Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Personenschade: Theorie en Praktijk (RGMPR10306) €7,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Personenschade: Theorie en Praktijk (RGMPR10306)

1 vérifier
 95 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Samenvatting van de voorgeschreven literatuur inclusief arresten en daarbij voorgeschreven annotaties. Alleen week 7 is niet volledig compleet. Vak aan de hand van deze samenvatting en de hoorcollege aantekeningen behaald met een 9

Aperçu 4 sur 119  pages

  • 8 juin 2023
  • 119
  • 2022/2023
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: emmaweerts • 7 mois de cela

avatar-seller
Week 1 – Werkgeversaansprakelijkheid

Literatuur

Bijzondere overeenkomsten. Deel V. Arbeidsovereenkomst

Art. 7:658 lid 1 BW geeft een algemene regel omtrent de civielrechtelijke zorgplicht van de
werkgever voor het voorkomen van schade voor de werknemer. De formulering van het artikel
brengt mee dat stelplicht en bewijslast dat de werkgever aan zijn zorgplicht heeft voldaan bij de
werkgever liggen. De zorgplicht omvat niet alleen naleving van wettelijke voorschriften inzake
arbeidsomstandigheden, doch ook datgene wat redelijkerwijs in de gegeven situatie van de
werkgever kan worden verlangd. De civielrechtelijke zorgplicht stelt hogere eisen, maar het
publiekrecht vormt een harde ondergrens. Wanneer het gaat om voorschriften die bescherming
beogen te bieden tegen een specifiek gevaar dat zich in casu heeft gerealiseerd, zal het verzuim een
dergelijk voorschrift na te leven de werkgever zwaar kunnen worden aangerekend; hij zal dan in
beginsel slechts de mogelijkheid hebben aan te tonen dat naleving van het voorschrift het ongeval
niet had kunnen voorkomen.

De werkgever is met name ook aansprakelijk voor gevaren veroorzaakt door de inrichting van de
werkomgeving en de gebruikte werktuigen, omdat hij deze zelf bepaalt. In de praktijk moet bij de
toepassing van deze regel altijd een afweging worden gemaakt tussen de voorzienbaarheid van het
gevaar, de redelijkheid van de van de werkgever te verwachten maatregelen en – indien risico niet
kan worden uitgesloten – de voldoende waarschuwing van de werknemer door de werkgever voor
het gevaar. Uiteraard kan de waardering hiervan uiteenlopen en dit zal altijd een zekere
onvoorspelbaarheid van het eindoordeel meebrengen. De Hoge Raad concretiseert deze criteria nog
door – in aansluiting op de zogenaamde ‘kelderluikcriteria’ in (Coca-Cola/Duchateau) – vier relevante
gezichtspunten te noemen: met welke mate van waarschijnlijkheid de niet-inachtneming van de
vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht; de hoegrootheid van de kans dat
daaruit ongevallen ontstaan; de ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben en de mate van
bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen.

De rechter leidt soms uit de na het ongeval aangebrachte voorzieningen af dat het gevaar eenvoudig
had kunnen worden voorkomen door deze voorzieningen reeds eerder aan te brengen.

De werkgever dient ook rekening te houden met het ervaringsfeit dat de dagelijkse omgang met een
machine de gebruiker ervan licht ertoe zal brengen niet alle voorzichtigheid in acht te nemen die ter
voorkoming van ongelukken geraden is.

Art. 7:658 BW beoogt echter niet een absolute waarborg te scheppen voor bescherming tegen
gevaar. Deze overweging lijkt door de Hoge Raad met name te worden gebruikt in gevallen waarin
een ongeval is ontstaan door een oorzaak die door de werkgever moeilijk te beïnvloeden was en die
ook buiten de werkomgeving zou kunnen gebeuren. In deze gevallen is het meer de voorzichtigheid
van de werknemer die bepalend is en niet zozeer de inrichting van de onderneming of de door de
werkgever ter beschikking gestelde productiemiddelen. Men spreekt wel van de ‘huis-, tuin- en
keukenongevallen’, van ‘alledaagse gevaren’ of van het in acht nemen van ‘de normale
voorzichtigheid’.

Naast de inrichting van de werkplek en de genomen maatregelen heeft de werkgever ook een
waarschuwingsplicht. De werkgever dient de werknemer dusdanig te instrueren dat deze voldoende
concreet en intens zijn en leiden tot voorzichtigheid.

,Bij de bepaling van de zorgplicht van de werkgever mag tevens acht worden geslagen op de ervaring,
opleiding en functie van de werknemer.

Indien de werknemer er zelf voor kiest geen gebruik te maken van de door de werkgever beschikbaar
gestelde veiligheidsmaatregelen, gebeurt dit in beginsel voor eigen risico van de werknemer.

In bijzondere gevallen kan de werkgever ook verplicht zijn tot schadevergoeding voor ongevallen
buiten de werksfeer op grond van goed werkgeverschap (7:611 BW). Toepassing van dit artikel zal
slecht gebeuren in zeer uitzonderlijke gevallen, waarbij het vaak gaat om een specifiek, voor de
werkgever bekend gevaar. Daarnaast dient de werkgever als goed werkgever zorg te dragen voor een
behoorlijke verzekering.

De werknemer dient het causaal verband tussen de schade en de werkzaamheden te stellen en
aannemelijk te maken. Wanneer hij dit aannemelijk heeft gemaakt is het aan de werkgever om te
bewijzen dat hij zijn zorgplicht is nagekomen. Met name bij het werken met gevaarlijke stoffen kan
het aannemelijk maken van het causaal verband voor de werknemer te moeilijk zijn, en wordt hij
tegemoetgekomen door de zogeheten omkeringsregel. Indien met onvoldoende zekerheid kan
worden vastgesteld in welke mate de schade bij de werknemer door de werkzaamheden is ontstaan,
kan de rechter de werkgever tot vergoeding van de gehele schade veroordelen, onder aftrek van de
geschatte mate waarin de aan de werknemer toe te rekenen omstandigheden tot diens schade
hebben bijgedragen; de proportionele aansprakelijkheid.

Een werkgever is ook aansprakelijk tegenover de nabestaande van een werknemer na diens
overlijden (6:108 BW).

Een werkgever kan zich bevrijden van zijn vergoedingsplicht wanneer hij bewijst dat de schade in
belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Van een
bewust roekeloos handelen is slechts sprake indien de werknemer zich tijdens het verrichten van zijn
onmiddellijk aan het ongeval voorafgaande gedraging van een roekeloos karakter van die gedraging
daadwerkelijk bewust is geweest.

Er bestaat geen rechtsregel die meebrengt dat de werkgever aansprakelijk is voor schade aan de
zaken van de werknemer, indien deze die zaken bij het verrichten van zijn arbeid gebruikt. Maar in
beginsel is dit anders als het gebruik van die eigen zaak naar de aard van die zaak risico’s van ernstige
beschadiging met zich brengt. Het stelsel van het arbeidsrecht, zoals dit tegenwoordig uitdrukking
heeft gevonden in art. 6:170 lid 3 BW en art. 7:661 BW brengt mee dat de werkgever de aan de zaak
toegebrachte schade in beginsel heeft te dragen, behoudens het geval dat deze is ontstaan door
opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.

Van de hele regeling van de aansprakelijkheid van de werkgever mag niet ten nadele van de
werknemer worden afgeweken.



Jurisprudentie + Annotaties (wanneer voorgeschreven)

In de uitoefening van de werkzaamheden (7:658 BW)

Fransen / Pasteurziekenhuis

Verpleegkundige glijdt uit tijdens de uitvoering van haar werkzaamheden, mogelijk over een op de
grond gevallen injectienaald.

