Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Sociologie €5,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Sociologie

 5 vues  0 fois vendu

Samenvatting van de lessen aangevuld met eigen notities. Geslaagd met 17/20

Aperçu 3 sur 16  pages

  • 2 juin 2023
  • 16
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (16)
avatar-seller
Veya86
SOCIOLOGIE

INLEIDING


PARADIGMATISCH PLURALISME
Niet één, maar verschillende theoretische stromingen (scholen, referentiekaders, optieken, richtingen,
benaderingen, ...) in de sociologie. De manier waarop sociologen naar het sociale (mens en maatschappij) kijken
verschilt daardoor. Perspectief, punt van waaruit je kijkt naar de werkelijkheid.

Paradigma

Specifieke combinatie van uitgangspunten, theorieopvattingen en voorschriften van methodologische aard van
waaruit naar de werkelijkheid wordt gekeken. Heeft een wetenschappelijk, neutraal karakter.

IDEOLOGIE

Is een voorstelling van de werkelijkheid die vooral als functie heeft belangen te behartigen... een
levensbeschouwing. Heeft een politiek, waardegeladen, meer emotioneel karakter.

Een paradigma kan evolueren naar een ideologie. Politiek is een machtsspel en sociaal beleid is eerder wetenschap.

– Actor vs. Structuur: allemaal individuele actoren die iets sociaal vorm geven vs. topdown bekijken hoe je als
individuele actoren beïnvloedt worden
– Mensen worden bepaalt door de context en geven daar ook betekenis aan.
– Psychologische kijk: afhankelijk van de school verschilt het beeld.
– Politieke kijk: liberalen, socialisten
– Economische kijk: proberen stimuleren om leningen aan te gaan, te kopen en verkopen. Om de economie
zuurstof te geven.

THOMAS KUHN

1. Wetenschap(s- beoefening) is sociaal bepaald

– Modieus karakter van wetenschap, methodiek,...
– Dominante wetenschap (of stroming) wordt o.a. bepaald door het ideologisch klimaat, niet (altijd of
uitsluitend) door de juistheid ervan
– Wetenschap is afhankelijk van waar je woont, welke tijd, wat je doet, …

2. Wetenschapsopbouw niet steeds cumulatief, ook periodes van strijd tussen parallelle referentiekaders

(vb. uit andere disciplines: klassieke vs. keynesiaanse economie, Freudianen vs. behavioristen in de psychologie, ...)


BELANG VAN PARADIGMA’S
VOOR SOCIOLOGEN

– Diverse paradigma’s dragen bij aan een vollediger begrip van het sociale (feit)

VOOR SOCIAAL WERKERS

– Diverse paradigma’s leiden tot diverse handelingsstrategieën voor SW’ers
– Eenzelfde sociale situatie, behoefte, probleem kan (moet!) vanuit meerdere invalshoeken worden belicht
– Heeft dus meerdere implicaties voor sociaal handelen

,VERKLARINGSMODELLEN VAN ARMOEDE
Niveau van de oorzaak Aard van de oorzaak
Intern Extern
Micro (individu en gezin) Individuele schuld/ persoonlijk tekort Individueel ongeval/ tegenslag
Meso (groep, leefomgeving) Institutionele schuld Institutioneel ongeval
Macro (samenleving) Maatschappelijk tekort (structureel) Maatschappelijk ongeval (conjunctuur)

ORIËNTATIEMODEL: 4 PARADIGMA’S
1. Gedeeld begrip door de symbolen die we begrijpen
2. De functie van een structuur
3. Neomarxisten, niet kijken naar actoren maar grote
structuren, kijken vanuit een descensus (conflicten), ze
hebben andere belangen
4. Interactie stopt wanneer voor wat hoort wat niet meer
geldt. Iedereen heeft eigen belangen waardoor een
conflict ontstaat en zo de relatie beëindigd wordt.

PARADIGMATISCHE VRAGEN EN KEUZES

Onderliggend aan de constructie van het oriëntatiemodel liggen o.a. deze (filosofische) vragen:

– Materialisme versus idealisme (of: objectivisme versus subjectivisme)
o Bestaat er een sociale realiteit onafhankelijk van de menselijke geest? In je geest of daarbuiten
– Determinisme versus maakbaarheid
o Wordt de mens gedetermineerd door zijn context of beschikt hij over een vrije wil? Invloed op
context of context heeft invloed op jou. Onderscheid structuur vs. agency benadering)
– Conflict versus consensus
o Zijn mensen (samenlevingen) eerder coöperatief/ consensueel ingesteld, dan wel vooral uit op
eigenbelang en conflict (vb. politieke ideologieën).

