Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Lesnotities ALLE LESSEN intellectueel eigendomsrecht €7,99
Ajouter au panier

Notes de cours

Lesnotities ALLE LESSEN intellectueel eigendomsrecht

 115 vues  3 fois vendu

UPDATE: geslaagd in eerste zit Volledige notities. Alle lessen gevolgd. Deze nota's zijn méér dan voldoende om vak te beheersen. Bijna alles kan je terug vinden in je codex, de nota's kunnen dienen als extra verduidelijking met heel wat extra voorbeelden. Het handboek bevat alle relevante ar...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 116  pages

  • 15 juin 2023
  • 116
  • 2022/2023
  • Notes de cours
  • Hendrik vanhees
  • Toutes les classes
Tous les documents sur ce sujet (15)
avatar-seller
FBM
INTELLECTUEEL EIGENDOMSRECHT
1/3 punten van het examen -> 2 grote(re) open vragen 1 theorievraag, 1 praktijkgeval + kleinere ja-/nee-vragen mét motivering.

1. INLEIDING TOT INTELLECTUELE RECHTEN (HOOFDSTUK 1 IN SYLLABUS)
1.1. WAT ZIJN IE-RECHTEN?

Private subjectieve rechten
= rechten die je ontleent aan het objectief recht, je hebt ze en kan ze uitoefenen
Extrapatrimoniale rechten Patrimoniale rechten
= bezit eenieder, maar maken géén deel uit van je = bezit eenieder, maakt wél deel uit van je vermogen en
vermogen en waar je in de regel niet over kan gaan wél over op je erfgenamen. Al die rechten geven
contracteren (vb. als je sterft worden deze rechten niet je een heerschappij.
vererft, komen niet in vermogen van erfgenamen – - Zakelijke rechten: geeft een heerschappij op een
verdwijnen/blijven bestaan). zaak (vb. eigendomsrecht)
- Familierechten: hier MB (vb. recht om te huwen) - Vorderingsrechten: geeft een heerschappij om een
- Persoonlijkheidsrechten: beschermen verschillende gedraging van iemand te eisen (vb. schuldvordering)
aspecten van je persoonlijkheid (vb. recht op afbeelding - Intellectuele rechten: geeft een heerschappij op
– geen foto’s nemen en online plaatsen zonder een creatie van de geest (vb. geschreven tekst,
toestemming, recht op fysieke integriteit, recht op naam ontwerp…)
– Brantano voert campagne a.d.h.v. namen van Bv’s,
recht op stemgeluid – stemimitator gebruiken om
reclamespotje in te zingen…) [hoe groter je bekendheid
hoe meer schade kan ontstaan en hoe belangrijker je
recht is].
( publieke subjectieve rechten, hier MB)


1.2. INDELING IER

Industriële eigendomsrechten Auteursrecht (sensu lato)
(≠ industriële eigendom) (= verzamelbegrip, zeer ruim)
- Merkenrecht: belangrijk voor ondernemingen, niet - Auteursrecht sensu strictu: bescherming van kunst
enkel beperkt tot ‘visuele’ merk (vb. vorm flesje Coca en cultuur (maar ook veel meer, in principe kan alles
Cola) beschermd worden onder auteursrecht, vb.
- Tekeningen- en modellenrecht: MB, bescherming bril/stoel/laptop/…)
van vormgeving, overlapt met auteursrecht - Naburige rechten: bescherming van prestaties die
- Octrooirecht: bescherming van uitvindingen beschermingswaardig zijn, maar niet door het
- Kwekersrecht: MB, bescherming van plantgoed (vb. auteursrecht (vb. uitvoerende kunstenaars – zangeres haar
testveld appelbomen tot creatie van nieuwe soorten appelen) lied/tekst wordt beschermd  de zangprestatie op zich, de
stem, niet => naburig recht)
- Chipsrecht: MB, bescherming van elektronische
schakelingen
- Bescherming computerprogramma’s :  kan je ook
octrooi voor krijgen
- Benamingen oorsprong/Geografische
- Databanken: apart beschermingssysteem, belangrijk
aanduidingen/Herkomstaanduidingen: MB,
benaming van producten (vb. wijnsoort, kaassoort…)
- Handelsnaam: i.k.v. merkenrecht (naam om waren en
diensten aan te duiden), de naam waaronder je handel
drijft (de onderneming)
- Gebruiksmodellen: MB, in België niet gekend – m.b.t.
kleine uitvindingen (omdat octrooi moeilijk te verkrijgen is)

