Basiskennis Nederlands: Spelling
1. Klinkt als
1.1 Klinkers of vocalen
Klinkers = klanken die gespeld worden met
- de tekens; a, e, i, o, u
- de combinaties ervan die geen tweeklank vormen; eu, oe, ie
- y met als klank /ie/ of /i/
3 soorten klinkers
gedekte klinkers
o klinkers die voornamelijk in gesloten syllaben voorkomen
o geschreven met 1 klinkerteken
o A (bal, ballen); E (wet, wetten); I (zit, zitten); O (bok, bokken); U (zus, zussen); Y (syndroom)
vrije of ongedekte klinkers
o zowel in een gesloten als in een open klankgroep
o A (baas, bazen); E (week, weken); O (boom, bomen); U (buur, buren)
o Klinkers y, ie, eu en oe behouden hun schrijfwijze
doffe of toonloze klinkers
o bEdankt, EEn, dE, hEt, smerIg, avOnd
1.2 Medeklinkers of consonanten
Medeklinkers = klanken die gespeld worden met
- De tekens; b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x, z
- De combinaties; ch, ng, th
- Y uitgesproken als /j/
2 soorten medeklinkers
Stemhebbende medeklinkers
o Stembanden trillen
Stemloze medeklinkers
o Stembanden trillen niet
Uitzondering
Meestal schrijven we medeklinkers hoe we ze horen MAAR verwarring bij:
, - P en B & T en D & V en F
- het woord verlengen
1.3 Tweeklanken
Tweeklanken = klanken die gespeld worden met
- de lettertekens: au(w), ou(w), ei, ij en ui
- ai, oi, aai, ooi, oei = onechte tweeklanken
1.4 Verenkelen of verdubbelen
2. Hoofdletters
2.1 Begin van de zin
- Eerste woord in een zin schrijf je met hoofdletter
- Uitzondering
o Zin begint met cijfer (bv 5) of symbool (bv $)
o ’s Morgens
2.2 Eigennaam – soortnaam
Algemene regel = eigennaam hoofletter & soortnaam kleine letter
Eigennaam = zaak of persoon (Bob, Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid,..)
Soortnaam = duidt een soort aan (een jongen, de organisatie,..)
2.3 Persoonsnamen
Met hoofdletter
- voornaam en familienaam (bv Peter Peters)
- samenstelling met persoonsnamen behalve wanner de naam niet meer duidelijk naar de
persoon verwijst