Samenvatting Basisboek bedrijfseconomie - Hoofdstuk 5, 8 en 9
Tentamen samenvatting 2024 Basisboek Bedrijfseconomie hele boek, super compact, leestijd 40 min
Tout pour ce livre (71)
École, étude et sujet
Fontys Hogeschool (Fontys)
Commerciële Economie
Bedrijfseconomie II
Tous les documents sur ce sujet (5)
Vendeur
S'abonner
Flt2005
Avis reçus
Aperçu du contenu
Basisboek Bedrijfseconomie, 12e druk
Bedrijfseconomie 2 – periode 4
Hoofdstuk 12 – Kostenstructuur..........................................................................................2
12.1 Kosten in relatie tot de productieomvang.............................................................................2
12.2 Variabele kosten....................................................................................................................2
12.3 Vaste kosten..........................................................................................................................2
12.4 Schatting van kostenfuncties.................................................................................................3
12.5 Break-evenpunt en veiligheidsmarge.....................................................................................3
12.6 Veronderstellingen bij de break-evenanalyse........................................................................4
Hoofdstuk 13 – Kostprijscalculaties.....................................................................................5
13.1 Totale kosten en kosten per eenheid.....................................................................................5
13.2 Absorption costing.................................................................................................................5
13.3 Direct Costing........................................................................................................................5
13.4 Winstverschillen tussen absorption costing en direct costing................................................6
Hoofdstuk 14 – Indirecte kosten..........................................................................................7
14.1 Kostentoerekening................................................................................................................7
14.2 Deelcalculatiemethode..........................................................................................................7
14.3 Equivalentiecijfermethode....................................................................................................8
14.4 Enkelvoudige opslagmethode................................................................................................8
14.5 Meervoudige opslagmethode................................................................................................8
Hoofdstuk 15 – Budgettering..............................................................................................9
15.1 Budgettering als beheersingsinstrument...............................................................................9
15.2 Masterbudget........................................................................................................................9
Hoofdstuk 16 – Verschillenanalyse....................................................................................10
16.1 Flexibel budget....................................................................................................................10
16.2 Opbrengstverschillen...........................................................................................................10
16.3 Kostverschillen....................................................................................................................10
,Hoofdstuk 12 – Kostenstructuur
12.1 Kosten in relatie tot de productieomvang
We kunnen op basis van de relatie met de productieomvang indelen in een tweetal hoofdgroepen:
- Variabele kosten: veranderen als de productie varieert. De grondstofkosten nemen toe als er
meer producten worden gemaakt
- Vaste/constante kosten: veranderen moet als de productie toe- of afneemt.
Afschrijvingskosten: vaste kosten als de slijtage van het duurzame productiemiddel
ontstaat door tijdsverloop. Het is ook mogelijk dat ze variabel zijn; dat is het geval als de
slijtage van het productiemiddel vooral bepaald wordt door het gebruik dat ervan gemaakt
wordt.
De verhouding tussen variabele en vaste kosten bij een onderneming is mede afhankelijk van het
type onderneming.
Handelsbedrijven: veel variabele kosten omdat de inkoop van goederen variabel kosten oplevert
Productiebedrijven: meer vaste kosten omdat productielijnen vaak vaste kosten oplevert
Dienstverlenende bedrijven: vaste kosten zijn overheersend: weinig inkoop en de duurzame
productiemiddelen of de werknemers zorgen normaliter voor vaste kosten.
12.2 Variabele kosten
De variabele kosten nemen toe als de productieomvang toeneemt, maar ze stijgen niet altijd
recht evenredig met de productieomvang.
- Proportioneel variabele kosten: als kosten recht evenredig variëren met de
omvang van de productie. Dit is meestal in de praktijk.
- Degressief variabele kosten: de kosten nemer verhoudingsgewijs minder sterk
toe dan de productie. In het algemeen is dit het geval als bij een relatief laag niveau
de productie wordt opgevoerd.
Bijv. als er bij uitbereiding van de productie kostenbesparingen worden
gerealiseerd door betere efficiency.
- Progressief variabele kosten: meestal bij een zeer hoge productieomvang. De totale
variabele kosten stijgen dan relatief sneller dan de geproduceerde hoeveelheid.
Bijv. gevolg van extra kosten bij overwerk of inhuren van uitzendkrachten
12.3 Vaste kosten
Vaste kosten zijn de kosten die in de betreffende periode niet veranderen als de
productiehoeveelheid wijzigt.
Omdat de omvang van de productiecapaciteit bepalend is voor de hoogte van de vaste
kosten, worden ze ook wel capaciteitskosten genoemd. Bij een daling van de productie kan
de capaciteit niet onmiddellijk aan geringere behoefte worden aangepast,
waardoor de kosten op hetzelfde niveau blijven.
