alle hc aantekeningen notariele ambtsuitoefening vu
Samenvatting Boek De Notariswet - Melis/Waaijer
Tout pour ce livre (23)
École, étude et sujet
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Rechtsgeleerdheid: Notarieel Recht
De Notariswet (RGBPR00205)
Tous les documents sur ce sujet (1)
2
revues
Par: beekmanimke • 4 mois de cela
Par: jinseyamesz • 1 année de cela
Vendeur
S'abonner
hasmikpoghosowa
Avis reçus
Aperçu du contenu
SAMENVATTING
DE NOTARISWET
HASMIK POGHOSOWA
,INLEIDING:
H2: De wettelijke omschrijving van het ambt blz. 3
H3: Onpartijdigheid en onafhankelijkheid blz. 6
H4: Ministerieplicht en dienstweigering blz. 8
H5: Benoeming blz. 14
H6: De notariële akte; algemene aspecten blz. 18
H7: De notariële partij-akte blz. 23
H8: Bewijsrechtelijke betekenis van de notariële akte blz. 29
H9: Bevoegdheidsbeperkingen van de notaris vanwege bij de akte betrokken personen blz. 32
H10: Afschriften, uittreksels en grossen blz. 35
H11: Executoriale kracht van grossen blz. 38
H12: Ambtsgeheim en privacybescherming blz. 40
H13: Het professionele verschoningsrecht blz. 44
H14: Integriteit en criminaliteitsbestrijding blz. 48
H15: Wettelijke en buitenwettelijke werkzaamheden blz. 52
H16: Kantoor, organisatie en praktijkuitoefening blz. 57
H17: Bevoegdheidsbeperkingen vanwege plaats en tijd van de ambtsuitoefening blz. 60
H18: Bevoegdheidsbeperkingen vanwege de aard van de rechtshandeling blz. 63
H19: Kandidaat-notaris blz. 64
H20: De waarneming blz. 66
H21: De toegevoegd notaris blz. 72
H22: De derdengeldrekening blz. 74
H23: De notaris als ondernemer blz. 79
H24: Interdisciplinaire samenwerking blz. 82
H25: Beëindiging van de ambtelijke bevoegdheden blz. 85
H26: De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie blz. 86
H27: Klachten over de notaris blz. 91
H28: Beroepsaansprakelijkheid blz. 92
H29: Tuchtrecht blz. 96
H30: Het formeel tuchtrecht blz. 99
H31: Het extern preventief toezicht blz. 107
H33: Registratiewet 1970 blz. 110
2
,H2: DE WETTELIJKE OMSCHRIJVING VAN HET AMBT
2.1 De notaris volgens de Wet op het notarisambt
Art. 2 lid 1 Wna zegt dat het ambt van een notaris inhoudt de bevoegdheid om authentieke akten te
verlijden in de gevallen waarin de wet aan hem opdraagt of een partij zulks van hem verlangt en an-
dere in de wet aan hem opgedragen werkzaamheden verrichten à dit zijn de wettelijke of ambtelijke
werkzaamheden en moet je onderscheiden van de buitenwettelijke of niet-ambtelijke werkzaamhe-
den. Deze bevoegdheid oefent de notaris uit op gezag van de overheid.
Authentieke akten zijn akten in de vereiste vorm en bevoegdelijk opgemaakt door ambtenaren aan
wie bij of krachtens de wet is opgedragen op die wijze te doen blijken van door hen gedane waarne-
mingen of verrichtingen, art. 156 lid 2 Rv. Je moet een onderscheid maken tussen authentieke en no-
tariële akten.
- Wordt in het BW of Kadasterwet gesproken over notariële akten, dan worden bedoeld au-
thentieke akten waarvan het opmaken exclusief is voorbehouden aan de notaris. Andere amb-
tenaren zijn dus onbevoegd.
- Wordt in de Wet op het notarisambt gesproken over een notariële akte (bijv. art. 37 en 49
Wna), dan wordt specifiek bedoeld: een voor een notaris verleden authentieke akte.
Indien de wet het opmaken van een authentieke akte voorschrijft, is dat meestal de enige mogelijk-
heid om een bepaalde rechtshandeling tot stand te brengen. De notaris heeft dan een domeinmono-
polie, meestal op het gebied van registergoederenrecht, het familievermogensrecht en het rechtsper-
sonenrecht.
