Uitwerking casus 6 van blok 1.2 circulatie en ademhaling, met onder andere verschillende longdrukken zoals intrapleurale druk, pneumothorax, pleuraholte en vocht en boyle's wet.
Rondom de longen liggen 2 pleurae, de parietale (borstvlies) en de viscerale pleura
(longvlies). Pariëtale pleura ligt vast aan de thoraxwand, de middenrifspieren en aan het
diafragma. De viscerale pleura bedekt de gehele oppervlakte van de longen. Samen zitten
deze pleurae vast aan het hilum. Het hilum is de plaats waar de zenuwen, de bloedvaten en
de lymfevaten de longen in lopen. Dit is ook wel de plek waar de grote bronchiale boom
vertakt in twee bronchiën.
Deze pleurae produceren pleurale vloeistof die uiteindelijk tussen deze twee lagen inkomt.
Deze ruimte wordt de pleuraholte genoemd. De pleurale vloeistof zorgt ervoor dat de twee
lagen makkelijk over elkaar heen kunnen glijden, maar dat ze niet van elkaar af kunnen
worden getrokken, dit komt door Vanderwaalsbindingen. Het is te vergelijken met twee
glasplaten, waar zeep tussen zit.
Innervatie van de pleura
De vaatvoorziening van de pleura parietalis gebeurt door a. thoracica interna en de aa.
Intercostales posteriores. De bloedafvoerende venen hebben dezelfde naam. De zenuwen
die door pleura parietalis lopen zijn nn.Intercostales en de n.phrenicus.
, De pariëtale pleura zit vast aan de fascia endothoracica. Dit is een soort vezelige
bindweefsellaag tussen de intercostale spieren en de pleura
Fysiologie pleuraholte en pleuravocht
De pleurale ruimte bevat een kleine hoeveelheid vocht, zodat de longen vrij kunnen
bewegen. De omloop van pleuravocht wordt geschat op ongeveer 2-5 mL/Kg/uur. Pleuraal
vocht wordt gemaakt in de pariëtale pleura. Reabsorptie wordt volbracht door pleurale
lymfevaten in het meest afhankelijk deel van de holte, aan het diafragmatische oppervlak en
in de mediastinale regio’s. De flow-rate in de pleurale lymfevaten kan toenemen als reactie
op een toename in de filtratie van pleuraal vocht dat werkt als een negatief feedback
systeem om het volume van de pleuravocht te controleren.
Het pleurale membraan is een poreus, mesenchymaal, sereus membraan waardoor, continu
kleine hoeveelheden van interstitiële vloeistof door dit membraan diffunderen naar de
pleurale ruimte. Deze vloeistoffen dragen weefselwitten met zich mee die de pleurale
vloeistof een slijmerig kenmerk geven, waardoor de longen zich heel makkelijk kunnen
verschuiven. De totale hoeveelheid vloeistof in de pleurale ruimte is klein. Wanneer de
hoeveelheid groter wordt, wordt de overvloedige vloeistof weggepompt door lymfevaten. De
lymfevaten leiden direct van de pleuraholte naar het mediastinum, het bovenste oppervlak
van het diafragma en de laterale oppervlaktes van de pariëtale pleura. Hierdoor wordt de
pleurale ruimte eigenlijk een potentiële ruimte genoemd omdat deze maar heel klein is. De
negatieve druk in de interpleurale ruimte ontstaat, doordat de lymfevaten vocht wegpompen
uit deze ruimte.
Ademmechanica (drukverschillen)
Alle ademhalingsdrukken worden beschreven relatief aan de atmosfeer druk (P atm), dit is
de druk die wordt uitgeoefend door de lucht en gassen om het lichaam. Op zeeniveau is
atmosfeer druk 760 mm Hg = 0 atm. Een negatieve respiratoire druk is lager dan de
atmosfeer durk, bijv – 4 mm Hg (760 – 4 = 756 mm Hg)
Intrapulmonaire druk (P pul)
Dit is de druk in de alveoli. Deze druk daalt en stijgt met de fasen van ademen, maar wordt
altijd gelijk aan de atmosfeer druk uiteindelijk. 0
Alveolaire druk en luchtdruk
Wanneer er geen lucht in- of uit- de longen stroomt, is de luchtdruk gelijk aan de alveolaire
druk. Om lucht in te ademen zorgt het lichaam ervoor dat het volume groter wordt, onder
andere door de borstkas naar voor en omhoog te bewegen. Door een vergroting van het
volume, daalt de druk in de longen en in de alveoli. De buitendruk is dan hoger en er stroomt
lucht je longen in. Bij uitademen gebeurt precies het tegenovergestelde, hierbij wordt het
volume kleiner waardoor de alveolaire druk groter wordt dan de luchtdruk. Als dit gebeurt
adem je uit. Bij inademen is de kracht die de thorax levert groter dan de kracht die de longen
tegenwerken. De longen hebben namelijk elasticiteit en die proberen de kracht van de
thorax tegen te werken. De kracht van de thorax is sterker en dus neemt het volume toe en
neemt de druk dus af in de alveoli.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur megandehoog. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.