Relevant productie-interval: de mogelijke productieomvang voor de komende
periode die bepaald wordt door de op korte termijn geldende capaciteitsgrenzen.
Een bijzondere categorie kosten vormen trapsgewijze kosten: hiervan is sprake als
productiemiddelen slecht beperkt deelbaar zijn, maar op korte termijn in de benodigde
hoeveelheid kunnen worden ingezet.
,12.4 Schatting van kostenfuncties
Een onderneming kan een voorsprong op haar concurrenten bereiken door gelijkwaardige of
betere producten en diensten te produceren tegen lagere of gelijke kosten. Hiertoe is een
goed inzicht in de eigen kostenstructuur noodzakelijk.
Om de kostenstructuur zo volledig mogelijk te analyseren, moet van alle kosten worden
nagegaan in welke mate zij vast van wel variabel zijn. Dit is een complexe operatie. Het is
ook mogelijk om de kostenstructuur van de totale onderneming in kaart te brengen door
verschillende productiegroottes met de daarbij gerealiseerde kosten te bekijken.
Totale kosten: Vaste kosten + aantal eenheden X variabele kosten per eenheid
Hoog-laagmethode: er wordt van kostgegevens uit het verleden de kosten van de periode
met de laagste productieomvang vergeleken met die met de hoofste productieomvang. Het
verschil in kosten wordt geacht veroorzaakt te zijn door proportioneel variabele kosten.
12.5 Break-evenpunt en veiligheidsmarge
Break-evenpunt: het punt waarbij de onderneming ‘quitte’ speelt. De totale opbrengsten zijn
dan precies gelijk aan de totale kosten, waardoor er winst noch verlies wordt gemaakt.
Break-evenanalyse: het onderzoek naar de relatie van omzet, totale kosten en winst met de
productieomvang/afzet en het bepalen van het break-evenpunt.
Dekkingsbijdrage: de omzet min de variabele kosten; dit bedrag is beschikbaar ter dekking
van de vaste kosten. Het break-evenpunt is die afzet waarbij de totale dekkingsbijdrage
precies groot genoeg is om de totale vaste kosten te kunnen dekken.
Voor de break-evenafzet geld:
Totale opbrengst = totale kosten
Afzet X verkoopprijs = Vaste kosten + afzet X variabele kosten per
eenheid
Afzet X verkoopprijs – afzet X variabele kosten per eenheid = vaste kosten
Afzet X (verkoopprijs – variabele kosten per eenheid) = vaste kosten
Afzet: vaste kosten
Verkoopprijs – Variabele kosten per eenheid
Bij break-evenomzet worden de vaste kosten gedeeld door de procentuele dekkingsbijdrage
, Veiligheidsmarge: de afstand tussen de huidige afzet en de break-evenafzet. Geeft het
percentage aan waarmee de afzet maximaal mag afnemen om niet onder het break-
evenniveau te komen. De veiligheidsmarge geeft dus een speling aan en heeft een
signaalfunctie
Veiligheidsmarge: huidige afzet – break-evenafzet
Huidige afzet
12.6 Veronderstellingen bij de break-evenanalyse
Voor het op een eenvoudige wijze te kunnen uitvoeren van een break-evenanalyse dient te
worden voldaan aan drie uitgangspunten.
1. Lineariteit van kosten en opbrengsten
Bij een break-evenanalyse wordt verondersteld dat omzet en kosten een lineair verloop
hebben.
Bij een niet lineair verloop zijn er 2 break-evenpunten; het eerste bij een betrekkelijk geringe
afzet, het tweede bij een hoge afzet, waarbij de prijsconcessies die gedaan dienen te worden
om de afzet te verhogen, gecombineerd met de progressiviteit van de variabele kosten,
ervoor zorgen dat we van een win-situatie in een verliessituatie terechtkomen.
2. Eén soort product
Een volgende veronderstelling die ten grondslag ligt aan de break-evenanalyse is dat de
onderneming één soort product vervaardigt. Als dat niet het geval is, verschilt de
dekkingsbijdrage per product en is het break-evenpunt mede afhankelijk van de
samenstelling van de productie. Indien de procentuele dekkingsbijdrage wel steeds hetzelfde
is, kan er wel een break-evenomzet bepaald worden.
3. Productie = afzet
Er wordt bij gebruik van break-evenanalyses van uitgegaan dat de productie gelijk is aan de
afzet. Bij dienstverlenende ondernemingen wordt normaliter aan deze veronderstelling
voldaan omdat daar geen sprake is van voorraadvorming. Indien er wel sprake is van verschil
tussen productie en afzet, kan er verschil van opvatting zijn over de vraag wanneer er sprake
is van een winst van nihil.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Flt2005. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.