Inhoudsopgave
1.plekwaarde en plek..................................................................................................................................... 2
a) plekwaarde.......................................................................................................................................................2
b) plek....................................................................................................................................................................2
2. Perceptie................................................................................................................................................... 2
3. Analyse = onderzoek.................................................................................................................................. 3
4. architectuur en communicatie.................................................................................................................... 3
1. semiotiek = tekenleer........................................................................................................................................3
2. communicatie....................................................................................................................................................3
5. perceptie................................................................................................................................................... 4
5. ruimte........................................................................................................................................................ 4
1. basis en afgeleide vormen.......................................................................................................................... 4
2. vorm en compositie................................................................................................................................... 4
3. ordeningsprincipes..................................................................................................................................... 4
1. ergonomie................................................................................................................................................. 5
wat is ergonomie..................................................................................................................................................5
2. ergonomie en antropometrie............................................................................................................................5
1
, 1.PLEKWAARDE EN PLEK
A) PLEKWAARDE
Plekwaarde = waarde van een plek: betekenis + sfeer + beleving + emotie
B) PLEK
Plek = perceptie van ruimtelijk geheel van elementen die samen voor bepaalde sfeer, beleving, emotie zorgen.
- Perceptie: waarneming, cognitieve, emotie
- Ruimtelijke elementen
- samenspel: interactie en verbanden
- Beleving: plekwaarde
1. opmeten: duiden, vastleggen, afbakenen, schaal, proportie, verhouding
Aandachtspunten: Plek: context -> in relatie tot de context en opmeten -> definiëren
proportie => tot menselijke schaal
2. inventaris = waarnemen
vaststellingen doen -> betekenissen en functies
- ruimtelijk en vormelijke elementen => basisvormen, ruimtes, volumes …
- betekenissen en functies => schalen, grenzen, wanden, paden …
- verbanden tussen alle aanwezige ruimtelijke en vormelijke elementen
Aandachtspunten: durft te zien, zoek verbanden, abstractie maken
vormbegrip, ordeningsbegrippen
- Ordeningsbegrippen = structuur, evenwicht, harmonie, verhouding, …
- Betekenissen:
punt: kruispunt, hoekpunt, ijkpunt, icoon, …
lijn: lengte, beweging, richting, as, ….
vlak: wand, vloer, plafond, gestald van vlak , …
volume: vorm, massa, ruimte, omsluiting, …
tijd: dag/nacht, daglicht, seizoen, verval, …
3. beleving = plekwaarde
- op basis van opmeting en inventaris proberen de beleving te duiden, verklaren = argumenteren (omdat, dit)
2. PERCEPTIE
Perceptie = een cognitief proces waarbij zintuigelijke waarnemingen bewust/onbewust interpreteren in functie
van bepaalde kennis en ideeën => een emotionele reactie ontstaat.
Perceptie = proces: waarneming -> cognitieve -> emotie
cognitief proces -> zintuigelijke waarneming
bewust of onbewust: interpreteren in functie van bepaalde kennis => emotionele reactie
uit onze interpretatie ontstaat een emotionele reactie -> gevoel, een beleving
2 bedenkingen:
1. Schaal: Voorbeeld: Ron Mueck “ a gril” 2006 -> leg perceptie uit:
foto van een ruimte: je ziet 3 structuren -> vloer, wand en je ziet 2 objecten -> redelijk realiste objecten
conclusie: cognities klopt niet
2