Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Praktisch Ondernemingsrecht + H18 Faillissement en surseance van betaling - Inleiding Bedrijfsrecht (IBEDR) €7,48   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Praktisch Ondernemingsrecht + H18 Faillissement en surseance van betaling - Inleiding Bedrijfsrecht (IBEDR)

4 revues
 162 vues  21 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

In deze samenvatting is de voorgeschreven stof van het vak inleiding bedrijfsrecht van de HAN in Nijmegen samengevat. Het gaat om het boek Praktisch Ondernemingsrecht en H18 Faillissement en surseance van betaling. In de samenvatting zijn ook de aantekeningen uit de colleges verwerkt en de voorgesc...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 59  pages

  • Non
  • H1, h2, h3, h5, h6, h7
  • 7 juin 2023
  • 59
  • 2022/2023
  • Resume

4  revues

review-writer-avatar

Par: cdozkan • 7 mois de cela

review-writer-avatar

Par: abdelhakka • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: tesswittenhorst • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: jkinran • 1 année de cela

avatar-seller
Samenvatting inleiding bedrijfsrecht – HBO Rechten periode 4

ALLEEN BV, NV EN PERSONENVENNOOTSCHAPPEN WORDEN AFGETOETST!!!!
DUS NIET STICHTING, VERENIGING, COÖPERATIE, OWM, C.V.
VAN DE RECHTSPERSONEN ALLEEN BV EN NV.

1.1 Het ondernemingsrecht binnen het Burgerlijke Wetboek
1.1.1 Rechtspersonen en rechtssubjecten
Een rechtssubject is drager van rechten en plichten. Dat betekent dat hij zaken in eigendom
kan hebben, dat het recht erkent dat zaken van hem kunnen zijn en dat hij schulden kan
hebben. Anderzijds betekent dit dat hem als drager van plichten verplichtingen kunnen
worden toegerekend en dat het recht ervan uitgaat dat deze lasten door hem moeten
worden voldaan en zo nodig door de schuldeiser op zijn vermogen kunnen worden verhaald.

Een rechtsobject is datgene waarop een rechtssubject recht kan hebben.

Rechtspersonen worden op grond van artikel 2:5 BW gelijkgesteld met natuurlijke personen
voor wat het vermogensrecht betreft. Zowel de natuurlijke persoon als de rechtspersoon is
als rechtssubject vervolgens rechtsbevoegd: bevoegd en vrij tot het genot van burgerlijke
rechten. Deze term van artikel 1:1 lid 1 BW ziet op de mogelijkheid van rechtssubjecten om
in hun rechten en plichten verandering te brengen door het verrichten van handelingen en
daden.

Natuurlijke personen: artikel 1:1 lid 1 BW
Rechtspersonen: boek 2 BW (artikel 2:3 BW)
Personenvennootschappen: boek 7A BW en WvK

Rechtspersonen zijn rechtssubjecten en worden daardoor vermogensrechtelijk gelijkgesteld
met natuurlijke personen, maar zullen altijd door middel van natuurlijke personen (zoals
bestuurders, commissarissen of vennoten) dienen te functioneren.

Personenvennootschappen:
 Maatschap
 Vennootschap onder firma (vof)
 Commanditaire vennootschapen (C.V.)

Verschil rechtspersonen en personenvennootschappen: rechtspersonen zijn niet privé
aansprakelijk en personenvennootschappen zijn wel privé aansprakelijk.

Het begrip ‘onderneming’ is niet geregeld in het BW. Het is een organisatie die over het
algemeen gericht is op winst.

De definitie uit het Handelsregisterbesluit is de meest gebruikte definitie.
Artikel 2 Hrb 2008:
 … zelfstandig opererende organisatorische eenheid…
 … door inbreng van arbeid of middelen…
 … diensten of goederen leveren of werken tot stand brengen…

, … oogmerk materieel voordeel.
Lid 2: geen onderneming bij onvoldoende omvang van activiteiten of omzet
 ‘commerciële, winstgerichte bedrijven’

Wet op de ondernemingsraden
Artikel 1 WOR
 … als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband…
 … waarin…
 … krachtens arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht.
 Dus ook als organisatie niet gericht is op winst

