Recht
Deel 1
Hoofdstuk 1: Wat is Recht?
1. Waarom Recht
‘Iedereen wordt geacht om de wet te kennen’
(algemeen rechtsbeginsel)
Recht is dus niet alleen nuttig voor ons in het dagelijkse leven, maar ook voor jullie als
toekomstige hulpverleners
2. Doel van het recht
HET MAATSCHAPPELIJK LEVEN TUSSEN PERSONEN (NATUURLIJKE EN
RECHTSPERSONEN) ONDERLING EN MET DE OVERHEID TE ORGANISEREN,
ORDENEN EN LEEFBAAR TE MAKEN
3. Van waar komt het recht
Prehistorie: De wereld en de samenleving zijn van nature geordend
Omstreeks middeleeuwen : orde spruit voort vanuit God, dus religie is leidraad voor
samenleving
bv: verplicht te huwen, kind te dopen
God besliste wat goed en niet goed was.
Moraal : God is geen dirigent en het onderscheid tussen goed en kwaad zit in de mens
ingebakken.
- crimineel bij geboorte?
- Je wordt niet perse geboren als crimineel.
bv. als je geboren wordt met problematiek van psychoses wilt dit niet zeggen dat je criminele
feiten gaat plegen.
De Verlichting: is geen ingebakken iets, mens is een denkend wezen. Hij beslist zelf wat
goed en slecht is op basis van objectieve elementen (opkomst wetenschap)
- keuze om criminele daden te stellen?
Wij denken dus wij kunnen zelf een beslissing nemen over wat goed en slecht is. We kunnen
zelf beslissingen nemen. Hier wordt er gedacht dat je altijd zelf beslist om criminele
handelingen te doen. ‘iedereen die criminele handelingen stelt kiest hier zelf voor.’
Mensen slagen er niet in om verder dan eigen belang te kijken, noodzakelijk dat overheid
regels bepaalt.
Niet vanbuiten kennen
Weten dat het recht er is om orde te creëren
4. Wat is het recht
RECHT IS HET GEHEEL VAN AFDWINGBARE REGELS EN NORMEN, OPGELEGD
DOOR DE OVERHEID
, Als iedereen aan zichzelf denkt, kunnen we niet samenleven. Er moeten regels opgelegd
worden.
Recht is nodig zodat de overheid aan ons zegt wat het kader is waar we ons in kunnen
bewegen. Hoe afdwingen? Door boetes te geven, mensen in de gevangenis te steken, …
Hoofdstuk 2: indeling recht
1e manier van opdeling
Objectief recht Subjectief recht
Geheel van regels en normen, opgelegd door de Mijn of jouw rechten op iets, om iets/niets te doen
overheid. (afdwingbaar)
Rechtsregels die iets opleggen, verbieden, toelaten. Een toepassing door jou of mij van wat het objectief
recht omschrijft.
Algemeen en gelden voor alle rechtssubjecten Het gebruik van een objectieve rechtsregel in
mijn/jouw specifieke situatie.
In eigen woorden kunnen zeggen wat objectief en subjectief recht is !!
Objectief: de rechtsregel
Subjectief: hoe wij het recht toepassen, bv. trouwen, een kind nemen via KI, …
Beroepsgeheim in de praktijk brengen
2e manier van opdeling
Internationaal recht (niet over België alleen)
: regelt de verhouding tussen naties onderling
: EVRM, verdrag van de rechten voor het kind, handelsverdragen
Nationaal recht
: regelt de verhoudingen tussen burgers en tussen burgers en de staat
- Publiek recht
: regelt de verhoudingen tussen de overheid en de burgers, de inrichting van de staat
en de grondwet.
: personenrecht, familierecht, huurrecht, verkeersrecht, …
bv. belastingen betalen (iets wat de overheid aan ons oplegt)
- Privaat recht
: zorgt ervoor dat wij onderling met elkaar kunnen leven en functioneren.