Het voorschrift een rechtshandeling door middel van een authentieke akte te verrichten, is een vorm-
voorschrift. Tenzij uit de wet anders voortvloeit, zijn rechtshandelingen die niet in de voorgeschreven
vorm zijn verricht, nietig, art. 3:39 BW. Soms geeft de wet expliciet zelf een alternatief voor de au-
thentieke akte, meestal is dit dan een onderhands geregistreerde akte.
De wet geeft de notaris ook andere opdrachten dan het opmaken van notariële akten. Dat gebeurt
zowel in als buiten de Wet op het notarisambt. Lees boek blz. 15 voor andere opdrachten die de nota-
ris kan krijgen buiten de Wet notarisambt! In de Wet op het notarisambt wordt opgedragen:
- Handtekeningen te legaliseren, art. 52 Wna
- Een onderhandse uiterste wil die de notaris gesloten ter hand is gesteld, na de dood van de
erflater aan de kantonrechter aan te bieden, art. 47 Wna
- Van notariële akten afschriften, uittreksels en grossen af te geven, art. 49-50 Wna
- Akten op te nemen in zijn protocol, art. 48 Wna
- Te zorgen voor de afgifte van vergeleken afschriften van niet tot zijn protocol behorende ak-
ten en stukken, de zogeheten copie collationnées, art. 49 lid 3 Wna.
2.2 De notaris is een ambtenaar
Wat betekent het dat de notaris ambtenaar is? De notaris is aangesteld om in openbare dienst werk-
zaam te zijn. Dit betekent dat hij ambtenaar is in de zin van de Ambtenarenwet. Slechts voor zover de
Wet op het notarisambt niet anders bepaalt, het formele recht dat voor ambtenaren geldt ook op no-
tarissen van toepassing is.
2.3 De notaris is een bestuursorgaan
De notaris is geen staatsorgaan of vertegenwoordiger van de staat. Hij moet wel worden geduid als
bestuursorgaan in de zin van art. 1:1 lid 1 sub b Awb: hij is onmiskenbaar met enig openbaar gezag be-
kleed. In art. 2:2 Awb is bepaald dat het bestuursorgaan bijstand of vertegenwoordiging door een per-
soon tegen wie ernstige bezwaren bestaan, kan weigeren. Deze artikelen kunnen niet van toepassing
zijn op notariële werkzaamheden.
3
,2.4 De taak van de notaris
Als hoofdlijn heeft de notaris als taak de rechtszekerheid te dienen. In de tweede plaats richt hij zich
op rechtsbescherming. Als derde, opkomende opdracht wordt hem voorgehouden zich bij zijn ambts-
uitoefening te kwijten van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid.
De inzet van de notaris draagt bij aan de rechtszekerheid doordat hij blijkens vaste jurisprudentie een
zwaarwegende zorgplicht heeft ter zake hetgeen nodig is voor het intreden van de rechtsgevolgen
welke zijn beoogd met de in zijn notariële akte opgenomen rechtshandelingen. Het belang van de no-
tariële opdracht de rechtszekerheid na te streven, geldt voor iedere notariële akte, ook voor die akten
die voor derden niet direct van betekenis zullen zijn. Vaker is rechtszekerheid vooral een maatschap-
pelijk belang dat ook ziet op derden, waaronder rechtsopvolgers een belangrijke plaats innemen. Aan-
gezien het dienen van de rechtszekerheid een van de pijlers is van het functioneren van het notariaat,
is het niet verwonderlijk dat ook de tuchtrechter de notaris fouten dienaangaande soms zwaar aanre-
kent.
Van andere orde is de opdracht aan de notaris om rechtsbescherming te bieden aangaande de in-
houd, en dus ook de rechtsgevolgen van de voorgenomen rechtshandeling. In het arrest Groningse
huwelijksvoorwaarden heeft de HR benadrukt dat de functie van de notaris in het rechtsverkeer met
zich meebrengt dat hij beroepshalve is gehouden naar vermogen te voorkomen dat misbruik wordt
gemaakt van juridische onkunde en feitelijk overwicht. Hij dient daartoe niet alleen voorlichting te ge-
ven maar moet ook waarschuwen tegen de specifieke, bewarende partijen die hij bijstand verleent. Hij
moet zich dus actief opstellen à Belehrungspflicht van de notaris.