1.1.2 Soorten rechtspersonen
Welke rechtsvormen kennen we?
 ZZP’er  geen rechtspersoon
 BV  rechtspersoon
 NV  rechtspersoon
 Eenmanszaak  geen rechtspersoon
 Coöperatie  rechtspersoon
 Stichting  rechtspersoon
 Maatschap  geen rechtspersoon
 Vereniging  rechtspersoon
 OWM  rechtspersoon
 VOF  geen rechtspersoon
 C.V.  rechtspersoon

1.2 Rechtsvormen in Nederland
Brievenbusmaatschappij: bedrijven die niet letterlijk vanuit Nederland werken, maar die hier
wel gevestigd zijn om zo de hogere winstbelasting van hun eigen land te ontlopen.

1.2.1 Rechtspersonen
Besloten vennootschap (bv)
De besloten vennootschap (bv) is een rechtspersoon met een eigen kapitaal, dat door middel
van het uitgeven van aandelen is verkregen. Ze dient te worden opgericht met een notariële
akte, waarin statuten worden opgenomen. De bv heeft geen minimumoprichtingskapitaal en
er geldt beperkte persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders en aandeelhouders. Deze
rechtsvorm moet worden ingeschreven bij de KvK. Er kunnen enkel aandelen op naam
worden uitgegeven. De bv kan in beginsel ook de gang naar de beurs maken met haar
aandelen op naam. Het uitgangspunt van het besloten karakter van de bv zorgt ervoor dat
dat zelden wordt gedaan. Bij de bv kunnen ook stem- of juist winstrechtloze aandelen
worden uitgegeven.

Naamloze vennootschap (nv)
Het is net als de bv een kapitaalvennootschap met beperkte aansprakelijkheid, maar de nv
heeft wel een verplicht minimumoprichtingskapitaal. Ze wordt op dezelfde wijze als de bv
opgericht en eveneens ingeschreven bij de KvK. De aandelen kunnen op naam of aan
toonder zijn en kunnen op een aandelenbeurs worden verhandeld. Er bestaan geen stem- of
winstrechtloze aandelen.

,1.2.2 Personenvennootschappen
Maatschap
De maatschap is een vennootschapsverband waarin, al dan niet met gebruikmaking van een
gemeenschappelijke naam, een beroep of een bedrijf wordt uitgeoefend.

Stille maatschap is bedoeld voor beroeps- of bedrijfsuitoefening en de openbare voor
beroepsuitoefening. De stille maatschap treedt niet naar buiten onder één naam, de
openbare maatschap wel.

Verschil beroep en bedrijf: beroepen zitten meer in het denken en bedrijven meer in het
maken.

Een maatschap wordt opgericht op basis van een overeenkomst waarbij iedereen iets
inbrengt, zodat er een gemeenschap ontstaat en samen voordeel kan worden behaald. Ze
dienen zich in te schrijven in het Handelsregister.

Het grootste verschil met de vof en de cv is dat de maatschap enkel vertegenwoordigd kan
worden als alle maten een volmacht geven aan degene die handelt namens de maatschap en
dat alle maten voor gelijke delen aansprakelijk zijn voor de verbintenissen van de maatschap.

Vennootschap onder firma (vof)
De vof is gebaseerd op de maatschap. Ze wordt op dezelfde wijze opgericht en dient
eveneens te worden ingeschreven bij de KvK. Een vof is echter een vennootschap voor
bedrijfsuitoefening waarbij het bedrijf altijd onder gemeenschappelijke naam wordt
uitgeoefend. Alle vennoten zijn bevoegd tot vertegenwoordiging, tenzij ze daarvan worden
uitgesloten, en alle vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de verbintenissen van de vof.

Commanditaire vennootschap (cv)
De cv is gebaseerd op de vof en heeft dezelfde oprichtingshandelingen en tevens dezelfde
definitie (bedrijfsuitoefening). Hierbij is echter sprake van een of meer commanditaire
vennoten, ook wel ‘stille’ vennoten genoemd, naast de gewone of beherende vennoten.
Stille vennoten zijn vennoten die slechts geld hebben ingebracht, maar niet werkzaam zijn
binnen of namens de vennootschap. Ze delen volwaardig mee in de winst, maar dragen
intern slechts bij tot de hoogte van hun inbreng bij een eventueel verlies. Alle vennoten,
behalve de commanditaire, zijn bevoegd tot vertegenwoordiging, tenzij ze daarvan worden
uitgesloten en alle vennoten behalve de commanditaire zijn hoofdelijk aansprakelijk voor
verbintenissen van de cv.

1.2.3 Eenmanszaak
De eenmanszaak = één-man’s(vrouw’s)-zaak
Niet wettelijk geregeld, dus geen oprichtingseisen…  … wel inschrijven Handelsregister
Één eigenaar  … aansprakelijk met gehele vermogen …
Kamer van Koophandel: Handelsregister
Verplichting tot inschrijving:
 Alle ondernemingen: art. 5 Hrw
 Alle rechtspersonen: art. 6 Hrw

, Wat? Art. 9 t/m 14 Hrw

1.2.4 Europese rechtsvormen
Er komen in Nederland ook drie Europese rechtsvormen voor. Dit zijn supranationale
rechtsvormen, omdat ze als het ware boven de (Nederlandse) staat staan: ze zijn immers
Europees en vinden hun grondslag in Europese wetgeving.

Europees Economisch Samenwerkingsverband (EESV)
Het EESV wordt opgericht door ten minste twee natuurlijke of rechtspersonen uit ten minste
twee verschillende lidstaten door middel van een overeenkomst en zonder kapitaalinbreng.
Het heeft rechtspersoonlijkheid, maar alle leden blijven naast de EESV hoofdelijk
aansprakelijk voor schulden. Doel van het EESV is om de economische werkzaamheid van zijn
leden te vergemakkelijken of te ontwikkelen, dan wel de resultaten ervan te verbeteren of te
vergroten. Het EESV mag niet als doel hebben het maken van winst. De werkzaamheid van
het EESV moet samenhang vertonen met de economische werkzaamheid van zijn leden,
meestal rechtspersonen, en een ondersteunend karakter hebben.

Societas Europaea (SE)
De SE, ook wel Europese naamloze vennootschap genoemd, staat eveneens los van nationale
regelgeving. De SE is een rechtspersoon waarvan het kapitaal in aandelen is verdeeld en lijkt
daarmee op de Nederlandse nv. Zij mag in tegenstelling tot de EESV wel winst uitkeren aan
de betrokken rechtspersonen; deze zijn niet hoofdelijk naast de SE aansprakelijk. Oprichting
kan plaatsvinden door alle rechtspersonen, maar deze moeten hun oorsprong vinden in ten
minste twee verschillende nationaliteiten en samen zorg dragen voor een geplaatst
aandelenkapitaal van minimaal €120.000. De SE is een rechtspersoon die zich kan
verplaatsen van lidstaat naar lidstaat zonder geliquideerd te hoeven worden voor de
verhuizing.

Societas Cooperativa Europaea (SCE)
De SCE, ook wel de Europese coöperatieve vennootschap genoemd, is een combinatie van
elementen van de nv en de coöperatie, en is daarmee een opzichzelfstaande rechtsvorm. Net
als de SE is ze niet gebonden aan een EU-lidstaat, zodat grensoverschrijdende
zetelverplaatsing mogelijk is. Het is een vennootschap met een in aandelen verdeeld
kapitaal. De SCE heeft als voornaamste doel het voldoen aan de behoeften van haar leden of
het ontwikkelen van hun economische en sociale activiteiten.

Oprichting kan door minstens twee rechtspersonen uit verschillende lidstaten, maar ook
door minimaal vijf natuurlijke personen of personenvennootschappen uit minstens twee
verschillende lidstaten. Het minimaal geplaatste kapitaal van de leden is €30.000.


1.3 Publiekrechtelijke rechtspersonen en kerkgenootschappen
Op grond van artikel 2:1 lid 1 BW bezitten de Staat, de provincie, de gemeenten en de
waterschappen alsmede alle lichamen waaraan krachtens de Grondwet verordenende
bevoegdheid is verleend, rechtspersoonlijkheid.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur RURechtsgeleerdheid. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

71498 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€7,48  21x  vendu
  • (4)
  Ajouter