Waarom college over geld?
=> geld keert overal terug als tool van ondernemen, basis van
bedrijfsbeslissingen, in elk college wordt er gelinkt naar geld (sparen, verdienen,
optimaliseren)
1. De functies van geld
4 functies:
1. Waardemeter uitgedrukt in prijs
2. Ruilmiddel, mits voldoende omloop
3. Koopkrachtreserve, want bederft niet (ruil in de tijd uitstellen)
4. Kredietmiddel (ter beschikking stellen van uw goud aan anderen)
=> Geld is levensbloed van economie
2. Van ruil naar geld
2.1. Ruil en specialisatie
Geografisch gezien heb je van nature uit specialisaties
Voorbeelden: vis uit Ijsland, Pels uit Siberië, Olijven uit Griekenland
=> Er moet geruild worden om alles te krijgen
=> Specialisatie doet een netwerk van ruilmarkten ontstaan (Middeleeuwen:
‘Jaarmarkten)
Steden op knooppunten hadden jaarmarkten waar er kon ‘geruild’ worden
=> Brugge en Gent vormden deel van de ‘Hanze’
2.2. Ruil in natura
Rechtstreekse ruil
=> Eigenaar van schaap wil porselein en omgekeerd
Onrechtstreekse ruil
=> Eigenaar van schaap wil porselein, maar eigenaar porselein wil enkel graan
=> eigenaar schaap moet op zoek naar iemand met graan die schaap wil
Complexe ruil
=> Eigenaar schaap wil porselein, maar via lange ruiltocht gaan om uiteindelijk
te krijgen wat hij wil
Subjectieve ruil
=> Elke eigenaar heeft een subjectieve voorkeuren, en dus bij elke ruil verandert
de ruilwaarde (verschillende hoeveelheden tegen verschillende waarden taxeren)
=> Zodra het aantal goederen en het aantal personen te groot wordt, wordt ruil
in natura onwerkbaar
1
,=> Moet worden overgeschakeld op een algemeen aanvaard tussengoed dat
telkens kan leiden tot rechtstreekse ruil
2.3. Tussengoederen
Van streek tot streek, volk tot volk, andere types tussengoederen
Graan of rijst
Gedroogd vlees
Zijderollen (Oosten, China)
Bont (Hoge Noorden, Canada)
Schelpen (Oceanië)
Edelmetalen als tussengoed
Goud
Zilver
Koper
Waarom vooral goud en zilver?
Zeldzaam genoeg > beperkte hoeveelheid, maar voldoende zodat
iedereen wat heeft
Corrodeert/degradeert niet > je kan het goed bewaren en opslaan
Makkelijk bewerkbaar > zacht metaal, makkelijk op te delen (munten,
staven)
Opvallend uiterlijk > verwijzing naar zon (warmte, blinken)
Afbeelding van staatshoofd als waarborg
Uitgeven van munten was voorrecht voor de koning(in)/keizer(in)
Die garandeert de hoeveelheid en zuiverheid van het edelmetaal
Zware straffen op valsmunterij > lèse-majesté en ondermijnen vertrouwen
Goud, zilver en koper werden de algemeen aanvaarde ruilmiddelen in Euroazië
vanaf de millenia voor het begin van onze tijdsrekening => Metalen standaard
(transacties economie gestandaardiseerd op metalen ruilmiddelen)
Er werd wel nog valsmunterij gepleegd => zuiverheid van de munten nam
bijvoorbeeld af
3.2. Goud vs. zilver
Aanvankelijk bimetallisme (goud – zeldzamer en zilver – couranter)
Productie goud en zilver beïnvloedden prijzen van goederen en onderlinge
verhoudingen
Voortdurende strijd tegen omsmelten en export/import: nood aan stabiliteit
Dominantie zilver of goud afhankelijk van tijdsperiode en wereldorde:
Renaissance: Florin uit Florence (goud)
2
, Spaanse verrovering van Amerika: Spaanse reale (zilver, Dollar: symbool $
komt van 8 => Spaanse reale die achtstuk was van acht reales, waren
standaard toen)
British Empire: Britse Guinea (goud)
Goud als kampion
=> Door de Britten werd goud dominant (systematische onderwaardering van
zilver)
=> Goud werd overgenomen als standaard door de Duitsers
=> Massale verkoop van Duits zilver deed de waarde ervan kelderen >
onhoudbaar voor andere landen
Monometallisme: eind 19de eeuw quasi algemene goudstandaard
=> nationale munten pariteit in goud (kon Belgische frank veruilen tegen
hoeveelheid goud, dat goud ondersteunde de nationale munten, ook nationale
munten onderling verhouding) , dus ook onderlinge pariteit
=> goud = basis voor munten en nationale munten waren veruilbaar in bepaalde
hoeveelheid goud die ook de onderlinge veruilbaarheid definieerden
3.3. Papier vs. goud
Papier als substituut voor goud
Bepaald moment hebben we nationale munten, banken die ontstonden +- Italië
Renaissance
Ontstaan uit het faciliteren van handel
Bewaren van gouddeposito’s van klanten (vb. goudsmeden in 17de eeuws
Engeland)
Papieren bewijzen van banken voor gouddeposito’s (die hoeveelheid
goud bij ons liggen)
Papieren konden in transacties gebruikt worden => ipv goud iedere keer
uit bank weg te halen
Deposito’s uitgeleend voor kredieten
Papiergeld ontstond hieruit
=> eerste papiergeld in China (De JIAOZI, 10 de eeuw)
=> tot recent op een Dollarbiljet ‘In gold coin payable to the bearer on demand’
=> tot Jaren 70 dollar goed als goud
4. Van fysiek naar feduciair
Feduciair = vertrouwd geld, men moet er vertrouwen in hebben
4.1. Geldmultiplicator
Geldmultiplicator = vermenigvuldigaar van geld die banken kunnen gebruiken
om geld te creëren => vb Centrale bank
Niet de overheid die geld creëert maar quasionafhankelijk centrale banken!
Banken (ING, KBC, Paribas…) laten toe dat ze zelf geld kunnen creëren
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fleurjorissen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.