1. Verdieping circulatie
a. Voorbereiding
P= atria, QRS = ventrikel, ST= ventrikel.
Sturing hart= Impuls uit sinusknoop→ van atria naar ventrikel→ bundel van His→ vezels van
Purkinje.
Polarisatie= hart is in rust. Depolarisatie= Samentrekken.
Tussen polarisatie en depolarisatie is een refractaire periode hier duurt het langer om tijd te hebben
voor te vullen. Wanneer er toch een prikkel is dan kans op ritmestoornissen.
P= artiale depolarisatie, QRS= ventrikel depolarisatie, T= ventrikel repolarisatie.
b. Bewaken en ondersteunen/overnemen van centrale circulatie
● Elektrocardiogram (ECG) (zie afbeelding)
Perifere afleidingen
I= rechter naar linker arm, II= rechterarm naar linkerbeen,
III= linkerarm naar linkerbeen.
aVR= RA naar combinatie van LA en RB, aVL= LA naar combinatie RA
en LB, AVF= LB naar combinatie LA en RA. (driehoek Einthoven en
Goldberger afleidingen = impulsen extremiteiten)
V1= 4de deel ribben recht, V2= overkant V1, V3= tussen 2 en 4, V4=
5de rib, V5 en 6= naast 4. (impulsen afgeleid van borstwand).
V1= rechter atrium
V4,5,6= linker ventrikel
V1= negatief V2= meer positief V3= Positief en negatief gelijk V4= Positief
V5= Positief V6= minder positief dan 5 want longweefsel
Berekening van de snelheid: 300-150-100-75-60-50 slagen per minuut. Van de ene R naar andere R.
Wij zijn verantwoordelijk voor afnemen van EKG maar mogen geen diagnose stellen, handig zijn als
VPK al een eerste indruk te hebben.
Tijdens moet de ZO zo ontspannen mogelijk liggen zonder te spreken en bewegen. Elektroden een
goed contact met de huid en huid ontvetten. Gel aanbrengen en beharing weg nemen. Aangename
temperatuur zo niet rillen.
EKG danst over papier slecht contact tussen elektroden en huid, ruissignaal alle afleiding iets met
elektriciteit, ruissignaal enkele afleidingen = spierspanningen, rillingen en niet stil liggen.
Plaatsen zijn best bij enkel en polsen want daar weinig spiermassa.
- Synchroon defibrilleren
Toegepast bij voorkamerflutter en voorkamerfibrillatie wanneer medicatie niet werkt. Shock mag
niet worden toegediend tijdens de repolarisatiefase (T golf). Anders kunnen ventriculaire fibrillatie
ontstaan. Daarom defibrillator een systeem dat continu hartritme analyseert zo shock enkel tijdens
de R-golf. Knoppen indrukken dan R-golf eerst nog zoeken.
1
, - Asynchroon defibrilleren
Dit is bij ventrikelfibrillatie en ventrikeltachycardie zonder pols. Shock toegediend op moment dat je
de knoppen indrukt. Dit is bij bewusteloze patiënten.
VPK aandachtspunten Defibrillator
Stroom loopt door hart van onder naar boven en terug. Voordeel is dat een lagere energie strook
dus ook minder schade.
PACEMAKER
Code heeft letters. De eerst toont aan waar hij zit (Atrium, Ventrikel, D alle twee). Tweede is waar hij
voelt. (A,V, D). Derde is inhibited is continu een impuls. T is dat er gevoeld wordt en dan
tegengehouden. Rate adaptive= elektroden in staat om spanning in te schatten zo ritme aanpassen.
- Gerichte informatie en algemeen
- Bij opname hartbewaking na plaatsing
- Mobiliteit dan niet bruusk beweging in arm, fixatie.
- Controle van drempelwaarde (minimale energie om hart te laten contraheren)
- Controle via RX voor plaatsing
- EKG dan magneet plaatsen.
- Regelmatig controle, normaal geen hinder, pacemaker identificatiekaartje
- Gewone ADL kan maar GSM afstand bewaren, douanecontrole en NMR.
NORMALE EKG
Bij een normale heb je dus een P-golf die direct gevolgd wordt door een QRS-complex en een T-golf.
Regelmatig wil zeggen dat er een constante afstand is tussen de R-toppen. Sinusaal betekent dat er
een P top aanwezig is. (=uit sinusknoop)
TACHYCARDIE
EKG→ Regelmatig, sinusaal (P-toppen) en hoger dan 100 slagen per minuut. Persoon ervaart
hartkloppingen en een hoge RR. Dit kan komen door stress, koorts, bloedverlies, infectie,...
Behandelen→ Kan via bètablokkers, kan via een ablatie (transkatheter), synchroon defibrilleren.
VOORKAMERFIBRILLATIE
EKG → Er zijn P-toppen aanwezig maar een onregelmatig antwoord (afstand R verschillend). Soms
gevoel van gejaagd zijn en hartkloppingen bij overgang sinus naar VKF. Bloed stroomt minder goed.
Hierdoor kan bloedklonter ontstaan.
Behandeling→ Frequentie controle, herstel en behoud van hartritme (cardioversie/ablatie),
antistollingstherapie(anticoagulantia).
ATRIALE FLUTTER
EKG → Snelle atrium depolarisaties, 250 slagen per minuut. Zaagtand lijn op de EKG. P toppen.