Dit arrest heeft zijn neerslag gevonden in art. 43 lid 1 Wna handelend over akten, maar geldt ook ge-
woon steeds indien de notaris ambtelijke werkzaamheden verricht.
Soms is een taak van de notaris ingegeven door een direct overheidsbelang. Het overheidsbelang is
evident bij de taak die de notaris wordt opgelegd te zorgen voor de inning van overdrachtsbelasting,
art. 42 Inv. Daarvoor wordt hij niet betaald en laat hij een inning achterwege, dan is hij met de belas-
tingplichtige hoofdelijk aansprakelijk.
2.5 Het werkterrein van de notaris: het burgerlijk recht maar er is meer
Bij het opmaken van notariële akten houdt de notaris zich bezig met het burgerlijk recht. Daarom is
een definitie van authentieke akte ook te vinden in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, art.
156 lid 2 Rv. Aan de notariële akte kan uitsluitend dwingend bewijs worden ontleend in het burgerlijk
procesrecht. Een notaris is geen pure, allround fiscalist. Wel wordt van hem verlangd grondige kennis
van en inzicht in het belastingrecht, voor zover van belang voor de notariële praktijkuitoefening. Kan
een notaris die pretentie niet waarmaken, dan zal hij dat de cliënt duidelijk moeten maken.
2.6 De notaris is een ondernemer
De opdrachten die de notaris heeft dient hij te vervullen als zelfstandig ondernemer. Ofschoon hij een
publieke taak uitoefent, ontvangt de notaris geen honorarium van de overheid. Hij is zelf verantwoor-
delijk voor het gezonde voortbestaan van zijn kantoor, in het bijzonder in financieel opzicht en dus
voor zijn ondernemersbeloning à ook wel getypeerd als een geprivatiseerd ambtenaar. Onder om-
standigheden is de notaris gehouden zijn diensten te weigeren, art. 21 lid 2 Wna.
2.7 Het notarisambt vergeleken met andere ambten
De notaris is niet de enige ambtenaar aan wie het opmaken van authentieke akten is voorbehouden.
De ambtenaar van de burgerlijke stand en deurwaarders kunnen bijvoorbeeld ook authentieke akten
opmaken. Een verschil tussen deze ambtenaren en de notaris is dat de bevoegdheid van de notaris
niet beperkt is tot het opmaken van bepaalde, bij of krachtens de wet aangewezen authentieke akten.
Ook indien de wet het opmaken van een akte niet specifiek aan de notaris opdraagt, is hij bevoegd au-
thentieke akten op te maken indien een partij zulks verlangt.
4
,Het notarisambt wordt ook vergeleken met dat van de rechter. Zowel de notaris als de rechter hebben
een ordenende functie. De notaris zou gezien moeten worden als een vooruitgeschoven post van de
rechterlijke macht. In tegenstelling tot de notaris, die persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld, de
rechter verregaande immuniteit geniet voor aansprakelijkheid jegens derden op grond van art. 42 Wet
rechtspositie rechtelijke ambtenaren.
2.8 Voorwaarden voor de ambtsuitoefening
Om te waarborgen dat de notaris zijn ambt op de gewenste wijze uitoefent, worden in de Wet op het
notarisambt eisen gesteld voor zijn functioneren, die maken dat de notaris kan worden gerangschikt
onder de gereglementeerde beroepen:
- Het hebben en onderhouden van specifieke juridische deskundigheid, art. 6 lid 2 sub a Wna
- De notaris dient alvorens benoemd te kunnen worden aan een persoonlijke geschiktheids-
toets te voldoen, art. 8 lid 2 Wna
- Voor benoeming moet de notaris voldoende praktische notariële ervaring opgedaan hebben,
art. 6 lid 2 sub b Wna
- Om als notaris te worden benoemd, dient de kandidaat te kunnen aantonen dat hij van onbe-
sproken gedrag is, art. 6 lid 2 sub c Wna
- Betrouwbaarheid op financieel gebied, art. 23-25 Wna
- De notaris dient zijn ambt in onafhankelijkheid uit te oefenen, art. 17 lid 1 Wna
- Hij oefent zijn ambt onpartijdig uit. Hij behartigt de belangen van alle bij de rechtshandeling
betrokken partijen op onpartijdige wijze en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid, art. 17
lid 1 Wna
- Op de notaris rust een geheimhoudingsplicht, art. 22 Wna. Hij heeft blijkens wetgeving en ju-
risprudentie ook een verschoningsrecht
- Besef van de eer en het aanzien van het ambt, art. 8 lid 2 en 17 lid 3 Wna
5
,H3: ONPARTIJDIGHEID EN ONAFHANKELIJKHEID
3.1 Algemene opmerkingen
Van de eisen die de wet aan de notaris stelt voor de uitoefening van zijn ambt, is de eis om onpartijdig
op te treden de meest kenmerkende. Met onpartijdigheid hangt onafhankelijkheid nauw samen. De
beide eisen zijn algemene bewoordingen in de wet te vinden in art. 17 lid 1 Wna.
