Samenvatting ouderschap : bufferprocessen

bufferprocessen




62

, 6. Bufferprocessen

6.1 inleiding

bufferprocessen zijn processen die :

 gebeuren op de ouderlijke werkvloer in het goede gareel houden
 bepalen of een kind goed kan grootgebracht worden
 die het opvoeden beschermen tegen spanning op de werkvloer en tegen negatieve
effecten van ongunstige omstandigheden daaromheen

 4 bufferprocessen : taakverdeling rond ouderschap, taakverdeling binnen
ouderschap, metapositie en intrapsychische groei van ouderschap


Bufferprocessen

 die als schildwachten om de werkvloer heen staan, elk op hun post en samen een
cordon vormend om er zo voor te zorgen dat ongunstige omstandigheden
opvoeding en ouderschapsgroei niet verstoren.



6.2 taakverdeling rond ouderschap

wat?

 Voorwaardenscheppende en ondersteunende taken
 Het feitelijke grootbrengen


2 soorten taken


1. Voorwaardenscheppende + ondersteunende taken : faciliteren de opvoeding
- ‘de kostwinning’
- ‘het huishouden’
- Tijd en energie
- Langetermijn én dagelijks


 Kostwinning is dan het zorgen dat er een veilige plek is voor het kind en voor wie
voor het kind zorgt, maar ook zorgen dat er voedsel en kleding is horen hierbij.
Het zorgen voor behuizing, maaltijden en kleding is dan het huishouden.
Kostwinning en huishouden vragen tijd en energie, en er zijn lange termijnzaken
te regelen (de hypotheek op het huis, zorgen voor een vast inkomen door werk)
als dagelijkse kleine dingen die ook moeten gebeuren : het boodschappenlijstje,
het goedkoopste product

63

, hoeveel en door wie kostwinning en huishouden wordt opgenomen, zijn vaak
beleidsvragen, wordt ook beïnvloed door factoren die niets met het kind te maken
hebben (bvb. gezondheid van de ouders) en is ook cultureel bepaald: is het een
teken van welstand dat de vrouw niet buitenshuis werkt of is het eerder een teken
van achterlopende emancipatie



2. Het feitelijke grootbrengen
- Praktische aspecten
- Opvoedkundige aspecten
- Tijd, energie, aandacht en emotionele beschikbaarheid
- Langetermijn én dagelijks



 Het feitelijke grootbrengen: zijn zowel praktische zaken als opvoedkundige : dit
vraagt niet alleen tijd, energie van de ouders, maar ook emotionele
beschikbaarheid. praktische aspecten: kind aankleden, eten geven, naar bed
brengen, naar de hobby’s brengen… opvoedkundige aspecten: het kind moet
leren om autonoom te functioneren en het wordt gesocialiseerd tot een
deugdelijk lid van de familie en de maatschappij. Ook hier is er een lange
termijnbeleid nodig (hoe belangrijk vind ik leren, of zelfstandigheid bij mijn
kinderen) als een flexibel daarvan kunnen afwijken en à la minute kunnen
afwijken daarvan. Het is theoretisch denkbaar dat 1 ouder het hele takenpakket
op zich neemt, maar toch is het voor alle partijen gezonder als het wordt verdeeld.
In feite werd en wordt overal en altijd het takenpakket liefst over verscheidene
volwassenen verdeeld


Takenpakket

 Liefst verdeeld : it takes a village to raise a child
 Direct betrokken : door andere volwassenen
 Maatschappij : ouders moeten voelen dat hun ouderschap wordt gedragen door de
maatschappij

 Kinderbijslag, consultatiebureaus,… : tekenen van solidariteit in een maatschappij
waarbij het dorp niet meer functioneert als vangnet en dus de maatschappij als
stand by moet functioneren.


Maatschappij

 Niet solidair met ouders
 Waardeert hun inzet niet
 Niet mede verantwoordelijk
 Niet bereid in te springen (helpend i.p.v. corrigerend)
 Gevoel dat ouderschap een zware last wordt
64