen voeden. Dit is uiteraard niet haalbaar, dus is er nood aan een geïntegreerde
vorm v plantenbescherming volgens de regels vd IPM (Integrated Pest Management).
2. Schets welke verliezen er kunnen optreden bij plantaardige productie in relatie tot de
potentiële opbrengst/ haalbare opbrengst /primitieve opbrengst en bespreek in dit verband
het verschil tussen de biologische schadedrempel en de economische schadedrempel.
Verschil tussen biologische schadedrempel en economische schadedrempel of bestrijdingsdrempel :
bij de biologische schadedrempel heb je al schade aan de planten en dus minder opbrengst maar pas
bij de economische schadedrempel wordt de kost van de behandeling gecompenseerd door de
meeropbrengst die je kan halen door het uitvoeren van de behandeling.
1
, 3. Schets de beperkingen van de biologische land- en tuinbouw vs de conventionele in het
verhaal van plantenbescherming en de nuancering van prof Spanoghe
Het verhaal van de gewasbescherming is niet zwart-wit. De dreiging van ziekten, insecten en
onkruiden alleen biologisch aanpakken, daarmee gaan we het vandaag nog niet redden. Voluit kiezen
voor de synthetische landbouw leidt ook tot problemen. Er zijn helaas voor deze laatste nog steeds
weinig alternatieven. De oplossing lijkt mij alvast wel in een combinatie van de best
beschikbare middelen zowel uit de chemische als de biologische landbouw. Bovendien kunnen we
die vandaag steeds preciezer met de juiste technologie toepassen.
'Dé succesformule bestaat niet als het over gewasbescherming gaat. Het is voortdurend zoeken
naar een evenwicht tussen effectiviteit, haalbaarheid en betaalbaarheid. De meest
landbouwers zijn niet voor of tegen chemie. Ze denken na over oplossingen, niet over
tegenstellingen.'
4. Licht de uitspraak toe: gewasbeschermingsmiddelen dragen bij aan gezonde
voedingsproducten
Via gewasbeschermingsmiddelen : geen schimmelsen schadelijke insecten op of in de vruchten
Minder natuurlijk voorkomende toxines
Let wel : risico op residuen?
Strenge wetgeving
MRL
Goed landbouwkundig gebruik
Cijfers FAVV : 98% voldoet aan de normen
Cijfers EFSA : meerderheid geen residu’s
Het eten van groenten en fruit in ons
land is veilig en gezond
5. Wat zijn de doelstellingen van de Green deal in relatie tot gewasbescherming en formuleer
je eigen mening hierover naar haalbaarheid.
Europa tegen 2050 een klimaatneutraal continent
biodiversiteitsstrategie en haar Farm-to-Forkstrategie
(20.05.2020)
“het gebruik en de risico's van pesticiden
tegen 2030 met 50 procent te verminderen,
en het gebruik van kunstmest met 20 procent.
25% EU landbouwgrond biolandbouw (versus 8%
nu)
Hoe volgens Phytofar ? Innovatie, Precisielandbouw,
biologische middelen , inzamelen lege verpakkingen,
opleiding,…
6. Verklaar volgende uitspraak toe : “Voedselproductie op een intensieve wijze is een
noodzakelijke keuze: op ethisch vlak én met het oog op bescherming van de natuur” (Prof.
Benton) .
Om meer voedsel te produceren en tegelijk de impact op het milieu te verkleinen wordt best gekozen
voor intensieve landbouw in agrarisch gebied. Door intensieve landbouw om te schakelen naar
biolandbouw boeken we 12 % biodiversiteitswinst maar verliezen we 46% aan opbrengst. Natuur en
voedselproductie zijn gebaat dat intensief aan landbouw wordt gedaan op half zoveel . De vrijgekomen
grond kan dan een bestemming krijgen voor natuur.
7. PPP’s blijven volgens Prof Keulemans et al. (2019) nodig. Hij haalt hiervoor tal van
argumenten aan. Formuleer de twee belangrijkste uitgangspunten vanuit de wetenschap
en ook 5 argumenten waarom PPP’s nodig blijven én kunnen gebruikt worden (5 van de 9 die
in cursus zijn opgenomen).
Twee belangrijke uitgangspunten:
2
, 1) Voedselzekerheid en gezond voedsel voor 11 miljard mensen tegen 2100 is een van de
grootste uitdagingen van deze eeuw. Het is een van de belangrijkste, zo niet het belangrijkste,
mensenrecht en elk landbouwsysteem moet aan deze eis voldoen binnen de grenzen van de
planetaire duurzaamheid. Dit betekent dat geen verdere landtoename voor de landbouw
aanvaardbaar is, aangezien dit de belangrijkste drijfveer is voor het verlies van biodiversiteit,
de toename van broeikasgassen en de gevolgen voor het milieu.
2) Volgens wetenschappelijke literatuur is er geen andere optie dan de wereldwijde
opbrengstefficiëntie te vergroten en de opbrengstkloof te verkleinen om wereldwijde
voedselzekerheid te garanderen.
Vijf argumenten:
1) Het toegenomen gebruik van PPP's was een van de drijvende krachten achter de ‘groene
revolutie’ en droeg bij aan de 2,5-maal hogere opbrengst van gewassen in ontwikkelde landen.
2) PPP's zijn tegenwoordig, wanneer correct toegepast, veel veiliger dan in het verleden en er is
een strikte controle op residuen. Een veiligheidsfactor van 100 zorgt voor een veel lager
risiconiveau dan andere dagelijkse risico's waaraan mensen worden blootgesteld.
3) Ook de applicatietechnologie van PPP's is aanzienlijk verbeterd, wat bijdraagt aan een lagere
impact op het milieu en risico's voor aanvragers.
