Hierbij heb ik de examenvragen van sociaal statuut van de zelfstandige opgelost. Ik heb dit gedaan aan de hand van de syllabus en de slides/lessen. Enkel bij de delen die nieuwe dossiers bevatten ( arbeidsrelatiewet en overbruggingsrecht) heb ik geen syllabus gebruikt.
Module 1: Toepassingsgebied sociaal statuut
zelfstandige
Vraag 1: Leg uit of bestuurders van vennootschappen en verenigingen ressorteren onder
het sociaal statuut van de zelfstandigen door volgende vragen te beantwoorden:
▶ In welke mate worden bestuurders geacht een beroepsbezigheid uit te oefenen? Wie
draagt op dit vlak bewijslast? Wie moet wat bewijzen?
Artikel 3, §1, lid 4 KB nr 38 bevat een weerlegbaar wettelijk vermoeden dat mandatarissen
van vennootschappen en verenigingen hun beroepsbezigheid als zelfstandigen uitoefenen.
Dit vermoeden geldt niet voor publieke mandatarissen (art 5bis KB nr 38) en gepensioneerde
zelfstandigen met een kosteloos mandaat (art 13, §3 KB nr 38).
Ook geldt het vermoeden niet voor natuurlijke personen die hun activiteiten niet in een
vennootschap of vereniging hebben onder gebracht.
De wetgever geeft aan de koning de bevoegdheid gegeven om te bepalen hoe het
vermoeden kan weerlegt worden:
Om onder de toepassing van het vermoeden te vallen zijn er enkele voorwaarden
1) aangesteld zijn tot mandataris
2) er moet een exploitatie of activiteiten van winstgevende aard aanwezig zijn in de
vennootschap
3) zonder aangesteld te zijn een mandaat uitoefenen
1) AANGESTELD ZIJN TOT MANDATARIS
a. Enkel natuurlijke personen kunnen tot mandataris benoemd worden
Gevolg: vermoeden geldt niet voor rechtspersonen die optreden als bestuurder van
een andere rechtspersoon.
Gevolg: de vaste vertegenwoordiger is een mandataris van de
rechtspersoonbestuurder.
b. Er is een vermoeden dat personen die aangesteld zijn als mandataris een zelfstandige
beroepswerkzaamheid uitoefenen
c. Personen die een mandaat uitoefenen zonder aangesteld te zijn als mandataris (= feitelijke
bestuurder) worden beschouwd als mandataris en worden vermoed een zelfstandige
beroepswerkzaamheid uit te oefenen
d. Mandaat heeft enkel betrekking op bestuurs-en vertegenwoordigingsbevoegdheid
Daartoe behoren onder meer: enige bestuurder, raad van bestuur, raad van toezicht,
Directiecomité
1
,e. Organen die een controlebevoegdheid uitoefenen worden voor de ene wel en voor de
andere niet geacht te vallen onder het toepassing van het vermoeden
Maar doorgaans vermoed als NIET te vallen onder het vermoeden
f. Ook de publieke mandatarissen worden expliciet uitgesloten van het vermoeden
Reden: ze worden door de wetgever geweerd uit het sociaal statuut der
zelfstandigen
2) ER MOET EEN EXPLOITATIE OF ACTIVITEITEN VAN WINSTGEVENDE AARD AANWEZIG ZIJN
IN DE VENNOOTSCHAP
a. niet kijken naar de juridische vorm van de vennootschap -> wel kijken of de verrichtingen
van de vennootschap winstgevend van aard zijn
b. het vermoeden vereist dat de vennootschap of vereniging zich effectief bezighoudt met
een exploitatie of verrichtingen van winstgevende aard
c. indien de vennootschap geen activiteit meer verricht, dan kan men aannemen dat de
aannemer ook geen activiteiten meer verricht
bv slapende of ontbonden vennootschap
de bewijsregeling is heel streng
gevolg: mandatarissen moeten aan de hand van fiscale documenten aantonen dat de
vennootschap haar activiteiten heeft stopgezet
Hierbij stelt men dat schrapping uit de Kruispuntbank voor ondernemingen is
onvoldoende, maar wel kan wel gelden bv BTW attesten en vennootschapsbelasting
d. het sociaal statuut der zelfstandigen heeft de fiscaalrechtelijke terminologie overgenomen
vroeger konden socialezekerheidsinstellingen en arbeidsgerechten de
kwalificatie die de fiscus gegeven had aan een welbepaalde vennootschap
of vereniging niet naast zich neerleggen
nu: arbeidsgerechten en socialezekerheidsinstellingen zijn niet gebonden
door de kwalificatie van de fiscus
gevolg: ze kunnen zelf oordelen of er een exploitatie of activiteiten van
winstgevende aard aanwezig zijn
3) ZONDER AANGESTELD TE ZIJN EEN MANDAAT UITOEFENEN
a. doel: personen die niet aangesteld zijn als mandataris maar zich wel zo gedragen mogen
niet ontsnappen aan de toepassing van het vermoeden
is nu uitdrukkelijk vermeldt in art 3, §1 lid 4 KB nr 38 ( vroeger was dit niet zo)
voorwaarde: de aanstelling moet worden aangetoond
bv de akte die normaal door een bestuurder ondertekend worden, zijn ondertekend
door de feitelijke bestuurder
cassatierechtspraak: zonder aanstelling kan men nog de uitoefening bewijzen en
omgekeerd
indien iemand aangesteld is als mandataris wordt het bewijs van de aanstelling
geleverd door publicaties in het Belgisch Staatsblad van de benoeming
b. feitelijke bestuurders vallen dus onder het wettelijk vermoeden
2
,WIE DRAAGT DE BEWIJSLAST?
