Inleiding Bestuurs en Organisatiewetenschap (USG5020)
Établissement
Universiteit Utrecht (UU)
Aantekingen en samenvatting van de hoorcolleges en de boeken van Openbaar bestuur, beleid, organisatie en politiek en Reframing Organizations. Artistry, Choice, and Leadership
Dr. r.j.t. van rijsselt
Toutes les classes
Sujets
aantekeningen
inleiding bestuurs en organisatiewetenschap
uu
20222023
samenvatting
École, étude et sujet
Universiteit Utrecht (UU)
Bestuurs- en organisatiewetenschap
Inleiding Bestuurs en Organisatiewetenschap (USG5020)
Tous les documents sur ce sujet (28)
1
vérifier
Par: m44rten123 • 10 mois de cela
Vendeur
S'abonner
iemevdlaan
Avis reçus
Aperçu du contenu
IBO Hoorcollege 1
De bestuurlijke kaart → sterk feitelijke beschrijving, instanties/functies, taken, bevoegdheden
• Welke bestuurlijke organisaties zijn er?
• Hoe zitten ze in elkaar?
• Welke verbanden met andere bestuurlijke organisaties?
Kenmerken NL Openbaar Bestuur (overheid)
• Constitutionele monarchie
• Rechtsstaat: geen bestuurlijke willekeur
• Scheiding der machten (trias politica)
• Scheiding Kerk en Staat, vgl UK en Scandinavische landen
• Parlementair stelsel (representatieve (indirecte) democratie)
• Ministeriële verantwoordelijkheid (staatshoofd én ambtenaren)
• Vertrouwensregel (aftreden bij onvoldoende vertrouwen)
• Dualistisch stelsel (zowel landelijk, provinciaal als gemeentelijk)
• Bestuurders worden niet gekozen
• Kiesstelsel met evenredige vertegenwoordiging
• Gedecentraliseerde eenheidsstaat (medebewind-autonomie): Allerlei zaken opleggen aan de
lagere bestuurslagen of delegeren
• Geen constitutioneel hof en geen juryrechtspraak
• Uitgebreid functioneel bestuur: waterschappen & bedrijfslichamen
Nederlands Bestuursstijl inclusief (6 C’s) besluiten worden in de regel breed maatschappelijk
gedragen
• Coalitie: een verbond van twee of meer groeperingen, partijen of staten
• Collegialiteit: de relatie tussen collega’s, je helpt en ondersteunt wanneer dat nodig is en
houdt rekening met de behoeften en belangen van anderen
• Compromis: een zodanige voorkoming of beëindiging van een conflict, dat geen van de
strijdende partijen voor 100% zijn/haar zin of gelijk heeft gekregen, maar dat voor beide
partijen aanvaardbaar is
• Consensus: wanneer de leden van een groep of gemeenschap overeenstemming hebben
bereikt
• Coöptatie: nieuwe groepen in de samenleving worden erbij betrokken
• Coöperatie: samenwerking
Nadelen: gebrek aan draagkracht en daadkracht (huidige politieke polarisatie en fragmentatie)?
Nationaal niveau
Kenmerken van een staat
• Territorium
• Bevolking
• Wettelijke ordening en bestuurlijk organisaties
• Erkend door andere staten
Koninkrijk der Nederlanden – 1
• Vanaf 10 oktober 2010 vier landen (Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten)
- Bonaire, Saba en Sint-Eustatius (Caraïbisch Nederland) → Openbare Lichamen: een
overheid die bepaalde taken uitvoert binnen een bepaald ruimtelijk gebied of op een
1
, bepaald inhoudelijk gebied → vormen bijzondere gemeente verenigd in Eilandsraad
Caribisch Nederland
Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden: een overeenkomst die de staatkundige relatie regelt
tussen de landen Nederland, Aruba,
Koninkrijk der Nederlanden – 2
• Statuut en Grondwet → beschermt de grondrechten van burgers en regelt de
staatsinrichting van Nederland, is ondergeschikt aan het statuut
• Koninkrijksregering
Nederlandse minsters en gevolmatigde ministers (Aruba, Curaçao, Sint Maarten)
Grondwet - Parlementair stelsel
• Parlement (Eerste en Tweede Kamer ‘Staten-Generaal’, controleren de regering en zijn
‘mede’ wetgever) door bevolking gekozen, regering (koning en de ministers) niet
Kabinet: een bestuursorgaan van hooggeplaatste leden van een regering, de uitvoerende
macht, bestaat uit de ministers en staatssecretarissen
Ministeriële verantwoordelijkheid → Koning is onschendbaar – regering legt
verantwoording af aan TK; Regering heeft nationale bestuursmacht – TK controleert.