PAS OP: bedrijfsgeheimen/knowhow (sinds 2018 wettelijke regeling België: spionage van bedrijven komt vaak voor vb.
omgekocht door/overstap naar een ander bedrijf , is géén IER omdat de reglementering géén exclusief recht geeft – maar het recht om op
te treden tegen onrechtmatige handelingen vb. zonder toestemming bedrijfsgeheimen delen ); domeinnamen (ook hier géén creatie
van een exclusief recht op een domeinnaam vb. .com, .nl… en dus géén IER, geeft de mogelijkheid om op te treden wanneer
iemand zonder toestemming de naam van iemand anders deponeren als domeinnaam).

,1.3. KENMERKEN VAN DE IER
Intellectueel recht = bevat duidelijk te onderscheiden rechten, maar waarom dan nog een aparte rechtscategorie?
Omdat ze allemaal enkele gemeenschappelijke kenmerken hebben die ze onderscheiden van andere rechten…*

 Monopolierechten voor de ene (exclusief recht)  verbodsrechten voor de andere (derden).

 Aan eenieder tegenstelbaar = het bestaan van deze rechten moet je respecteren, ook al ken je ze niet!
Goede/kwade trouw spelen géén rol.

 ! Begrensde rechten = Westerse landen gaan uit van (1) “de vrije mededinging” als basis, dit houdt “vrijheid
van kopie” in (alles van een ander zou je in principe moeten kunnen kopiëren)  (2) soms lastige gevolgen
(investeren in creatie die dan goedkoop kan worden gekopieerd, mensen zullen die moeite niet meer doen =>
innovatie valt stil), DUS (3) oplossen a.d.h.v. IR [grote oceaan met vrije mededinging, maar beschermde ‘eilanden’
waar men van af moet blijven]  (4) monopolie geven aan de ene = verbod geven aan de andere, DUS meteen
ook de monopolie begrenzen…
o Territorialiteit: is er altijd, enkel bescherming krijgen daar waar je bescherming vraagt (vb. Belg doet een
uitvinding in België en krijgt hier octrooi  geldt énkel in België, wil je buiten de grenzen bescherming krijgen, dan
zal je bescherming in élk land apart gaan vragen – en moet je meteen vragen, niet na enkele jaren).

o Duur: niet oneindig (vb. octrooi = 20 jaar bescherming + niet-verlengbaar, vb. auteursrecht = 70 jaar
bescherming), maar nuances.

o ! Beschermingsvoorwaarden: ieder IR eigen voorwaarden (vb. originaliteit in auteursrecht, onderscheidend
vermogen in merkenrecht…).

 Creatie van de geest (voorwerp)

 Grote economische waarde = vaak het meest waardevolle (//vb. Coca Cola = bedrijfsgeheim, merk zelf, //vb. Perrier
= enkel merk heeft waarde, water is water, //vb. UCB farmaceutisch bedrijf in BE zeer groot – waarde van hun aandeel
fluctueert mee met de octrooien, waarde van UCB daalt als hun octrooi (dat beperkt is in de tijd) bijna verjaart  stijgt
weer bij het ontstaan van nieuwe producten met nieuwe octrooien…)

 Zijn ook grondrechten (art. 17, lid 2 Handvest grondrechten EU)  (géén absolute bescherming – afweging t.o.v.
andere grondrechten vb. vrijheid ondernemerschap, vrijheid van meningsuiting, recht op persoonlijke levenssfeer… ).

! PAS OP: *bestaan via het optreden van de wetgever (kan énkel bestaan als dit in de wet geregeld is, er bestaan géén IR
buiten de wet) ; géén begrensde categorie (de wetgever creëert regelmatig nieuwe IR, omdat er vb. nood is aan bijkomende
bescherming)

!! 01/08/2022, nieuw IR bij naburige rechten nl.: “recht voor persuitgevers”, Google News a.d.h.v. perspublicaties van
andere bedrijven -> Europese Commissie creëerde een aparte bescherming voor persuitgevers om gedurende 2 jaar controle uit
te oefenen op eigen perspublicaties  procedures bij GwH over deze regeling + reactie van Google.


