GRHOOFDSTUK 1: ZORGVERLENING AAN KINDEREN
VISIE OP ZORGVERLENING AAN KINDEREN
- Kinderen zijn mensen in ontwikkeling tot volwassenheid.
- Het is niet de leeftijd die bepalend is voor de zorg, maar het ontwikkelingsniveau.
- Een kind moet in zijn volledigheid worden gezien.
- Kind en ouders moeten als een eenheid worden gezien.
- Het kind komt uit een zorgsysteem en keert daarin ook weer terug.
- Het kind kan niet de verantwoordelijkheid voor zichzelf dragen.
PROFIEL ZORGVERLENERS- KINDEREN
- Verantwoordelijkheid- coördinerende functie
- Preventieve, voorlichtende en opvoedkundige taak
- Diagnostische en therapeutische taak
- Verzorgende taak
- Begeleidende taak
INTRAMURALE ZORG
= zorg die verleend wordt IN een zorginstelling vb: kinderafdeling
Indeling naar ligging
- Kinderafdeling is steeds een aparte afdeling
- Regionale ziekenhuizen: 1 kinderafdeling, waar kinderen van verschillende leeftijden samen verzorgd worden. Kinderen
met algemene pathologie worden verzorgd naast kinderen voor een chirurgische opname.
- Academische ziekenhuizen: meerdere kinderafdelingen, iedere afdeling eigen indeling. Kinderen met verschillende
ziektebeelden liggen bij elkaar. Voordeel: afdeling afgestemd op behoefte van kinderen
- Kinderziekenhuizen: onafhankelijke ziekenhuizen waar enkel kinderen worden opgenomen. Beschikt dus over alle
voorzieningen. Meestal ook academisch.
Indeling naar Inrichting
- Groot belang: kleuren, daglicht, verlichting en demping v/h geluid, versiering
- Voor toepassing rooming-in (ouder blijft inslapen) zijn er ook kamers beschikbaar zonder glazen wanden tussen de
kamers en naar de gang toe
Indeling naar ruimte
- Patiëntenkamers: kamers en boxen (1-persoonskamer met sas)
Redenen opname boxen:
o Isolatie i.v.m. infectieuze aandoening
o Te lage weerstand, voorkomen infectie van buitenaf
o Wanneer kinderen veel rust nodig hebben
o Voor een betere observatie
o Observatie wanneer nog geen diagnose is en ziekteverschijnselen mogelijk besmettelijk zijn
- Algemene ruimtes
Speelkamer, Voedingskeuken, Melkkeuken, Onderzoek- en behandelkamer (1 ste opvang plaats), Klaslokaal
EXTRAMURALE ZORG
= zorg die verleend wordt BUITEN een zorginstelling
- Kind en Gezin - CLB
- Kinderopvangdiensten - Chronische zorgverlening
- Geestelijke gezondheidszorg - TOAH
- Bednet
1
,HOOFDSTUK 2: ZORG VOOR HET GEZONDE KIND
Groei = kwantitatieve verandering: vermeerdering van cellen en celtussenstof, gevolg een toename van lichaamsafmetingen en
veranderingen van lichaamsverhouding en lichaamssamenstelling
Ontwikkeling = kwalitatieve verandering, wetmatige rijping en differentiatie van alle organen, waardoor organen op een
bepaald tijdstip gaan functioneren. Komt tot uiting in waarneembare gedrag v/h kind
Kenmerk of wetmatigheid v/d groei is de afnemende groeisnelheid = lengte- en gewichtstoename per tijdseenheid worden
steeds minder. In puberteit is er sprake van kortstondige toename v/d lengtegroei (groeispurt), daarna houdt groei op.
Groeitoename voor lengte is dan 0
DE GROEI
FACTOREN DIE DE GROEI BEÏNVLOEDEN
inwendige factoren
- genetische factoren: vormen basis v/h proces groei en ontwikkeling, komen tot uiting in lichaamsbouw of constitutie
- endocrinologische factoren: invloed van hormonen. Samenspel van een groot aantal hormonen (GH of somatotropine)
omgevingsfactoren (intra- en extra- uterien)
- Sociaal-economische factoren: voeding
- Seizoensafhankelijke factoren: in zomer verloopt groei sneller dan in winter
- Emotionele factoren: moederlijke zorg en andere psychosociale omstandigheden
Meest nadelige factoren voor de groei, failure to thrive door overstimulatie dan wel kindermishandeling
GROEIPATROON
- SDS= standaarddeviatiescores nieuwe wijze voor groeicurve (O&K2)
- Percentielen
Gewicht, Lengt, Hoofdomtrek
Kanalisatie: in de 1ste 2j moet blijken langs welke percentiellijn het groeipatroon van een individueel kind verloopt
Knik = gewichtslijn: groeilijnen en percentiellijnen kruisen
Pretermen baby’s: te vroeg geboren
dysmature baby’s: hebben een te laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap
EVOLUTIE GEWICHT- LENGTE- SCHEDELOMTREK
Nodig voor beoordeling groei bij zuigelingen, peuters en kleuters
Waarden van gewicht:
- Gewicht bij geboorte: gemiddeld 3- 3.5kg (normaal 2.5 – 4kg)
- 5-6 maanden: 2x geboortegewicht
- 1j: 3x geboortegewicht…
Lengte:
- 0j: 51cm - 1j: 75cm, + 20cm in eerste levensjaar
- 2j: 85cm + 10cm - 3j: 93- 95cm + 10cm
- 4j: 104cm (ong. 2x geboortelengte) - formule: 80 + 5n= cm
Hoofdomtrek:
- Bij geboorte: gemiddeld 35- 36cm (normaal 33-38cm)
- 1j: 45- 47cm, + 10cm in eerste levensjaar en 10j: 53 cm, 1cm per jaar
- Volwassenen: 55 – 58cm
- Na sluiting schedel neemt hoofdomtrek nog toe: meer beenaanwas buit schedel en binnen schedel verdwijnen van
botlagen
2
,LICHAAMSVERHOUDING
Geboorte:
- hoofd ¼ v/d lichaamslengte
- relatieve korte armen en benen
- Borst en buik tonvormig
- Middelpunt: niet de navel maar schaambeen
- Borst wordt platter en ledematen relatief langer
Puberteit:
- Volwassen verhoudingen bereikt, karakteristieke mannelijke en vrouwelijke vormen
- Lichaamsbouw verschilt van individu tot individu
SKELETLEEFTIJD
- Botweefsel: ingrijpende veranderingen/ botvorming
Prenataal 1ste fase: begint als bindweefsel daarna kraakbeen
5de ZSmaand: afzetting kalk: verbeningskernen been
Pijpbeenderen: verbening van diafyse naar epifyse
epifysaire schijf
Botvorming voltooid: geen onderscheid epi- en diafyse
- Skeletleeftijd: gemiddelde botontwikkeling bij een bepaalde kalenderleeftijd
- Botontwikkeling voltooid bij meisjes +/- 17j en jongens +/- 19 jaar
DE SLAAP
NORMALE SLAAPBEHOEFTE: SLAPEN = LEVENSBELANGRIJK
- Belangrijk voor verdere rijping ZS
- Er wordt nieuwe energie opgedaan
- Er vindt herstel van lichamelijke, emotionele en verstandelijke inspanningen plaats.
- Ontwikkelen slaappatroon in een veilige slaapomgeving is belangrijk
- Structuur en regelmaat: bedritueel is een belangrijke factor in de ontwikkeling v/h slaappatroon
SLAAPBEHOEFTE:
- Pasgeborene: 16 tot 20u per dag, geen onderscheid tussen dag- en nacht
- Zuigeling: gemiddelde totale slaaptijd daalt tot 14u/ dag en onderscheid wordt gemaakt tussen dag en nacht vanaf 1m.
Vanaf 3m bedraagt de langste slaapperiode 3 tot 4u. Vanaf 12m slapen 70 tot 80% v/d zuigelingen ’s nachts door.
- Peuters en kleuters: totale slaaptijd bedraagt ong 12u per dag. Middagdutje verdwijnt tussen 3 en 5j
- Lagere school en tieners: 11u voor lagereschoolkinderen en 9 tot 10u voor adolescenten
SLAAPSTOORNISSEN
- Nachtmerries
Meestal rond leeftijd van 2j omdat kind nog geen onderscheid kan maken tussen dromen en werkelijkheid
Rond 6j neemt het aantal nachtmerries toe, vermoedelijk door wat het kind allemaal meemaakt
Handelingen die kunnen helpen: naar het kind luisteren, kalmeren en troosten, kind geruststellen
- Moeilijk kunnen inslapen
Oorzaken: pijn, honger, ziek, natte luier, lawaai, fel licht, luizen, wormpjes, angst voor monsters en spoken.
TIPS VOOR EEN GOEDE SLAAPHYGIËNE
- Slaap respecteren van de baby/ peuter/ kleuter - Niet abnormaal lang ophouden ‘s avonds
- Vermijd drukke spelletjes - Inslapen in eigen bed
- Kort slaapritueel - Geen slaap- of kalmeermiddelen
3
, WIEGENDOOD
= Het plotse en onverwachte overlijden van een kind jonger dan 1 jaar, blijft onverklaarbaar ondanks post mortem onderzoek.
Betreft dus uitsluitingsproces
Overige terminologie:
- SIDS: sudden infant death syndrome
- ALTE: apparent life threatening event is een schijnbaar levensbedreigende situatie.
Sprake als de baby slap, bleek en niet meer ademend (schijnbaar dood) in bed ligt en zich pas herstelt na sterke
stimulatie of eventuele reanimatie. = bijna-wiegendood of near-miss
Oorzaken: gastro-oesofagale reflux, convulsies, infectie, stofwisselingsziekten, obstructie v/d bovenste luchtweg
Idiopathische ALTE of apnoe of infacty is ALTE waarbij na volledig onderzoek geen oorzaak gevonden wordt.
BEÏNVLOEDENDE FACTOREN
Inwendige:
- Prenatale factoren
Kort zwangerschapsinterval Tienermoeders
Intra- uteriene groeiachterstand Bloedarmoede reeds voor zwangerschap
Zwangerschapsintoxicatie Overdreven tabaksgebruik en/of druggebruik
Moeders met vroegere miskramen
- Perinatale factoren
Zwangerschapsduur korter dan 30w Meerlingzwangerschap
Thermolabiliteit (niet bestemd tegen warmte)
‘slechte start’: bv. slechte apqar, asfysie, ademhalingsmoeilijkheden, meconiaal, vruchtwater
- postnatale factoren
infectie weinig medische zorgen
slechte evolutie v/d curven: gewicht, lengte, hoofdomtrek niet toedienen van vaccinaties
Uitwendige factoren:
- Buikligging, Beddengoed: zachte matras en donsdeken = gevaarlijk
- periode: meer in winter
- overheating: baby te warm toegedekt, zeker wanneer hij al koorts heeft
- socio-economisch: minder goede leefgewoonten (bv. overmatig roken in kamer waar kind verblijft)
Overige
- Siblings: broertjes of zusjes overleden aan wiegendood, Geslacht: jongens hebben meer risico dan meisjes
PREVENTIE WIEGENDOOD
- Rugligging - stevige matras, geen kussen en donsdeken
- Bedspijlen max 8cm - geen dieren in kamer
- Niet roken tijdens ZS/ bij baby - kamer voldoende verluchten
- Borstvoeding - respecteer slaapritme
- T° kamer: < 8w max 20°c
>8w max 18°c
SLAAPONDERZOEK = POLYSOMNOGRAFIE (PSG)
Doel is de verschillende soorten apnoe’s op te sporen en hun invloed op andere vitale functies. Een PSG kan geen 100% uitsluit
geven. Geeft wel een weergave v/h AH-patroon v/d baby
4