,Nu werkneemster de schade heeft geleden in de uitoefening van haar werkzaamheden, brengt het
bepaalde in art. 7:658 lid 2 mee dat het ziekenhuis aansprakelijk is voor de door werkneemster ten
gevolge van haar val geleden schade, tenzij het aantoont dat het de in lid 1 van dat artikel genoemde
verplichtingen is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste
roekeloosheid van werkneemster. Hiervoor behoeft niet vast te staan aan welke oorzaak het ongeval
van werkneemster te wijten is. Die oorzaak is wel in zoverre van belang, dat het ziekenhuis zal
kunnen volstaan met aan te tonen hetzij dat het heeft voldaan aan alle verplichtingen die ingevolge
lid 1 op hem rustten teneinde een ongeval zoals dat aan werkneemster is overkomen, te voorkomen,
hetzij dat nakoming van die verplichtingen het ongeval niet zou hebben voorkomen.

Van Uitert / Laschuijt

Tijdens herstelwerkzaamheden aan diverse daken valt werknemer door een 7,5 meter hoog gelegen
dak, waardoor hij ernstige verwondingen en blijvend letsel oploopt. In dit geding spreekt hij de
werkgever aan voor de geleden schade.

De werknemer die op grond van art. 7:658 lid 2 BW schadevergoeding vordert, zal dienen te stellen
en zo nodig bewijzen dat hij schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden voor de
werkgever. Daarbij geldt dat het vereiste dat de schade de werknemer in de uitoefening van zijn
werkzaamheden is overkomen, ruim moet worden uitgelegd.

Uit de door de Rechtbank als vaststaand aangenomen feiten volgt dat aan dit vereiste is voldaan, nu
deze feiten inhouden dat de door de werknemer gestelde schade het gevolg is van een ongeval dat
hem is overkomen terwijl hij krachtens zijn arbeidsovereenkomst met de werkgever werkzaamheden
verrichtte op het terrein van een derde. Daaraan kan niet afdoen dat hij bij het verrichten van die
werkzaamheden mogelijkerwijs is afgeweken van de hem gegeven opdracht. De Rechtbank heeft dan
ook een onjuiste maatstaf aangelegd door voor de beantwoording van de vraag of de werknemer de
schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden, bepalend te achten of hij van de
werkgever opdracht heeft gekregen op het betreffende dak werkzaamheden te verrichten, dan wel,
bij gebreke van een expliciete opdracht, of hij redelijkerwijs mocht aannemen dat het werk dat hij
aan dat dak uitvoerde, behoorde tot zijn werkzaamheden.

Uitglijden caissière

Caissière kom ten val na sluitingstijd bij het doen van privéboodschappen. Het hof overweegt dat
zowel het begrip ‘werkzaamheden’ als het begrip ‘werkplek’ volgens de Hoge Raad ruim moet
worden opgevat. Het filiaal waar appellante haar werkzaamheden verrichtte moet als een
lokaal/werkplek/arbeidsplaats zoals bedoeld in art. 7:658 BW resp. art. 3.2 van het Arbobesluit
worden gekwalificeerd. Appellante heeft haar boodschappen op haar werkplek gedaan, in ieder geval
vóórdat zij het filiaal, na afronding van haar werkzaamheden die dag, had verlaten. Het hof is van
oordeel dat deze handelingen zo nauw in relatie staan tot appellantes dienstverband en de
uitoefening van haar werkzaamheden op de werkplek, dat het ongeval dat haar is overkomen heeft
te gelden als een ongeval in de uitoefening van haar werkzaamheden. Het hof verklaart voor recht
dat Aldi aansprakelijk is voor de door appellante geleden en nog te lijden schade.

Sleutelende nachtportier

Werknemer sleutelt tijdens zijn nachtdienst aan zijn auto. Hij komt onder de auto en overlijd.
Echtgenote vordert schade vergoeding. 7:658 is niet van toepassing nu het onder werktijd repareren
van de eigen auto, niet voldoende nauw en functioneel verband houdt met de werkzaamheden.