4) Zonder PPP's zullen de opbrengsten worden verlaagd, afhankelijk van het gewas, en
verminderingen van tussen 19% (tarwe) en 42% (aardappel) zijn gemeld.
5) Hoewel er in het verleden veel vooruitgang is geboekt met betrekking tot de impact van PPP's
op mens en milieu, zijn er nog aanzienlijke verbeteringen mogelijk. Vermindering van PPP-
gebruik lijkt een manier, b.v. gebaseerd op geavanceerde waarschuwings- en
beslissingsondersteunende systemen, maar een dergelijke vermindering is alleen realistisch
als het risico van vermindering van opbrengst of voedselkwaliteit aanvaardbaar is voor de
boer.
8. Alle begrippen uit tabel 2 kunnen verklaren .
Zie tabel p op p. 20-23. Tip: markeer de woorden die je niet meteen kan definiëren zodat je op deze
woorden kan focussen bij het studeren.
9. blz. II-24 (27) : waarvoor staan de vermelde eenheden : 1%, 1°/°°, 1 ppm, 1 ppb, 1 ppt , 1
ppq en geef een voorbeeld
Weergave Verdunning Voorbeeld
1% 1 procent, of 10g stof per 1kg, of 1g/100g Dranken
1؉ 1 promille, of 1 g stof per 1kg, of 1g/1000g Alcohol in bloed
1ppm 1 part per million, of 10-3g per 1kg, of 1g/1 000 000g Nitraat in drinkwater
1ppb 1 part per billion, of 10-6g per 1kg, of 1g/1 000 Zware metalen in drinkwater
000 000g
1ppt 1 part per trillion, of 10-9g per 1kg, of 1g/1 000 000 PAK’s in drinkwater
000 000g
1ppq 1 part per quadrillion, of 10-12g per 1kg, of 1g/1 000 Pesticiden in drinkwater?
000 000 000 000g
3
, 10. Waarvoor staan biociden of geef duidelijk het verschil aan met
gewasbeschermingsmiddelen?
Biociden zijn werkzame stoffen en preparaten die één of meer werkzame stoffen bevatten. Hun functie
is om schadelijke organismen te vernietigen, af te schrikken, onschadelijk te maken, de effecten te
voorkomen, of het op een andere manier chemisch of biologisch te gaan bestrijden.
Belangrijk is dat dit middel werkzaam is in de vorm waarin het aan de gebruiker wordt geleverd. Het
verschil met gewasbeschermingsmiddelen is dat deze altijd gerelateerd zijn aan de landbouw, maar
biociden kunnen ook buiten de landbouw gebruikt worden.
Vier types:
1. Ontsmettingsmiddelen en algemene biociden
2. Conserveringsmiddelen of beschermende biociden
3. Plaagbestrijding
4. Andere
Waarvoor staan gewasbeschermingsmiddelen?
Gewasbeschermingsmiddelen zijn preparaten ter bescherming en bewaring van planten of
plantaardige producten tegen schadelijke organismen of de werking van dergelijke organismen, ter
beïnvloeding van de levensprocessen van planten of de bewaring van plantaardige producten en om
ongewenste planten of plantendelen te doden. Deze omvatten gewasbeschermingsmiddelen gebruikt
in de landbouw, voor de bescherming van kamerplanten, in tuinen, in openbaar groen en op
sportterreinen. Gewasbeschermingsmiddelen worden over het algemeen ingedeeld volgens het te
bestrijden doelorganisme: insecticiden (insecten), herbiciden (planten), fungiciden (schimmels),
bactericiden (bacteriën), mollusciciden (slakken), rodenticiden (muizen, ratten en andere
knaagdieren), nematiciden (nematoden) en acariciden (mijten).
11. Hoe is een gewasbeschermingsmiddel vandaag samengesteld?
De samenstelling bestaat uit twee delen: de actieve stof (as.) en de hulpstoffen. De actieve stof is de
werkzame stof en zorgt voor de biologische activiteit. De hulpstoffen verhogen de efficiënte werking
van de actieve stof en zorgen voor de fysico-chemische activiteit.
12. Wat zijn oppervlakteactieve stoffen of surfactants in relatie tot
gewasbeschermingsmiddelen.
Oppervlakteactieve stoffen zijn verbindingen die in kleine concentraties de oppervlaktespanning
binnen vloeistoffen en bij het contact tussen vloeistof en een oppervlak sterk verlagen. Zij komen voor
in verschillende soorten formuleringen en zijn van belang niet alleen bij het vormen van emulsies maar
ook na de toepassing voor het beter openspreiden van de gespoten waterdruppels.
13. Wat is een adjuvant?
Hulpstoffen of adjuvants zijn verbindingen die de pesticidewerking verhogen. Verschillende typen
kunnen aangewend worden: emulgatoren, uitvloeiers, bevochtigers, kleefstoffen... (Zie 3.1.3). Vooral
bij herbiciden wordt meer en meer aandacht besteed aan het mogelijk effect van hulpstoffen op de
werking. Algemeen kan gesteld worden dat hulpstoffen de werking, de stabiliteit en effectiviteit van
het pesticide verbeteren.
14. Waarvoor staat ofwel : SL , EW, EC, SC, WP, DP, GR…
Dit zijn allemaal types van formuleringen.
SL: oplossingen. In water opgeloste stoffen.
EW: geconcentreerde emulsies. Melkachtige, dikke emulsies, zoals olie in water
EC: emulgeerbare concentraten = organische solvent waarin actieve stof is opgelost, emulsie
ontstaat na toevoegen van water kort voor de toepassing.
4