SYMBOLISCH INTERACTIONISME


INTERACTIONISME
Stroming (paradigma) binnen de sociologie.

– Actorperspectief (agency) centraal.
– Betekenis die aan sociaal handelen wordt toegekend is bepalend voor de constructie van de werkelijkheid.
Actoren die samen met elkaar in interactie treden. Mensen gaan aan het sociaal gedrag dat ze stellen een
bepaalde betekenis toekennen (symbolische).
o Gedrag/sociaal handelen/gebaren  interpretatie/betekenis/symbool  constructie van de sociale
werkelijkheid
o Thomas theorema: if men define situations as real, they become real in their consequences
(macht/kracht van de definitie)  wordt waar.
o Perceptie van de situatie stuurt de werkelijkheid meer dan de feitelijke situatie zelf.
o Ligt ten grondslag aan de self fullfilling prophecy (vb. jij gaat niet slagen  ik kan niet slagen 
geen moeite doen  niet slagen).

, o Het looking glass self, hoe je kijkt naar jezelf is een weerspiegeling van hoe anderen naar je kijken.
Opbouw van het zelfbeeld bepaald wordt door interacties met anderen. Opnieuw: als iedereen
tegen jou zegt: je bent mooi, lelijk, dik of dun, ... Ga je dat ook geloven en jezelf daar naar gedragen.

KRITIEK

Interactionisten kijken te weinig naar de structuur van de samenleving en hoe die ons handelen bepaald.

DEFINITIE SYMBOLISCH INTERACTIONISME
Voor de symbolisch interactionisten wordt de sociale werkelijkheid voortdurend ge(re)construeerd door de samen
handelende actoren zelf. De sociale werkelijkheid ontwikkelt zich zo door interacties heen, in een voortdurend
proces. Ons handelen wordt niet volkomen bepaald door de toestand waarin we ons bevinden; het wordt beslissend
medebepaald door de manier waarop we die situatie, dat handelen, definiëren en interpreteren. Zichtbaar handelen
staat symbool voor achterliggende betekenissen.

G.H. MEAD

– Mind, self & society
– Het denken (‘mind’) en het zelfbewustzijn (‘self’) van mensen zijn géén individuele dingen, net zomin als de
samenleving (‘society’) als geheel
– Ze komen voort uit de interacties tussen mensen
– ‘Society’ beïnvloedt op haar beurt ook ‘self’ & ‘mind’, dus géén louter bottom-up perspectief maar een
dubbel actor & structuurperspectief
– Tegengewicht voor individualistische (Darwinistische, biologische...) theorieën: denken is geen individuele
act, de mens is een snijpunt van relaties
– Alles wat je denkt en dacht is niet individueel bepaald, ingegeven door de mensen waar mee je samen leeft
en bijvoorbeeld sociale media. Nooit 100% persoonlijk. Je identiteit is ook sociaal bepaald. Maar er is ook
een eigen impact op het systeem.

Vertrekpunt van Mead: mensen zijn anders dan dieren

– Dieren reageren direct en automatisch (instinctief, volgens stimulus-respons logica) op elkaars handelingen.
– Mensen reageren in de eerste plaats niet op het directe handelen maar op de betekenis of de bedoeling die
zij daarachter vermoeden (vb. hand uitsteken). Hier vindt dus een proces van interpretatie plaats.
– Handelingen, gebaren, interacties worden zo symbolen en de betekenis daarvan komt uit de samenleving.
Een symbool betekent letterlijk iets dat voor iets anders staat, iets anders betekent (vb. vriendschap).
– Gedrag van mensen geeft op zichzelf dus geen aanleiding tot de reactie van de ander, maar wel de betekenis
die aan dat gestelde gedrag wordt gegeven. Gedrag symboliseert telkens iets voor mensen. Vandaar de term
symbolisch interactionisme.
– Dieren reageren instinctief en zijn impulsiever en mensen het sociale gedrag, hebben het vermogen afstand
te nemen van de situatie.
1. Ontwikkeling van de Mind

Gebeurt (doorheen de interactie) in verschillende fasen:

1. Conversation of gestures: automatische reactie op het gedrag (de handeling) van de ander, minimaal besef
om met dezelfde gesture bezig te zijn (vb. baby-moeder), dit gebeurt ook bij dieren
2. Taking the attitude of the other (role-taking): de ander (zijn/haar rol) begrijpen waardoor handelingen op
elkaar worden afgestemd
3. ‘Delayed response with the use of symbols’: de situatie beoordelen door het perspectief van de ander te
zien. Het denken neemt hier de vorm aan van een soort gesprek van de actor met zichzelf (‘inner talk’,
waardoor impulsief reageren wordt beheerst)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Veya86. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté