Ontwikkelingstheorieën en -begrippen
Wat is ontwikkelingspsychologie (= levensloopspychologie)
Bestudeert -> gedrag, denken en beleven van mensen in de verschillende levensfasen
(geboorte – dood)
Richt zich op -> patronen van groei, verandering of stabiliteit die zich voordoen
bij toenemende leeftijd
Prenataal -> voor de geboorte problemen hebben (1ste 1000dagen)
Wat is ontwikkeling = veranderen van een aanwezige structuur (lich. en geest)
Levenslang proces = verloop in tijd dat een vooruitgang kent
Verloop = veranderingen gebeuren niet meteen maar geleidelijk aan (continue-
discontinue -> grafiek)
Vooruitgang = ontwikkeling is niet haalbaar. Veranderingen die optreden in een
mens treden maar 1x op en blijven gedurende langere tijd aanwezig
Het eeuwige debat: nature vs. Nurture (nakijken a.d.h.v. HC of video)
Eigenschappen, interesses -> bepaald door genen of bepaald door onze opvoeding
(goed onderwijs, gzh-syt.)?
Is IQ nature of nurture?
IQ = intelligentie quotiënt -> komt deels door genen en deel door de opvoeding
Broers en zussen vergelijke van IQ ->
1 eiige tweelingen hadden hoge mate van hetzelfde IQ, ze hebben 100% hetzelfde
genetisch materiaal -> nature
1-eiige tweelingen apart opgevoed -> IQ is meer verschillend -> bewijs dat IQ wordt
bepaald door nurture
2-eiige tweeling (50% zelfde DNA) -> verschil in IQ, opgevoed in dezelfde tijdsgeest,
zelfde speelgoed
Broers en zussen (50% DNA) -> nog meer verschil in IQ -> verschillende tijdsgeest,
andere belevingen -> nurture
Samen opgevoed -> nog minder zelfde IQ, wel samen opgevoed -> nutrure
Nieuw onderzoeksveld -> epigenetica,
omgeving kan onze genen beïnvloeden
Epigenetica = nature via nurture
Bv. baby’s die in de buik zitten met mama’s die
extreme honger hebben -> baby kans op
ontwikkelen overgewicht
1
, Leeftijdsfases -> leeftijden liggen niet perfect vast
1. Prenatale periode = van conceptie 5. Lagere schoolkind = van 6 tot 12 jaar
tot geboorte 6. Adolescent = van 12 tot 18-25 jaar
2. Baby = van 0 tot 18 maanden 7. Volwassene = van 18-25 tot 60-65
3. Peuter = van 18 maanden tot 3 jaar jaar
4. Kleuter = van 3 tot 6 jaar 8. Oudere = vanaf 60-65 jaar
Ontwikkelingsdomeinen
Fysieke ontwikkeling -> kijkt naar invloed hersenen, het zenuwstelsel, spieren,
zintuigen, behoefte aan eten, drinken en slaap op ons gedrag
Hieronder valt
1. Lichamelijke ontwikkeling: hoe groeit een kind, wanneer meeste spieropbouw, hoe
ontwikkelt de hartslag van een kind doorheen de jaren,..
2. Motorische ontwikkeling: hoe leert een kind lopen, kruipen, hoe leert het in papier
knippen en parels rijgen
3. Zintuigelijke ontwikkeling: hoe ontwikkelt het gehoor en zicht bij een baby
Cognitieve ontwikkeling -> kijkt naar intellectuele vermogens, waaronder leren,
geheugen, oplossen problemen en intelligentie. Bv. peuter denkt anders over regen dan
een kleuter en dan een ouder kind -> denkvermogen ontwikkelt.
Hieronder valt: verbanden/ patronen zien, herinneringen, mate dat we kunnen
redeneren,.
Sociale-, persoonlijkheids- en emotionele ontwikkeling -> kijkt naar ontwikkeling
en verandering sociale relaties en interacties met andere. Duurzame eigenschappen die
de ene van de andere persoon onderscheiden en kijkt hoe emoties zich ontwikkelen en
men deze leert te controleren
Hieronder valt: sociaal, asociaal, emoties benoemen, temperament,…
Andere -> seksuele ontwikkeling, taalontwikkeling, ontwikkeling zindelijkheid, morele
ontwikkeling
Ontwikkelingstheorieën -> geen theorie kan ze allemaal verklaren, elke theorie heeft
zijn eigen waarde
5 belangrijke visies op ontwikkeling:
1. Psychoanalytische 4. Systematische
2. Leer theoretische 5. Evolutionaire
3. Cognitieve
Psychoanalytische visie op ontwikkeling
1) Freud: gedrag wordt gemotiveerd door innerlijke krachten, herinneringen, conflicten
waar een persoon zich amper bewust van is
Innerlijke krachten -> kunnen hun oorsprong hebben in de kindertijd en
iemands gedrag blijvend beïnvloeden (Anna O. – hypnose: bl naar boven brengen)
(Bv. Marijke zonder vaderfig.)
Persoonlijkheid bestaat uit -> instincts, reality, morality
2