1.4. VERSCHIL AUTEURSRECHT  INDUSTRIEEL EIGENDOMSRECHT
LET OP: de verschilpunten zijn relatief geworden (ze bestaan nog, maar meer en meer genuanceerd én soms zelfs
achterhaald…)
 Formaliteiten
o Auteursrechten = sensu lato, geen formaliteiten vereist

o Industriële eigendomsrechten = wél formaliteiten vereist (vb. aanvraag tot octrooi, anders kan je geen
octrooirecht krijgen)  ! nuance (vb.) Handelsnaam krijg je door louter gebruik van die naam

,  Duur
o Auteursrechten = voor lange periode, basisregel ‘vanaf creatie, tot 70 jaar na overlijden’

o Industriële eigendomsrechten = meer beperkte periode, 20 à 25 jaar en géén mogelijkheid tot
vernieuwing  ! nuance (vb.) Merken slechts 10 jaar, maar je kan ze oneindig verlengen door het merk
elke 10 jaar te vernieuwen

 De toegekende rechten
o Auteursrechten = kent vermogensrechten toe (vb. exploitatie, inkomsten…) én morele rechten
(beschermen de persoonlijkheid van de auteur vb. toestemming geven tot wijziging van je werk – Roald Dahl)

o Industriële eigendomsrechten = kent énkel vermogensrechten toe (vb. merk gebruiken, creatie exploiteren,
inkomsten genereren…)  ! nuance (vb.) Octrooi, uitvinder heeft het recht om vermeldt te worden in het
octrooi (sporen van ‘morele rechten’).

 De beschermingsvoorwaarden (objectief  subjectief)
o Auteursrechten = subjectief, “rechter heeft beoordelingsvrijheid bij de vraag of een creatie aan de
beschermingsvoorwaarden voldoet” – appreciatiemarge, vb. auteursrecht sensu stricto – advocaat zal nooit
met zekerheid kunnen zeggen of jouw werk onder auteursrecht zal vallen/niet – hangt af van oordeel van de rechter

o Industriële eigendomsrechten = objectief, “o.b.v. feiten beslist men of het in aanmerking komt voor
bescherming of niet”, vb. octrooi – effectief kijken naar wat we al kennen – en zo beslissen of het nieuw is /niet…
 ! nuance (vb.) Merkenrecht - ook subjectiviteit van de rechter (of hij de creatie beschermingswaardig
acht)


 Economische rol  culturele rol
o Auteursrechten = culturele waarde  ! nuance (vb.) online platformen etc. hebben ook zware
economische betekenis en waarde (vertegenwoordigd veel geld)

o Industriële eigendomsrechten = economische waarde, belang voor de industrie


1.5. DE BESCHERMING VAN 1 CREATIE DOOR MEERDERE IER
 Beginsel van de cumulatie = één creatie kan je beschermen door meerder IR (vb. grote band tractor, deponeren
als merk én auteursrechtelijk beschermen)
o  ! Ieder IR bevat uitsluitingen (vb. technische zaken worden niet beschermt -> wordt in de wet duidelijk
uitgewerkt)
o Dus grote firma’s beschermen hun creatie extreem? Nee (zie volgende)!

 Problematiek van de kosten
o Industriële eigendomsrechten vereisen formaliteiten (aanvraag, deponeren, in stand houden…) én
zorgen dus voor grote kosten (en vaak in meerdere landen, meerdere taksen…)
o Meest ideale: het meest uitgesproken IR zoeken en daar voor gaan


1.6. TERRITORIALITEIT ( ! BE LANG RIJK )

 Achtergrond = IR zijn monopolierechten (WG kent ze toe), maar WG kent dit niet graag toe DUS gaan dit
wettelijk begrenzen

 Beginsel = je krijgt enkel bescherming, daar waar je deze vraagt (vb. Merkenrecht zal je enkel hebben in de landen
waar je dit recht vraagt)