, 7:611 is wel van toepassing, maar lijdt niet tot aansprakelijkheid van de werkgever. Het ongeval is
gebeurt tijdens werktijd, maar de werkgever heeft niet gehandeld in strijd met de uit het artikel
voortvloeiende zorgplicht.

Sportende KLM-purser

KLM-purser valt tijdens een stroomstoring bij het sporten van een trede. De purser was in zijn
wachttijd tussen twee vluchten. De wachttijd is inherent aan de werkzaamheden die de purser voor
KLM verricht. Maar de wachttijd kan niet volledig als werktijd worden aangemerkt, nu werknemers
deze tijd zelf mogen invullen. Ze zijn niet verplicht gebruik te maken van de faciliteiten van het hotel.
KLM heeft geen bevoegdheden om de werknemers te instrueren of aanwijzingen te geven over de
invulling van hun wachttijd. Dus niet in de uitoefening van de werkzaamheden en geen
aansprakelijkheid op grond van 7:658 BW. Ook geen aansprakelijkheid op 7:611. KLM had een
behoorlijke verzekering, niet tekort geschoten in haar verplichtingen als goed werkgever.



Zorgplicht (7:658)

Bayar / Wijnen

Een werknemer is in de uitoefening van zijn werkzaamheden bij een machine een ongeval
overkomen waarbij hij letsel heeft opgelopen: toen hij met zijn hand een storing in de machine
probeerde te verhelpen zijn zijn vingertoppen onder een pers gekomen, hetgeen tot amputatie van
drie vingertoppen heeft geleid. De machine kan bij de bediening daarvan ernstige gevaren opleveren
voor de betrokken werknemer, zoals het gevaar van amputatie, en was in verband daarmee voorzien
van vele beschermkappen, een duidelijk aanwezige nood(stop)knop en waarschuwingsstickers.

Bij de beantwoording van de vraag of de werkgever op de voet van art. 7:658 BW aansprakelijk is
voor een, ondanks de getroffen maatregelen, aan zijn werknemer overkomen ongeval geldt als
uitgangspunt dat dat artikel niet beoogt een absolute waarborg te scheppen voor de bescherming
tegen gevaar. De werkgever dient ingevolge dit artikel die maatregelen te nemen die redelijkerwijs
nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade
lijdt. Wat van de werkgever in redelijkheid mag worden verwacht, hangt af van de omstandigheden
van het geval.

In geval van een gevaarlijke machine als de onderhavige geldt hierbij in het bijzonder dat het
waarschuwen voor gevaren bij de bediening door middel van mondelinge of schriftelijke instructies
en het aanbrengen van waarschuwingsstickers niet steeds voldoende zal zijn. Rekening dient immers
te worden gehouden met het ervaringsfeit dat de dagelijkse omgang met een machine de gebruiker
ervan licht ertoe zal brengen niet alle voorzichtigheid in acht te nemen die ter voorkoming van
ongelukken geraden is, ook al wordt het gevaar de gebruiker door instructies en waarschuwingen
ingescherpt. Van de werkgever moet dan ook worden verwacht dat hij onderzoekt of afdoende
preventieve maatregelen mogelijk zijn dan wel of een veiliger werking van de machine mogelijk is,
en, zo dat niet het geval is, of op een voldoende effectieve wijze voor het gevaar kan worden
gewaarschuwd. In dat kader is van belang met welke mate van waarschijnlijkheid de niet-
inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht, de
hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan, de ernst die de gevolgen daarvan kunnen
hebben en de mate van bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen. Voorts is daarbij in
aanmerking te nemen dat indien het — bij gebreke van maatregelen die het gevaar kunnen
wegnemen — slechts mogelijk is voor het gevaar te waarschuwen, het in het algemeen niet

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ciscadejonge. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

81989 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  1x  vendu
  • (1)
  Ajouter