R0937449 SEM02
Definities worden voor elke les gedeeld in een Word bestand op Canvas.
Deze les wordt voornamelijk geleerd via eigen en/of gedeelde notities.
Definitie van communicatie:
Communicatie is een activiteit waarbij levende wezens betekenissen uitwisselen door op elkaars
signalen/informatie te reageren. Deze signalen/informatie wordt deels bewust, deels onbewust
gegeven, ontvangen en geïnterpreteerd.
Basisbegrippen:
Verbale communicatie: je gebruikt taal om je boodschap over te brengen.
Non-verbale communicatie: je gebruikt geen taal om je boodschap over te brengen, wel je
lichaam, gebaren, tekens etc..
Formele communicatie: zakelijke communicatie, in een professionele situatie = de afstand
tussen gesprekspartners is groot.
Bv. Notulen (verslagen) van vergaderingen, roosters, aanwezigheidslijsten, bedrijfsportaal e-
mail, etc..
Informele communicatie: de communicatie in een non-professionel, ongedwongen situatie
(spontaan) = de afstand tussen de gesprekspartners is kleiner, meestal ken je deze persoon.
Bv. Delen van gevoelens, ongedwongen discussies, roddels, gesprekken met vrienden en
familie.
Intrapersoonlijke communicatie: de zender en de ontvanger zijn dezelfde persoon.
Bv. een gesprek tegen jezelf voor de spiegel, agenda invullen, een wekker zetten, kruisje op
je hand schrijven, een samenvatting maken van de les, etc..
Interpersoonlijke communicatie: een kleine groep van ontvangers, de zender weet wie zijn
boodschap zal ontvangen.
Bv. een sms sturen, verjaardagskaart, interview, etc..
Massacommunicatie: een grote groep ontvangers, de zender weet niet precies wie zijn
boodschap zal ontvangen.
Bv. briefing op de werkvloer, reclame folders, krantenartikels, etc..
Interne communicatie: communicatie tussen personeelsleden binnen een organisatie.
Bv. een nieuwsbrief.
Externe communicatie: communicatie met personen, verenigingen en instellingen buiten
een organisatie.
Bv. jobbeurzen, mails naar een nieuwe klanten, etc..
1
,R0937449 SEM02
Functies non-verbale communicatie:
Accentuerende functie: nadrukken leggen op bepaalde woorden, door bv gebaren of
stemverheffing.
Emotionele functie: een van de belangrijkste functies van emoties is om het lichaam voor te
bereiden op actie. In deze zin is elke emotie, of deze nu positief of negatief, op zijn eigen
manier nuttig. Dankzij de adaptieve functies van emoties kunnen we effectief in actie kmen
wanneer dat nodig is.
Feedback functie: bekrachting van gewenst gedrag:“ fijn dat je op tijd bent ” en het
corrigeren van gewenst gedrag:“ ik vind het vervelend dat je me steeds in de rede valt ”.
Herhalingsfunctie
Regulerende functie: correctie van het gedrag van mensen in het proces van interactie,
ontwikkeling en de organisatie van gezamelijke activiteiten. In het communicatieproces kan
een persoon het gedrag en de activiteiten van een gesprekspartner bewust of onbewust
beïnvloeden.
Bv. een persoon laat de aandacht op zichzelf vestigen door bv. geluiden te maken.
Relationele functie: communicatie heeft ook een relationeel aspect. Dit aspect wordt ook
wel betrekkingsaspect genoemd. Het betreft een impliciete (verborgen / iets zeggen zonder
dit duidelijk te benoemen) mededeling over hoe je de ander ziet. Door houding en
woordkeuze laat je weten hoe je over de relatie met de ander inschat.
De relatie die de zender en ontvanger hebben, bepaalt of en hoeveel je van elkaar iets wilt
aannemen. Het gaat meestal over de hoe-vraag. Hoe probeert de zender zijn doel te
bereiken.
Tegenstrijdige functie: bij tegenstrijdige communicatie zijn er twéé losstaande “berichten”,
die met elkaar in strijd zijn en elkaar tegenspreken. Bv. “wees spontaan”. Je kan nooit op
commando spontaan zijn, dit is dus een onmogelijke opdracht en zeer tegenstrijdig.
Één uitspraak die zichzelf tegenspreekt noemen we daarentegen paradoxaal.
Vervangingsfunctie
Waarom communicatie?
Functioneren zonder communicatie gaat niet, ook niet op de werkvloer. Je kan niet, niet
communiceren. Niet communiceren is onmogelijk.
2
,R0937449 SEM02
Communicatieproces:
code
Zender Medium Boodschap Bedoeling Ontvanger
Feedback
Medium of kanaal: welk middel wordt er gebruikt.
Ruis: troebeling in de communicatie bv. een moeilijk te begrijpen dialect of achtergrond geluiden.
Waarnemen is interpreteren:
Referentiekader = iedereen kijk met zijn eigen persoonlijke visie, iedereen heeft een andere kijk,
beeld of mening gevormd over bepaalde dingen.
Waarnemen: het leren kennen van de omgeving via de zintuigen. We gebruiken onze zintuigen om
dingen waar te nemen. Geluid nemen we waar met onze oren. Geuren ruiken we met onze neus.
Texturen voelen we met onze huid. We zien dingen met onze ogen en we proeven met onze tong.