- Koninklijk Huis
- Ambtenarenapparaat
Vertrouwensregel → geen vertrouwen van TK en EK aftreden
- Impliciet vertrouwen & expliciet wantrouwen
IBO Hoorcollege 3
Grondwet – Rechtsstaat
• Staat onderworpen aan regels van het recht
• Overheidshandelen gebaseerd op bevoegdheden in wetten (geen willekeur)
• Machtenscheiding (trias politica: wetgevende, uitvoerende, rechtsprekende macht)
• Vrije en geheime verkiezingen
• Persvrijheid
• Grondrechten
Klassieke’ grondrechten: de burgerlijke en politieke rechten, het kiesrecht, vrijheid van
meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod
‘Sociale’ grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten, het recht op
huisvesting, sociale zekerheid, gezondheidszorg en onderwijs
Nederlandse grondwet
Klassiek: bescherming van het individu tegen de staat, geen absolute rechten
Sociaal: inspanningsverplichtingen van de overheid naar de burger
Grondwet – Gedecentraliseerde eenheidsstaat
• Huis van Thorbecke: een gebouw van drie etages: het eerste bestuur vormen de gemeenten,
het middenbestuur de provincies, en het bovenste bestuur het Rijk
• Autonomie van lagere overheden
• Medebewind – verplicht uitvoerder, aansturing van de regering
• Toezicht – vernietigen besluiten door de Kroon wanneer in strijd met wet of algemeen
belang (Kroon: Koning plus regering, hoogst politiek uitvoerend orgaan)
2
,Regering
• Koning
- Staatshoofd, symbolische functie
- Kabinetsformatie: sinds 2012 geen rol meer voor staatshoofd (valt ook niet onder min.
verantw.)
- Troonrede, regeerakkoord
- Informele inhoudelijke invloed? → kersttoespraak
• Minister
- Ministeriële verantwoordelijkheid ook voor ambtenaren apparaat
- Leiding ministerie
- Zonder portefeuille: een minister die verantwoordelijk voor een bepaald beleidsterrein,
maar heeft niet de leiding over een departement, hebben zitting in de ministerraad en
kunnen dus ook meestemmen over alle beslissingen
- Positie Minister-president (primus inter pares)
- Algemene Zaken
- Voorzitter ministerraad (agenda)
- Regeringsleider in EU-verband (Europese Raad)
• Ministerraad en onderraden
Staatssecretarissen: zelfstandige verantwoordelijkheid, ondersteunt een minister bij het
politiek leiden van een ministerie
Ministers van Staat (eretitel): die wordt toegekend per Koninklijk besluit (, toegekend aan
politici of staatslieden die geen publieke functie meer vervullen, maar adviseren regering,
met name bij kabinetsformaties
Staten-Generaal
• Tweede Kamer (75 leden, 4 jaar zittingstermijn, rechtstreekse verkiezingen):
Recht van initiatief: het indienen van een wetsvoorstel (95% van wetsvoorstellen door
regering, ambtenarenapparaat gedaan)
Recht van amendement: het indienen van wijzigingsvoorstellen ten aanzien van een
wetvoorstel
Recht van controle: belangrijkste taak, gebruik maken van budgetrecht voor controle
(instemmen met begrotingen ministeries)
Recht van interpellatie:
- Dertigledendebat (voorheen spoeddebat)
3
, - Wekelijks vragenuurtje (dinsdagmiddag)
- Schriftelijke vragen
- Moties: recht van elk kamerlid (partij) om een wens, voorstel of opdracht in te dienen
Recht van enquête (zgn parlementaire enquêtes)
- Budgetrecht
- Verantwoordingsdag (derde woensdag in mei): startsein van het proces waarin de Kamer
controleert of het kabinet in de praktijk haar plannen voor 2021 heeft waargemaakt
• Eerste Kamer (150 leden, 4 jaar zittingstermijn, gekozen via Provinciale Staten):
Voorstel tot wijziging via TK (Novelle)
Interpellatie/enquête
Wetsvoorstellen toetsen op (controle wetgeving): Rechtmatigheid, uitvoerbaarheid,
handhaafbaarheid
Parttime functie
Legitimiteit → is het nog wel van deze tijd?
Staten-Generaal – 2
• ‘Zonder last’: geen verantwoording afleggen, aan eigen partij of politieke achterban
• Parlementaire onschendbaarheid
• Dualisme: scheiding tussen bestuur en controle
• Ontbinden Parlement door regering
• Commissies: een groep Kamerleden zich bezig met een beleidsterrein of met een specifiek
onderwerp
• Voorzitters (TK en EK)
• Éen kiesdistrict, lage kiesdrempel
Wetgevingsproces – 1
1. Regering / TK-leden voorstel tot wet
2. Raad van State – Advies
3. Behandeling in TK-commissie
4. Mondelinge behandeling TK
5. Stemming amendementen / wet TK
6. EK commissie / plenaire stemming
7. Tekenen Koning / minister (contraseign)
8. Publicatie in Staatsblad
Wetgevingsproces – 2: uitvoeringsbesluiten
• Koninklijke Besluiten (Kroon: Koning – Minister)
- Algemene Maatregelen van Bestuur (AMVB, uitvoeringsbesluit)
- Besluiten van individuele strekking
• Ministeriële regelingen
• Van algemeen naar specifiek
• Geen rol voor Staten-Generaal
Hoge Colleges van Staat
• Raad van State (1531 – Karel V)
- Tijdelijke uitoefening Koninklijk Gezag
- Adviestaak: wetten en AMvB
- Rechtsprekende taak: hoogste bestuursrechter (vgl Raad van State van het Koninkrijk)
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur iemevdlaan. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.