1e semester
2e master DGK
Bijzondere heelkunde
Tine Haesebrouck
Diergeneeskunde Ugent 2022-2023
1e semester 2e master DGK
,INHOUD
ANESTHESIE
0. Inleiding ............................................................................................................................................................... 2
1. Anesthesiologie ................................................................................................................................................... 4
2. Lokale en regionale anesthesie ......................................................................................................................... 52
3. EUTHANASIE (ter informatie) .......................................................................................................................... 68
WEKE DELEN KHD
1. Abdominale chirurgie .................................................................................................................................... 72
2. Chirurgie van de maag .................................................................................................................................. 79
3. Chirurgie van de blaas ................................................................................................................................... 82
4. Antibioticagebruik bij KHD ............................................................................................................................ 87
5. Genitaalstelsel hond en kat ........................................................................................................................... 95
WEKE DELEN GHD
1. Trauma van het hoofd ................................................................................................................................. 118
2. Trauma thorax ............................................................................................................................................. 133
3. Trauma abdomen ........................................................................................................................................ 139
4. Trauma inwendige structuren / organen .................................................................................................... 143
5. Tandheelkunde ........................................................................................................................................... 148
6. Hoofd en hals .............................................................................................................................................. 157
7. Regio-specifieke aandoeningen .................................................................................................................. 161
ORTHOPEDIE GHD
Courante aandoeningen bij het opgroeiende paard ........................................................................................... 180
Courante aandoeningen bij het volwassen paard............................................................................................... 195
ORTHOPEDIE KHD
1. Ernstig manken - inleiding ........................................................................................................................... 211
2. Ernstige orthopedische aandoeningen bij kleine huisdieren ...................................................................... 212
3. Kruisbandruptuur ........................................................................................................................................ 218
4. Patellaluxatie ............................................................................................................................................... 224
5. Heupdysplasie ............................................................................................................................................. 228
6. Elleboogdysplasie ........................................................................................................................................ 232
7. Orthopedie kat ............................................................................................................................................ 235
1
,ANESTHESIOLOGIE BIJ DE HUISDIEREN
0. INLEIDING
ANESTHESIOLOGIE
Anesthesie = Meer dan alleen ‘een spuitje geven om in slaap te vallen en eentje om terug wakker te
worden’
• Talloze producten, talloze combinaties, verschillende dosissen => aanpassen aan patiënt!
• Eenmaal in slaap: Monitoring vitale functies, bijsturen waar nodig
• Goede Analgesie / pijnbestrijding
• Kennis nodig over: Fysiologie, farmacologie, fysica, inwendige ziekten,anatomie,…
o => homeostase anesthesie bewaren door bij te regelen
o Effecten andere delen lichaam in rekening brengen
Anesthesie = ‘Pathologische slaap’
• Met producten een abnormaal soort slaap bereiken => neveneffecten (VC, ADH, …)
• Anesthesie bijwerken: Reversibel, voorspelbaar, controleerbaar, minimale nevenwerkingen
• Grieks: αν αἴσθησις = geen gevoel
• Latijns: narcosis = verdoving, afgeleid van
• Griekse ναρκη (een vissoort die verlamming veroorzaakt)
COMPONENTEN ANESTHESIE
1. Bewusteloos: niets merken.
2. Analgesie: pijnlijk dier wordt rapper wakker.
Reactie op pijnprikkels minderen.
3. Spierrelaxatie: om vlot te kunnen intuberen,
chirurgie vlot uitvoeren, reponeren bij fractuur,…
4. Neurovegetatieve bescherming: bescherming lichaam
tegen reflexen autonoom zenuwstelsel / reflexen door
chirurgische handelingen (vagale reflex (bradycardie) bij drukken op oogbol).
+ stress minimaliseren: dierenwelzijn, vlotter in slaap,…
HET IDEALE ANESTHETICUM?