: grondwet, administratief recht, strafrecht, …
-Openbare orde
Deze regels hebben te maken met de goede zeden en de fundamentele beginselen
en belangen van de overheid.
, -Dwingend recht
Deze regels hebben tot doel een bepaalde doelgroep te beschermen. Bv. huurders of
consumenten.
: bv. huurrecht. Als je mag huren en je verhuurder spreekt af dat je 9 maand
huurwaarborg moet betalen, je doet dit niet. De wet zegt dat je maar 3 maand
huurwaarborg moet betalen, die bijkomende 6 maand mogen dus niet gevraagd
worden, de huurders worden beschermd. (een groep van mensen die we extra
beschermen)
-Aanvullend recht
Wanneer een rechtsregel niet van openbare orde is of geen dwingend karakter heeft
noemt men dit regels van aanvullend recht. Dit wilt zeggen dat je zelf kiest of je
regels van aanvullend recht van toepassing maakt op jouw situatie.
:
Hoofdstuk 3: Bronnen van het recht !! EXAMEN
1. De wetgeving
Van Koning
Van minister
Regionaal: wat er beslist
wordt door gewesten en
gemeenschappen
Bv. Hier in België kan je niet zeggen ‘het hof van cassatie heeft ooit gezegd’ je moet zeggen
‘wat is de wet voor mijn situatie?’
De wet is gemaakt door de wetgevende macht, het parlement.
Federaal: dat de wet geldig is voor elke Belgische inwoner
Hoofd federale regering: De Croo
Decreet: geldig voor de kleur op de kaart wie dat decreet heeft gemaakt.
Als men in Vlaanderen beslist om een decreet te maken dan geldt dit voor de gele kleur (zie
kaart gewest/gemeenschappen)
Ordonantie = hetzelfde als decreet buiten dat dit is gemaakt in het blauwe gedeelte
(Brussels Gewest)
Koninklijk besluit = praktische uitvoering van de wet door de regering
Ministerieel besluit = kleine aanpassing aan die praktische toepassing
, 2. Rechtspraak
= het geheel van rechterlijke uitspraken van de verschillende rechtbanken. Elke rechter
baseert zijn uitspraak op de bestaande wetgeving.
Iedereen exact dezelfde situatie: valt onder dezelfde regelgevingen.
Alle vonnissen die je kan terugvinden, alles wat daar in staat en als je je in exact dezelfde
situatie bevind dan is dit ook op jou van toepassing.
3. De Rechtsleer
= bestaat uit het geheel van wetenschappelijke uitspraken van rechtsgeleerden. Bv.
opinies en verduidelijkingen van wetgeving. De rechtsleer is geen formele rechtbron.
4. De gewoonte
= komt tot stand door een lang en eenvormig gebruik van bepaalde gebruiken door de
gemeenschap zonder dat er een rechtsregel is neergeschreven.
5. Algemene rechtbeginselen – De billijkheid
= het gaat om morele normen waarop de organisatie van de samenleving berust en die
noodzakelijk zijn om rechtszekerheid en rechtvaardigheid te verzekeren.
: Dit algemeen rechtsbeginsel vervangt of verzacht de hardheid van een rechtsregel,
maar kan enkel ingeroepen worden wanneer de wet hierin voorziet.
Examen: bv. op welk niveau je baas zich bevind en welk soort wetgeving die maakt
bv. Hilde Crevits: Vlaamse regering
Scheiding der machten
Wetgevende macht (Koning, kamer van volksvertegenwoordigers en senaat)
Bevoegdheden
- Wetten maken
- Controlerecht op het functioneren van de regering
- Initiatiefrecht met oog op herzieningen van de grondwet
- Goedkeuren begroting
Het federale parlement (kan minister ontslaan)
- Kamer van volksvertegenwoordigers
- Senaat = aangewezen door gemeenschaps- en gewestraden
- Parlementaire onschendbaarheid
Het Federale parlement