Management college intermezzo 1 20/03/2023
1. Verdieping en oefening
• Structurele vs marginale beslissing: logica moeten begrijpen (tabellen krijg je niet op het
examen).
Optimaliseringsoefening:
• Wijziging in de vraag en aanbodcurve
Weten welke factor invloed heeft op welke andere factor, hoe werkt de markt en reageert deze op elkaar.
• ROI, YIELD en PBP
Methoden om te kijken hoe goed investeringen werken, weten hoe de simpele berekening werken en wat ze
willen zeggen
ROI = (omzet investering – investering)/ investering
Kijken wat je in procent hieruit krijgt van je investering (verhouding)
Oef: app voor €250 000, verhuur per maand is 833,33 per maand voor 5 jaar lang, na 5 jaar verkoop je het
voor 275000 €
➔ Zie ppt dia 15 uitkomst
YIELD = (beleggingsopbrengst * 100)/ belegde bedrag
Om lopende investeringen te analyseren. Jaarlijkse kosten worden van deze uitkomst afgetrokken. Het is
puur het opbrengstpercentage per jaar in verhouding met wat je hebt geïnvesteerd.
Pay Back Period= investering/ opbrengst per jaar. (Of terugverdientijd)
Op hoeveel jaar heb je je investering terugverdiend, uitgedrukt in jaren. —> dit moet vooral in verhouding
zijn met het product wat je gaat kopen, je gaat geen 20 jaar een auto afbetalen bijvoorbeeld. Je
• Net present value (netto geactualiseerde waarde)
Hiermee berekent men de huidige waarde van een reeks inkomsten in de toekomst —> factor tijd in
rekening
Wat zijn toekomstige inkomsten vandaag waard? Na correctie van kosten (inflatie en lening)
Je kan kijken of je je YIELD behaald
Investeringen analyseren die na enkele jaren aflopen.
Na elk jaar ga je een groter bedrag terugwinnen (dit komt door de indexering, exponentiële winst, je hebt
meer geld om te investeren dus je gaat nog meer geld verdienen). Hoe groter je YIELD die hierin wordt
verrekend, hoe kleiner je NPV wordt (minimale YIELD inrekenen), ieder jaar wordt dit exponentieel groter.
, (Ook hoe verder in de tijd hoe kleiner de invloed van vandaag mee gaat tellen). De som van deze jaarlijkse
berekenen, krijg je de winst die je gaat maken.
Negatieve invloeden op de NPV:
o Hoge intresten of betere alternatieven (grotere YIELD, is kleinere NPV)
o Duurt langer (vergunningsproblematiek, vertraging op de werf, zijn ware factoren voor
je NPV)
o Meer opstartkapitaal zorgt voor lagere NPV
Oef dia 29
➔ Als je negatief getal uit komt haal je je minimale YIELD niet, en haal je mogelijks zelfs verlies (de IRR
kan je niet uitrekenen, maar dit betekent wat is je rendement dat je haalt uit al die cashflows over
zoveel jaar, hier moet je minstens 12% op halen eer je bedrijf goe draait (anders krijg je niets
gefinancierd)).
• Regel van 72
Hoelang het duurt om kapitaal te verdubbelen tegen bepaalde samengestelde rente
Samengestelde rente * looptijd = 72 (een schatting) (zie oefeningen die 32)
• Risico van aandelen en obligatie
Dit is zeer actueel, beiden zijn zeer risicovol, zelfs 100%.
Ze zijn gevoelig voor wanbetaling (meteen schuldbetaling in verhandeling, en waarde kan bepaald worden
aan hoe noodzakelijk het geld nodig is)
Hefboomproducten = Producten waar het risico groter is dan 100%, maar ook mogelijk heel grote winst bij te
krijgen is:
o Opties
o Shorten (gokken)
o Futures (Reddit, weddenschappen)
• Bruto/netto
Bruto= het loon dat volledig wordt uitbetaald door een werkgever
Netto= wat er overblijft en aan de werknemer wordt uitbetaald na belasting en voorheffings percentage.
De loonkosten= het verschil tussen bruto en netto, dit is erg duur voor de werkgever
• (in)actieve bevolking
In België: 4,7 miljoen werkenden (en 3,9 in privésector), 0,4 miljoen
werklozen, 1,4 inactief
Dus die 3,9 miljoen dragen economisch de 7,4 miljoen overblijvende Belgen.
• Compromis en akte
A. Prijs bieden: je doet een bod op vastgoed, je kan de vraagprijs
bieden of je probeert af te pingelen
B. Je tekent compromis over je verkoopovereenkomst (bij kleine zaken, al is het op een bierkaartje
☺ ): prijs moet erop staan, voorwerp en voorwaarde, en handtekening.
C. De authentieke akte, wordt bij de notaris (max 4 maanden na compromis), je wordt eigenaar van
het pand (sleuteloverdracht) en je betaalt de prijs.
2. Actua
Wordt vandaag gewijd aan de beurscrash di vandaag bezig is. Gevolg van veel te lang veel te veel geld in de
economie te pompen en de te hoge inflatie.
We zagen dat de prijzen enorm hoog schoten, materialen werden veel te duur, granen en pasta ind e winkel,
en energieprijzen werden extreem duur.