• ‘Mono-anesthesie’:
o = 1 product om goede anesthesie te bekomen = eigelijk bijna onmogelijk
o Hoge dosissen nodig + Uitgesproken neveneffecten
• Beter combinaties
o => door verschillende producten: met elk hun specifiek werkgebied
o = goede kwaliteit anesthesie
• Stapsgewijs:
o Verschillende fases van anesthesie
2
,FASES ANESTHESIE
• Premedicatie: voor slapen
• Inductie: dier verliest bewustzijn
• Onderhoud
• Recovery: wakker worden
BALANCED ANAESTHESIA
• Combinaties van verschillende producten/technieken
• Doel: lagere dosissen => minder neveneffecten
• Voorbeelden:
o Onderhoud met inhalatie-anesthesie + IV anesthetica/analgetica
▪ = partiële venzeuze anesthesie. (Ipv vroegere TIVA)
▪ Wordt uitgeademd => kan lang werken voor je accumulatie van anesthesie krijgt
o Locoregionale blocks tijdens algemene anesthesie
EXAMEN: voor en nadelen van produten, waarom je voor een bepaald product kiest!
3
,1. ANESTHESIOLOGIE
PRE-ANESTHETISCHEVOORBEREIDING
PRE-ANESTHETISCHE VOORBEREIDING̶
• Uitvasten:
o Aanpak ~ diersoort
o Herkauwers met pens = uitvasten belangrijk (anders kans druk longen, tympanie pens,..)
o Konijnen: vaak dysbacteriose bij uitvasten = afgeraden
• Pre-anesthetisch onderzoek
o Dier gezond ja/nee
o Obv onderzoek = patiënt pre-op stabiliseren
▪ Naargelang nodig ook pre-op stabilisatie patiënt,
evt. medicatie opstarten (bv. antibiotica, pijnstillers,…), etc.
VASTEN
• = bij meeste dieren aangeraden
• Voedsel meestal 10-24u, water 2-3u
o Geiten/schapen drinken overdreven veel water bij vasten: water laatste uren wegnemen
o KHD en Paarden: behoud water niet zo erg
• Doel:
o Druk abdominale organen op longen ↓
o Regurgitatie/braken ↓ (weinig kans paard, veel bij honden)
• Postop ook meestal korte periode van vasten aangewezen
o Afhankelijk diersoort, best aantal uren geen voedsel geven:
minder goed kauwen / verslikken => probleem met de ademhaling
• Invloed diersoort, leeftijd, ingreep,…
o Ingreep: cloaca paard => min mogelijk mestpassage = lange vastenperiode
o Conformatie dier: trekpaard met grote buikomtrek = vasten!
o Jonge dieren die nog melk drinken = niet vasten (vetreserves) => evt glucose bijgeven!
• Soms relatief lang
• Soms niet mogelijk: Spoedgeval,…
• Te lang = nadelig
• Uitzonderlijk: maag ledigen (bv. apomorfine 0,03 mg/kg IV) => braken uitlokken bij de hond
PRE-ANESTHETISCH ONDERZOEK
• Objectieve data
• Anamnese
• Klinisch onderzoek
• Specifieke onderzoeken
4
,OBJECTIEVE DATA
• Lichaamsgewicht in kg
Gevaarlijk dosissen te extrapoleren naar
verschillende diersoorten (DS gevoeligheid)
Gevaarlijk dosissen te extrapoleren binnen
een soort (gewicht: zwaarder dier heeft lager
metabolisme = lagere dosis nodig).
Extrapoleren dmv metabool gewicht = beter.
• Diersoort
• Ras: bij brachycephalen tracheotube langer laten zitten
• Geslacht
• Leeftijd
• Dracht: drachtige BM geeft druk op de longen / grote bloedvaten
• Geplande ingreep:
o Pijnlijk / niet , hoe lang gaat het duren
o Keuze protocol => juiste producten gebruiken
ANAMNESE
• Aandoening & verloop ziekteproces
• Andere aandoeningen, bv. allergieën, manken,.. bv allergie penicilline, risico opstaan recovery,..
• Karakter bv snel angstig, agressief,..
• Huidige medicatie bv geen corticos mengen met NSAID
• Verloop eerdere anesthesie bv gevoeligheid aan sedatie
KLINISCH ONDERZOEK
• Eenvoudig & kort => veel info in weinig tijd
o Algemene indruk
▪ Obees (lagere dosis nodig: product in vetweefsel = reservoir anestheticum)
▪ Actief dier (hogere dosis)
o Basisonderzoek:
▪ Ademhaling
▪ Pols
▪ Temperatuur
▪ Huidturgor
▪ Slijmvliezen
▪ Lymfeknopen
o Auscultatie hart en longen, liefst ook abdomen
o Venes: ZGOLGL?
o => CV en respiratoire functie = belangrijkste !!