In de eedsformule van art. 3 Wna is te lezen dat de notaris zijn ambt onpartijdig zal uitvoeren, en ‘dat
ik, voorts, middellijk noch onmiddellijk, onder enige naam of voorwendsel, tot het verkrijgen van mijn
benoeming aan iemand iets heb gegeven, noch zal geven of beloven’.
Met onpartijdigheid en onafhankelijkheid hangen nauw samen:
- Art. 9 Wna: de onverenigbaarheid van bepaalde betrekkingen met het notarisambt
- Art. 11 Wna: de verplichting om nevenbetrekkingen te melden en de verplichting om daar van
af te zien indien onpartijdigheid en onafhankelijkheid daardoor wordt of kan worden beïn-
vloed
- Art. 17 lid 2 Wna: het verbod om het notarisambt uit te oefenen in dienstbetrekking of in enig
ander verband waardoor de onafhankelijkheid of onpartijdigheid wordt of kan worden beïn-
vloed
- Art. 17 lid 3 Wna: het verbod om te handelen en te beleggen in registergoederen en effecten
- Art. 18 Wna: de voorwaarde om interdisciplinaire samenwerkingsverbanden alleen aan te
gaan als de onafhankelijkheid en onpartijdigheid niet wordt of kan worden beïnvloed
- Art. 19 Wna: het verbod om akten te verlijden waarin natuurlijke personen optreden als partij
of vertegenwoordiger voor een partij bij die akte, indien de notaris in een nauwe familierech-
telijke betrekking tot die personen staat. Een verbod geldt eveneens indien een rechtspersoon
als partij of vertegenwoordiger optreedt, indien bij die rechtspersoon personen zijn betrokken
waarmee de notaris in nauwe familierechtelijke betrekking staat
- Art. 20 Wna: het verbod om akten te verlijden die een begunstiging inhouden van de notaris
zelf of van personen tot wie de notaris in een nauwe familierechtelijke betrekking staat. Ook
hier geldt het verbod eveneens voor rechtspersonen waarbij ‘familie’ is betrokken
- Art. 23 lid 2 sub b Wna: het verbod om leningen te verstrekken aan degene die partij is bij een
akte of die rechtstreeks of middellijk betrokken is bij een rechtshandeling waarop de akte be-
trekking heeft
- Art. 39 Wna: het verbod om personen tot wie de notaris in een nauwe familierechtelijke be-
trekking staat als getuige te laten optreden in een akte
Onpartijdigheid is van belang indien de notaris optreedt voor meerdere partijen.
3.2 De begrippen onpartijdigheid en onafhankelijkheid; partijnotaris
Wat houdt de eis van onpartijdigheid voor de notaris in? Hoofdregel is dat de notaris zich de belangen
van bepaalde partijen niet méér zal mogen aantrekken dan die van anderen. Hij mag bij zijn rechtsbe-
deling de een niet bevoordelen ten opzichte van de ander. Dit leidt evenwel uitzondering indien dat
wordt ingegeven door een voor de betreffende rechtshandeling relevante achterstandspositie van de
ene partij jegens de andere partij. Is sprake van zo’n achterstandspositie dan dient de notaris zo veel
mogelijk corrigerend op te treden. Hij dient zich ook dan dus actief op te stellen.
Een juridisch relevante achterstandspositie kan zijn oorzaak vinden in juridische onkunde of in feitelijk
overwicht van de ander. Onder feitelijk overwicht zou ik ook willen begrijpen een economische
machtspositie van de ander. In dit verband wordt wel de term gebruikt: compenserende onpartijdig-
heid, hetgeen inhoudt dat de notaris de zwakkere partij in bescherming dient te nemen tegen de ster-
kere wederpartij.