De bewijslast ligt bij degene die het vermoeden inroept
Bijvoorbeeld
Degene die meent zelfstandige te zijn en onder het sociaal statuut wenst te vallen
De instelling die de vermeende zelfstandige tot het sociaal statuut wil aansluiten
wanneer de betrokkene dat niet spontaan doet.
Aangezien er sprake is van een weerlegbaar vermoeden kan men dit dus weerleggen
Vermoeden = men wordt geacht een zelfstandige beroepsbezigheid uit te
oefenen
Art 3, §2 KB nr 38 vermeldt dat de koning moet bepalen hoe het vermoeden weerlegd
kan worden
Wie moet het vermoeden weerleggen?
De persoon die aangesteld is als mandataris van een vennootschap of vereniging
die zich bezighoudt met een exploitatie of verrichtingen van winstgevende aard
De persoon die zich gedraagt als een mandataris van een vennootschap of
vereniging die zich bezighoudt met een exploitatie of verrichtingen van
winstgevende aard (De persoon is niet aangesteld als mandataris)
Het bewijs wordt door de zelfstandige geleverd en indien hij dit nalaat spontaan te doen
dan levert de socialezekerheidsinstelling het bewijs
WIE MOET WAT BEWIJZEN?
1) aantonen van de kosteloosheid door de mandataris of degene die zich als mandataris
gedraagt = men oefent kosteloos het mandaat uit
Hoe?
Overlegging van de statuten die vermelden dat er geen vergoeding wordt
gegeven aan de mandataris
Indien er geen statuten zijn overlegging van de beslissing van het bevoegde
orgaan die de vergoedingen van de mandataris vaststelt (= algemene
vergadering) dat er geen vergoeding aan de mandataris verleend wordt (Bv
notulen)
MAAR de feiten mogen het papier niet tegenspreken
Het bewijs van kosteloosheid wordt niet aanvaard indien uit het mandaat bij
artikel 30,2° WIB (=bezoldiging als bedrijfsleider) bedoelde inkomsten
voortvloeien of wanneer de vennootschap of vereniging bijdragen of premies
stort voor de opbouw van een aanvullend pensioen van de mandataris
Gevolg: een andersluidende statutaire bepaling moet wijken voor de feitelijke
toekenning van een vergoeding
2) aantonen dat hoewel men aangesteld is als mandataris, men deze functie toch niet
uitoefent
3
, KB nr 38 en art 2 algemeen reglement sociaal statuut zelfstandigen voorzien enkel
het aantonen van de kosteloosheid als tegenbewijs
MAAR indien men niet toelaat dat iemand die aangesteld als mandataris en kan
bewijzen dat hij dit niet uitoefent dan begaat men een schending van een arrest
van het grondwettelijk hof
Arrest GW-hof: een onweerlegbaar vermoeden is in strijd met het
gelijkheidsbeginsel omdat een mandataris enkel door ontslag te nemen kan
aantonen dat hij voldoet aan het vermoeden
Gevolg: indien men niet toelaat dat iemand die aangesteld als mandataris en kan
bewijzen dat hij dit niet uitoefent dan ontstaat er terug een onweerlegbaar
vermoeden, die een schending van het gelijkheidsbeginsel impliceert
▶ In welke mate worden bestuurders geacht die activiteit uit te oefenen in België? Wie
draagt op dit vlak bewijslast? Wie moet wat bewijzen?
Er is een bijzondere lokalisatieregel van toepassing voor vennootschapsmandatarissen
Volgens art 3, §1, lid 5 KB nr 38 moeten er 2 toepassingsvoorwaarden zijn vervuld opdat de
beroepsbezigheid van mandatarissen geacht wordt plaats te vinden in België. (dit is een
vermoeden).
1) er moet een zelfstandige beroepsbezigheid als mandataris zijn
Er moet dus sprake zijn van een vennootschapsmandaat en niet van een bijzondere
lasthebber
Bijzondere lasthebber = de persoon krijgt voor 1 keer een mandaat om iets te
doen in en naam en voor rekening van de vennootschap( Bv stroman)
Vennootschapsmandaat = het waarnemen van het dagelijks bestuur in een
vennootschap
Men moet deze beroepsbezigheid ook uitoefenen
Niet de benoeming tot mandataris is doorslaggevend
Indien de beroepsbezigheid in het buitenland uitgeoefend wordt. Dit valt niet onder
het toepassingsgebied
2) de vennootschap of vereniging moet belastbaar zijn in België
Gevolg: de vennootschap moet onderworpen zijn aan de Belgische
vennootschapsbelasting of de Belgische belasting der niet-inwoners
Een vennootschap is onderworpen aan de Belgische belasting der niet-inwoners
indien de vennootschap zich in het buitenland gevestigd is en er een vaste
inrichting in België is, die winst maakt
De winst die in België wordt gemaakt is aan belasting onderworpen. Hierbij geldt
de uitzondering: indien er een belastingverdrag zou zijn die het anders regelt.
De vennootschapsbelasting is van toepassing op vennootschappen die zich in
België hebben gevestigd
Indien de 2 voorwaarden vervuld zijn, dan wordt men geacht tot het bewijs van tegendeel
geacht te worden zijn activiteit in België te verrichten.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kaitlynvanspauwen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.