Behandeling →Bij ongecontroleerd dan per orale anticoagulatietherapie.
2
,SUPRAVENTRICULAIRE TACHYCARDIE (SVT)
EKG→ Geen duidelijk P-toppen, QRS zijn smal, Abrupt eindig en begin. (zie je op V1)
Atrium is de oorsprong van het probleem of de AV-knoop.
Behandelen→Bètablokker,
VENTRICULAIRE TACHYCARDIE (VT)
EKG→ Ritme is meer dan 150. QRS is verbreed, wel regelmatig maar geen P-toppen. Kans op
syncope en een hoge RR. Geen pols meer voelen
Behandeling→Bij bewustzijn kan het met antiaritmica, bij onbewustzijn defibrillator of AED.
VENTRIKELFIBRILLEREN (VF)
EKG→ Chaotische ventrikel activiteit, Geen P-toppen en QRS. Geen pols meer voelen.
Behandeling→Hierbij is een elektrische schok nodig met defibrillator of AED.
TORSADE DE POINTE
EKG→ Zelfde zoals bij de Fibrillatie maar de golven gaan in vorm van een ruit.
Behandeling→ Elektrolyten corrigeren.
EXTRASYSTOLEN
Er is een P-top aanwezig. Maar de QRS komt veel vroeger en de afstand naar volgende QRS is dan
verlengd. Bij ZO drukkend gevoel borts, kortademigheid en flauwte. Atria extra P, Ventriculair breed
en naar beneden.
Behandelen → Medicatie als het onaangenaam is, ablatie bij ventriculair.
BRADYCARDIE
EKG→ regelmatig en sinusaal en er zijn P-toppen aanwezig. Minder dan 50 slagen per minuut.
We merken een lage RR en bewustzijnsverlies. Kans op zuurstoftekort in hersenen. Dit kan ook zo
zijn bij sporters want kan meer bloed pompen.
Behandeling→ Eerst op zoek gaan naar de oorzaak. Pacemaker.
AV-BLOCK I, II, III
Geleiding tussen AV-knoop en sinus-knoop is ofwel vertraagd of verstoord.
1ste graad
EKG→ Iedere P-top gevolg door QRS. En de P-Q is verlengd langer dan 0,20 seconden.
Behandeling→Als Er geen klachten zijn zullen ze afwachten.
2de graad
Mobitz I EKG → PQ wordt verlengd tot er een volledige blok tussen zit.
Behandeling → Pacemaker
Mobitz II EKG → Niet iedere P tot gevolg door QRS. Verschillende gradaties. P-top wel gelijk.
Behandeling → Pacemaker.
3
, 3de graad
EKG →Geleiding atria en ventrikel onderbroken. Sinus en AV knoop bewaren ritme hierdoor niet
meer afgestemde contracties. P toppen en QRS maar geen verband meer. Pacemaker
BUNDELTAKBLOK
Linker
EKG→ Vertraagde geleiding. Eerst de rechterkamer samentrekken dan pas Linker. Depolarisatie
verloopt dus omgekeerd. Geen Q meer te zien. Kan door hartinfarct, zuurstoftekort, hypertensie.
Behandeling → Aanpakken onderliggende oorzaak.
Rechter
EKG → Vertraagde geleiding eerst Links dan recht depolarisatie. Dus het loopt normaal.
Konijnenoren, Vertraagde QRS. Kan door longziekten, infectie, hartafwijking.
Behandeling → Onderliggende oorzaken behandelen.
ACUUT MYOCARDINFARCT
Infarcering 1ste stadium
Ischemie in de zone van hartspier (weinig zuurstof door verzuring). Nog geen schade dus geen
infarct. Groter debiet naar hartspier.
EKG→ ST-elevatie en omkering T-golf. ST toont aan gebruik zuurstoftekort dan omhoog.
ST verlaagt dan depressie en dat betekent hypoxie van hartspier (te weinig zuurstof).
Infarct 2de stadium
Langdurig zuurstoftekort in cellen, ontstaan laesie (weefselbeschadiging). Reversibel.
EKG→ ST elevatie zeer hoog en omgekeerde T-golf.
Infarct 3de stadium
Necrose, spiercellen verloren, irreversibel, infarct.
EKG→ Diepe Q golf (afleiding beschadiging, litteken).
Infarct 4de stadium
Herstelfase, poging laesie en ischemie te redden. Necrose beperken. Q blijft aanwezig maar ST
herstelt.
● Invasieve drukmetingen voorbereiding
Cardiac output= hartfrequentie X slagvolume. Slagvolume→ preload (bloed R, veneuze
retour,bloeding ), contractiliteit, afterload (Weerstand waartegen hart moet uitpompen).
Artiale kick= samenknijpen van atria. Zo vulling van ventrikel → belang voor hartprestatie, wet Frank
Straling (betere vulling, betere contractiliteit en betere slagvolume).
Preload en veneuze retour beïnvloedt door: neg druk in thorax bij inspiratie, stuwkracht hart,
zuigracht rechterkant, zwaartekracht, veneuze klepsystaam, arteriële pulsaties, pompeffect spieren.
Vulling ventrikel: zuigkracht en zwaartekracht 75%, samenknijpen atria 25% (atriale kick). Enkel bij
sinusaal.
4