6
,Onafhankelijkheid kan worden gezien als een voorwaarde voor onpartijdig optreden. De eis van onaf-
hankelijkheid houdt in dat de notaris dient te voorkomen dat hij in een situatie geraakt waarin hij niet
meer vrijstaat bij zijn handelen doordat zijn optreden wordt beïnvloed door afspraken met anderen, of
althans die schijn wordt gewekt. Zo is het de notaris niet toegestaan provisie aan te nemen. Hij dient
zich ook te onthouden van het betalen van provisie. Onafhankelijkheid dient de notaris te betrachten
jegens partijen maar zeker ook jegens de overheid.
3.4 Standvastigheid bij een eenmaal ingenomen rol
De werkzaamheden van de notaris vinden vaak hun neerslag in een notariële akte. Nadat de akte is
gepasseerd kunnen vragen over de akte opkomen. Ik ben van mening dat als hoofdregel dient te gel-
den dat de notaris zich jegens partijen terughoudend opstelt als hij wordt gevraagd zijn akte uit te leg-
gen. Bij het opstellen van die akte trad hij op als onpartijdig adviseur. Die onpartijdigheid houdt niet
op als de akte eenmaal is gepasseerd. Uitleg op verzoek van slechts één partij zonder dat de andere
daar kennis van heeft, bergt het gevaar in zich van een door de vragensteller gekleurde vraag, die de
wederpartij niet heeft kunnen nuanceren. Die wederpartij wordt dan ongevraagd met het voldongen
feit van een bepaalde invalshoek en uitleg overvallen. Ook kan de vraagstelling gepaard gaan met een
gekleurde uitleg die aansprakelijkstelling van de notaris zelf, bij een onwelgevallige uitleg van de akte.
Dat schept het gevaar van een gekleurde uitleg die aansprakelijkheid van de notaris afwendt. Mijns
inziens behoort de notaris alleen tot uitleg over te gaan nadat alle partijen op de hoogte zijn gebracht
van de vraagstelling aan de notaris en daarop hebben kunnen reageren.
3.5 Onverenigbare betrekkingen
Een notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris kan op grond van art. 9 Wna niet tevens zijn:
- Lid van de rechterlijke macht, behoudens als raadsheer-plaatsvervanger, rechter-plaatsver-
vanger of kantonrechter-plaatsvervanger
- Gerechtsdeurwaarder
- Bewaarder van het kadaster en de openbare registers, art. 6 Kw
- Advocaat
Overtreding van art. 9 Wna; sancties
Art. 9 Wna omvat twee situaties. Enerzijds die waarin iemand eenmaal notaris, toegevoegd notaris of
kandidaat-notaris zijnde, een onverenigbaar ambt of onverenigbare betrekking zou willen aanvaarden.
Anderzijds de situatie waarin iemand die een onverenigbaar ambt of onverenigbare betrekking be-
kleedt, kandidaat-notaris of (toegevoegde) notaris wenst te worden.
De Wna bepaalt dat een (toegevoegd) notaris of kandidaat-notaris de genoemde betrekkingen niet
kan verenigen. Op het eerste gezicht duidt dit erop dat de notaris geacht wordt van rechtswege af-
stand te doen van het notarisambt.
Art. 14 lid 4 sub b Wna zegt dat de notaris de onverenigbare ambten en betrekkingen niet mag vereni-
gen maar dat wel kan. Ondanks de onverenigbare ambten of betrekkingen blijft hij in beginsel notaris.
De notaris die handelt in strijd met art. 9 Wna, komt in aanvaring met de tuchtnorm van art. 93 Wna.
Langs die weg kan hij gedwongen worden zijn onverenigbare functie op te geven, op straffe van ont-
zetting uit het notarisambt.
De (toegevoegd) notaris in dienstbetrekking
In art. 17 lid 2 Wna is bepaald dat de notaris zijn ambt niet mag uitoefenen in dienstbetrekking of in
enig ander verband waardoor zijn onafhankelijkheid of onpartijdigheid wordt of kan worden beïn-
vloed. De notaris is eindverantwoordelijk voor het doen en nalaten van de toegevoegd notaris.