, o Probleem: hoe verkrijg je die rechten in verschillende landen?
 Oplossing
o Nationale procedure doorlopen: in ieder land vb. Benelux, Frankrijk, Duitsland…
  In praktijk werkt men zo niet!
 In elk land aanvraag => in elk land dossier indienen, in elk land taksen… (hoe dan wel? Zie volgende)

o Internationale aanvraag: berust op Internationale Overeenkomsten (vb. in octrooirecht, modellenrecht…) ,
 Deze maakt het mogelijk een “internationale aanvraag” in te dienen…
 Document indienen waar je aangeeft in welke landen je bescherming wil => indienen bij WIPO
‘als brievenbus, stuurt jouw aanvraag naar alle landen die je aanduidde’ => alle landen starten
elk apart de procedure om het recht te bekomen
 Voordeel? Veel minder administratieve en financiële lasten!

o Communautaire IER: énkel m.b.t. EU
 Elke EU-land heeft eigen wetgeving (uitz. Benelux) en de EU wil deze niet per se afschaffen, maar
wél harmoniseren (voorwaarden, rechten, nietigheidsgronden… eenvormig maken)!
 Maar je kan nog steeds over heel de EU verschillende IR aanvragen
 Betere oplossing? Aanvraag voor IR => geldt dan voor alle EU-LS (vb. Merkenrecht, Octrooirecht…),
nationaal IR blijft dus bestaan MAAR ook °communautaire IER in EU (boven nationaal niveau, 1
aanvraag -> 1 instantie verleent IER over álle LS)
 Uniemerk
 Gemeenschapsmodel
 Communautair kwekersrecht
 Vanaf 1 juni 2023: Octrooi met eenheidswerking
 Opgelet! “Alles of niets” -vb. in België wordt jouw octrooi aangevochten en de BE rechter verklaart
deze nietig => heeft géén invloed op bescherming van je octrooi in andere landen  -vb. uniemerk
verkregen, als de EU-rechter deze nietig verklaart zal ze voor álle 27 LS nietig zijn .
 ! Men kan kiezen voor meerdere wegen, vb. zowel Benelux Merkenrecht gebruiken én Uniemerk
gebruiken, vb. gemeenschapsmodel idem  uitzondering ‘Europees octrooi’ ≠ ‘Europees octrooi met
eenheidswerking’ kan je niet cumuleren [wordt heel vaak gebruikt vandaag].

 ! Uitzondering: de communautaire uitputting
o Probleem van de EU, 27 verschillende LS => bescherming (vb. merkenrecht) deponeren in Benelux,
Frankrijk en Duitsland => in die 3 landen krijg je monopolie…
 (Vb.) in Frankrijk lagere prijs hanteren (vb. door minder concurrentie) => parallelhandelaars
(vergelijken prijzen tussen verschillende LS, kopen producten op in goedkopere LS en verkopen ze in de LS waar
ze duurder verkocht kunnen worden)
 IER zijn territoriaal, dus o.b.v. die IER (vb. Benelux Merkenrecht) kan je optreden via jouw IER in vb.
Benelux tegen je eigen producten in vb. Frankrijk => markten opsplitsen!
 EU ‘vrij verkeer van goederen’: in 1 LS op de markt brengen (conform geldende wetgeving), is in alle
andere LS is ze ook geldig te verkopen

o “communautaire uitputting” lost het conflict tussen EU-vrij verkeer en IER op: als je in 1 LS
beschermingsrechten hebt en in het EU-verkeer hebt gebracht, dan kan je deze goederen in andere LS
niet meer tegenhouden (vb. parallelhandelaar koopt je goederen op in Benelux en verkoopt ze duurder in
Frankrijk => mag je NIET tegengaan via IER - Merkenrecht, moet je maar voorzien dat als je in verschillende LS
andere prijzen vraagt, parallelhandelaars hier gebruik van zullen maken => JE RECHT IS UITEGPUT) – (vb. EU
bescherming voor Merk gevraagd in Benelux, maar NIET in Duitsland => je merk wordt in Duitsland gebruikt, kan je
niets aan doen, want daar géén bescherming => persoon zet jouw (in de Benelux beschermde) product op de Duitse
markt => °parallelhandelaar koopt ze op in Duitsland en verkoopt ze goedkoper in Benelux => dan kan je wél
optreden, want “namaak”, producten met jouw beschermde merk in LS die deze bescherming geeft verkocht zonder
jouw toestemming)  (vb. stel dat je jouw merk in Duitsland niet laat beschermen, ze daar maakt en iemand deze

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur FBM. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53068 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  3x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté