Samenvatting statistiek, geen boek, maar informatie uit de sheets, overzichtelijk in een document. Zo bespaar je tijd en moeite, en vergeet natuurlijk ook niet te leren met de opgaves uit de syllabus die op Cumlaude staat ;)
Elementaire Statistiek
Periode 4 – Vastgoedkunde Hogeschool Rotterdam
General notes: 30% gesloten vraag – 70% open vraag
Operationaliseren en meten
Een variabele is een geoperationaliseerd begrip waarvan precies is aangegeven hoe het wordt
gemeten. Variabelen variëren en kunnen dus verschillende waarden aannemen. Zo heeft de
variabele ‘woningtype' bijvoorbeeld de waarden ‘koopwoning' en ‘huurwoning’.
Er zijn discrete variabelen (waarden zijn gehele getallen) en continue variabelen (verschil tussen
twee waarden kan willekeurig klein zijn, meten met decimalen). Voorbeeld:
variabele a: aantal vrienden op facebook → discrete variabele
variabele b: gemiddelde tijd per dag op facebook → continue variabele
De meetniveaus:
1. Nominaal: Enkel onderscheid in categorieën. Voorbeeld: geslacht, woonplaats
2. Ordinaal: Onderscheid in categorieën, én er zit een ordening in de categorieën. Voorbeeld:
maat kleding (S, M, L, XL)
3. Interval: Er is géén absoluut nulpunt, het interval tussen 2 schaalpunten heeft een
numerieke betekenis. Voorbeeld: temperatuur in graden Celsius, bouwjaar
4. Ratio: De verhouding tussen 2 schaalpunten heeft een numerieke betekenis, er is wél een
absoluut nulpunt. Voorbeeld: lengte, gewicht, inkomen.
Scale variabele: interval en ratio worden samengevoegd
Frequentieverdelingen, zie tabel hiernaast
Absolute frequentie: het aantal waarnemingen per klasse
Relatieve frequentie: het aantal waarnemingen per klasse
gedeeld door het totaal aantal waarnemingen, eventueel
vermenigvuldigd met 100%.
Cumulatieve frequentie: bij ordinale variabelen, het
voorgaande % meetellen in eind percentage (optellen)
Overzichtelijkheid staat voor de lezer voorop, daarom kun je data indelen in klassen. Dit is
bijvoorbeeld handig voor bouwjaren. Zie tabel hieronder.
,Grafieken
Cirkeldiagram (taartdiagram, pie-chart) - Nominale variabelen
Staafdiagram (staven zijn los van elkaar) (bar chart) - Nominale- of ordinale variabelen
Histogram (staven zijn aan elkaar geplakt) - Scale variabelen
Boxplot - Scale variabelen
Centrummaten
Gemiddelde/mean: Som van alle scores gedeeld door het aantal scores
Modus/mode: Meest voorkomende waarneming*
Mediaan/median: Oneven aantal waarnemingen: middelste waarneming
Even aantal waarnemingen: gemiddelde van de middelste 2 waarnemingen
Percentielscore: cumulatief percentage
Kwartiel- en decielscore: de scores worden opgedeeld in groepjes van respectievelijk 25% en 10%
Sigma notatie ∑
∑ (spreek uit: “Sigma”) is de Griekse hoofdletter S
∑ → Sommatie = optellen (gewoon weten op de GR)
,Heel vaak bedoelen we met “het gemiddelde” het rekenkundig gemiddelde. Maar er zijn meerdere
gemiddelden:
- Gewogen gemiddelde
- Voortschrijdend gemiddelde
- Meetkundig gemiddelde
- Harmonisch gemiddelde
- Getrimd / gewinsoriseerd gemiddelde
- ...en vele anderen!
Spreidingsmaten geven een indicatie voor de grootte van de verschillen tussen de scores.
Het uitgangspunt bij spreidingsmaten is hierbij:
- Grote waarde ↔ veel spreiding (waarnemingen liggen ver uit elkaar)
- Kleine waarde ↔ weinig spreiding (waarnemingen liggen dicht bij elkaar)
, 1. Bereik (range)
Verschil tussen hoogste en laagste waarde
- Probleem: Zéér gevoelig voor uitschieters....
2. Interkwartielafstand (IQR)
Verschil tussen twee kwatielen
IQR=Q3-Q1
- waarin: Q3= derde kwartiel (=P75) Q1= eerste kwartiel (=P25)
Toepassing boxplotgrafiek
Boxplot
(variabele bouwjaar, naoorlogse woningen, Zuid-Holland, gespecificeerd per type woning)
3. Variantie
Gemiddelde gekwadrateerde afwijking ten opzichte van het gemiddelde”
Recept:
1. Bereken hoeveel iedere waarneming (xi) afwijkt ten opzichte van het gemiddelde 𝑥
(=afwijkingsscore = xi-𝑥)
2. Kwadrateer deze afwijkingesscores en tel ze op
3. Deel dit getal door het aantal waarnemingen (n)
Symbool: s2 (vanwege stapje 2 in bovenstaand recept)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur 1034684. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.