• Soms niet mogelijk: wilde dieren, varkens,.. => krijgen bij manipulatie
5
,BIJKOMENDE ONDERZOEKEN
= niet routine-matig!
• Bloedonderzoek: indien aangewezen, bv.
o HCT, BE, WBC
o Lever- en nierwaarden
• Verder onderzoek indien afwijkingen gevonden bij klinisch onderzoek
PRE-OP STABILISATIE
• First life, then limb
• Stel anesthesie/chirurgie uit indien nodig/mogelijk
• Bv blaasruptuur = best urine al op voorhand uit buikholte verwijderen
ASA CLASSIFICATIE
ASA = welk risico het dier
heeft voor anesthesie.
Rekening mee houden!
6
,SEDATIE EN PREMEDICATIE
SEDATIE VS PREMEDICATIE
Sedatie = verlagen van het bewustzijn van de patiënt, zonder bewustzijnsverlies.
Kan gebruikt worden:
• als onderdeel van de premedicatie (dier rustig, minder reactie prikkels)
• voor diagnostische ingrepen (bv foto’s voor heupdysplasie)
• voor chirurgische ingrepen (in combinatie met pijnstillers of locoregionale anesthesie)
• voor transport/scheren/…
• …
Premedicatie = alle medicatie die toegediend wordt vooraleer de anesthesie geïnduceerd wordt.
Kan bestaan uit:
• sedatie
• anti-aritmica
• pijnstillers, o.a. narcotische analgetica
• antibiotica
• bronchodilatoren
• …
SEDATIVA
SEDATIVA: 3 GROEPEN
• Major tranquilizers = fenothiazines en butyrofenonen = sterkere sedatie van minor
• Minor tranquilizers = benzodiazepines
• Alfa-2 agonisten = sterkere sedatie dan major
MAJOR TRANQUILIZERS
“Neuroleptica” = andere naam
• Vaak in combinatie met narcotische analgetica: “Neuroleptanalgesie”. = veel gebruikt
2 groepen:
• Fenothiazines
o Acepromazine (ACP)
• Butyrofenonen
o Azaperone
o Fluanisone
7
, Eigenschappen
• Blokkeren D2 dopamine-receptoren
• Veroorzaken: Trage, matige, langdurige sedatie (4-6 uur)
• ‘Onbetrouwbare’ sedatie: Kunnen wakker worden door plots geluid / beweging / …
• Weinig analgesie:
o Manken verminderen bij paarden,
o Pijnstilling bijgeven (lokaal anestheticum of narcotische analgetica)
• Anxiolitisch
• Beschermend effect tegen aritmieën door catecholamines
• Anti-emetisch, anti-histamine
Neveneffecten
• Alfa-lytisch effect (blokkeren alfa-receptoren (vnl. α1 = veroorzaakt VC) )
o Rem VC => effect = VD
o Bloeddruk ↓
o Miltdilatatie (HCT ↓ => kan lang aanhouden)
o Hypothermie (VD + thermoregulatie verstoord via D2 )
▪ D2: dopamine receptor hersenen in thermoregulatie-centrum
o Penisprolaps:
▪ zwellingen / bloedingen => retractie moeilijk => evt paralyse bij zenuwschade
▪ Meestal bij dieren die een erectie hebben
• Verlengde recovery (in veel gevallen nuttig (zeker bij nerveuze diersoorten))
• Incoördinatie (bij hoge dosissen (ataxie))
• Paradoxe reacties (excitatie)
• Penisprolaps/-paralyse
• (Epilepsie?)
• (GI motiliteit↓)
Tegenindicaties
• (Kans op peroperatieve) hypovolemie/hypotensie => geen majors gebruiken (bloeddrukverlagend)
• Bloeding => geen majors gebruiken (VD)
• Anemie => geen majors gebruiken (HCT ↓)
• Hypothermie => geen majors gebruiken (bloeddrukverlagend)
• Zeer jonge dieren => geen goede metabolisatie : lang effect
• Geen antidoot beschikbaar!
o Bij hypotensie: behandelen met vocht en α1 agonisten
8