7
, H4: MINISTERIEPLICHT EN DIENSTWEIGERING
4.1 Algemene opmerkingen over ministerieplicht en dienstweigering
Volgens art. 2 lid 1 Wna houdt het ambt een bevoegdheid in om authentieke akten te verlijden. Even-
als bij het verschoningsrecht, is de notaris echter geenszins vrij om daar naar eigen believen al dan
niet gebruik van te maken. De ministerieplicht dient om de toegankelijkheid van notariële diensten
voor eenieder te waarborgen. Het publieke recht van de notaris is tevens publieke plicht, art. 21 lid 2
Wna. De notaris dient uit hoofde van zijn maatschappelijke taak binnen de rechtsorde zijn ministerie
te verlenen. De ministerieplicht is een natuurlijke tegenhanger van het domeinmonopolie dat de wet-
gever de notaris voor diverse rechtshandelingen toekent, onder andere art. 2 Wna.
Bestaat de ministerieplicht van de notaris uitsluitend voor de gevallen waarin zijn bestand door de wet
wordt voorgeschreven en dus niet als een rechtshandeling ook zonder notariële akte tot stand kan ko-
men? Ik meen dat ook als een rechtshandeling zonder notariële akte tot stand kan komen, een minis-
terieplicht bestaat.
In art. 21 lid 2 Wna is geregeld dat de notaris zijn dienst moet weigeren wanneer ‘naar zijn redelijke
overtuiging of vermoeden de werkzaamheid die van hem verlang wordt, leidt tot strijd met het recht of
de openbare orde, wanneer zijn medewerking wordt verlangd bij handelingen die kennelijk een onge-
oorloofd doel of gevolg hebben of wanneer hij andere gegronde redenen voor weigering heeft.’
- Aan de ene kant is er de partij die onder dreiging van aansprakelijkstelling aandringt op spoe-
dige afhandeling, aan de andere kant is er de wederpartij die aansprakelijkstelling in het voor-
uitzicht stelt in geval van overtreding van art. 21 Wna. Voor het functioneren van de notaris is
begrip van de rechter voor zijn positie cruciaal.
Meer en meer wordt vanuit de maatschappij het belang benadrukt van de plicht tot dienstweigering.
In 2011 is een wetwijzing ingetreden. Toen is aan art. 21 Wna toegevoegd dat de notaris ook dienst
moet weigeren wanneer naar zijn redelijk vermoeden dienstweigering gegrond is. Een notaris is ver-
plicht bij gerede twijfel aan de goede bedoelingen van zijn cliënt zijn dienst te weigeren, althans hij
dient zich eerst door nader onderzoek te overtuigen van het geoorloofde karakter ervan. Enige con-
cretisering is tot stand gekomen in 2011 met art. 6 Vbg.
Indien een partij een redelijk belang niet aannemelijk kan maken, zal de notaris dienst moeten weige-
ren. De vertrouwensfunctie van de notaris wordt geschaad indien de notaris zien leent voor onnozel-
heden zoals toezicht op het optreden van een goochelaar op tv. De notaris onthoudt zich van het op-
maken van een akte waarbij hij optreedt als figurant. Dat is ook zo wanneer het opmaken van een akte
wordt verzocht louter voor reclamedoeleinden. Dit is in strijd met de eer en het aanzien van het ambt.
De notaris die ten onrechte weigert zijn ministerie te verlenen, handelt in strijd met de tuchtnorm van
art. 93 Wna. Denkbaar is dat zijn onterechte weigering betekent dat hij wanprestatie pleegt of on-
rechtmatig handelt in de zin van art. 6:162 BW.
- Ook handelen wanneer dienstweigering geboden was, zal overtreding van de tuchtnorm van
art. 93 Wna met zich brengen. De notaris zal dan mogelijk ook civielrechtelijk kunnen worden
aangesproken wegens wanprestatie of onrechtmatige daad.
4.2 Balanceren tussen ministerieplicht en dienstweigering
De notaris beslist dus zelf of er een gegronde reden is om zijn ministerie te weigeren. Een verkeerde
afweging kan tot schade leiden. De notaris loopt over het smalle koord, het vangnet ontbreekt.
In dat licht bezien is het in ieder geval aan te bevelen dat de notaris bij twijfelgevallen overleg pleegt
met een of meer collega’s, alvorens een beslissing te nemen. Onder te betrachten geheimhouding kan
dat met een notaris van zijn kantoor. Het raadplegen van een notaris van een ander kantoor, de KNB
of een deskundige wetenschapper verdient aanbeveling.
8
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hasmikpoghosowa. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.