Zodra we iets waarnemen, gaan onze hersenen er direct mee aan de slag. Ze gaan er een betekenis
aan toevoegen.
Interpreteren: op het moment dat we een betekenis gaan toevoegen aan een waarneming, is het
een interpretatie. Stel je bent in gesprek met iemand. Je zegt iets en je ziet die persoon zijn
wenkbrauwen omhoog doen. Op dat moment denk je misschien: “Hij gelooft me niet.” Dat is een
interpretatie. Het is handiger om dit te controleren, door eerst je waarneming te benoemen: “Ik zie
dat je met wenkbrauwen omhoog gaan.” Vervolgens check je jouw interpretatie: “Kan het zijn dat je
me niet gelooft?” Hiermee zorg je ervoor dat je communicatie helder en open blijft.
Wees ervan bewust dat je altijd interpreteert. Daar kun je niets aan doen. Zo werken onze hersenen
nou eenmaal. Jezelf ervan bewust zijn is de eerste stap in een heldere communicatie, want
interpretatie kan juist, maar ook onjuist zijn.
3
,R0937449 SEM02
Axioma’s van Watzlawick:
Axioma 1: Het is onmogelijk om niet te communiceren
Communicatie is intrinsiek (iets dat uit zich zelf voortkomt) aan het leven. Wat Paul Watzlawick en
zijn collega’s bedoelen is dat al het menselijk gedrag een vorm van communicatie op zich is. Dit is
waar op expliciet of impliciet gebied. Zelfs niets zeggen is een manier om een bepaald bericht door te
geven. Het is dus onmogelijk om niet te communiceren. Zelfs als we niets doen, verbaal of non-
verbaal, brengen we iets over. Misschien zijn we niet geïnteresseerd in wat de andere persoon
vertelt, of we delen liever onze mening niet. Er schuilt meer informatie in dit bericht, dan in woorden
wordt uitgedrukt.
Axioma 2: Iedere communicatie bezit een inhouds- en betrekkingsaspect (metacommunicatie)
Dit principe refereert aan het feit dat bij alle vormen van communicatie niet alleen de inhoud van het
bericht belangrijk is, maar ook de manier waarop de spreker begrepen wil worden door anderen op
relationeel niveau.
“ Als we een verbinding aangaan met anderen, brengen we informatie over. Maar de kwaliteit van
onze relatie kan deze informatie een andere betekenis geven.”
Het inhoudsaspect komt overeen met wat we verbaal communiceren. Het relationele aspect aan de
andere kant refereert aan hoe we dit bericht communiceren. Het heeft onder andere te maken met
intonatie, gezichtsuitdrukkingen en context.
Het tweede aspect bepaalt en beïnvloedt het eerste. Dat komt doordat onze intonatie en
uitdrukkingen bepalen hoe de luisteraar dit bericht ontvangt.
Axioma 3: Interpunctie vormt de betekenis volgens de persoon
Paul Watzlawick legde het derde axioma als volgt uit: “ De aard van een relatie is afhankelijk van de
interpunctie van de communicatieprocedures van de partners.” Daarmee bedoelt hij dat ieder van
ons een eigen versie maakt van wat we observeren en ervaren (de waarheid bestaat niet). Die versie
kleurt onze relaties dan.
Dit principe is van fundamenteel belang als we een relatie aangaan met anderen. We moeten dit
altijd in gedachten houden als we met iemand omgaan. We filteren alle informatie die we ontvangen
gebasseerd op onze ervaringen, persoonlijke kenmerken en lessen. Dit betekent dat een concept
(liefde, vriendschap, vertrouwen, etc..) verschillende betekenissen kan hebben voor verschillende
mensen.
Daarbij komt nog dat een ander belangrijk aspect van communicatie is dat iedere spreker gelooft dat
het gedrag van de ander de oorzaak is voor zijn eigen gedrag. Maar de waarheid is dat communicatie
een ingewikkelder proces is dat niet kan worden gereduceerd tot een simpele oorzaak-gevolg relatie.
Communicatie is een cyclisch proces waarin iedere partij op een unieke manier bijdraagt aan de
uitwisseling.
4
, R0937449 SEM02
Axioma 4: Digitale en analoge communicatie
De theorie van de pragmatische aspecten van de menselijke communicatie suggereert dat er twéé
soorten communicatie zijn:
Digitaal: wat je zegt met woorden, die het middel zijn waarmee de communicatie wordt
overgedragen.
Analoog: alle non-verbale communicatie, of hoe je je uitdrukt. Het middel van de relatie.
Axioma 5: Symmetrische en complementaire communicatie
Tot slot gaat deze axioma over hoe we met anderen omgaan. Als de relatie symmetrisch is, dan
bevinden we ons op hetzelfde niveau. Dat wil zeggen, we handelen in vergelijke omstandigheden en
de machtverhouding is gelijkwaardig, maar we vullen elkaar niet aan..
Als de relatie complementair is, zoals die tussen een ouder en een kind, een leraar en een student of
een verkoper en koper, bevinden we ons in verschillende omstandigheden. We accepteren deze
verschillen echter wel.
Als we met dit alles rekening houden, komen we tot de conclusie dat het belangrijkste in iedere
situatie waar we moeten communiceren de relatie zelf is. Hoe twéé mensen op elkaar reageren, en
niet zozeer de individuele rollen.
5