Samenvatting Biologie 4 VWO H8 - kenmerken van ecosystemen
Tout pour ce livre (105)
École, étude et sujet
Lycée
VWO / Gymnasium
Biologie
4
Tous les documents sur ce sujet (5497)
Vendeur
S'abonner
yansnoek
Avis reçus
Aperçu du contenu
Bi - H4 - Voortplanting
4.1 NIEUW LEVEN
Bevruchting (Binas 86E)
- Ovulatie: (eisprong) vrijkomen van eicel uit follikel in een van beide eierstokken.
- Eicel is omringt met follikelcellen die voedingsstoffen leveren aan eicel.
- Stappen van bevruchting: samensmelten van kern van zaadcel met kern van eicel.
- Een aantal zaadcellen dringt door de laag follikelcellen heen en maakt contact met zona
pellucida: doorzichtige eiwitlaag rondom eicel.
- Eerste zaadcel die contact maakt met celmembraan van eicel versmelt met celmembraan, zijn
kern gaat naar binnen. DNA van zaadcel, komt in eicel; er ontstaat een zygote (bevruchte eicel).
Tegelijk geven blaasjes in het grondplasma van eicel stoffen af die zona pellucida veranderen in
bevruchtingsmembraan: ondoordringbare laag om zygote, direct ontstaan na bevruchting uit
zona pellucida; voorkomt bevruchting door tweede zaadcel.
- Na zo’n 30 uur vindt klievingsdeling plaats: deling (mitose) waarbij in nieuwgevormde cellen van
embryo geen plasmagroei optreedt.
- Na ongeveer drie dagen is zygote uitgegroeid tot embryo: eerste ontwikkelstadium na bevruchting.
- Na ongeveer 5 dagen wordt embryo naar baarmoeder vervoert door trilharen: uitsteeksels van
cellen die in eileider bevruchte eicel naar baarmoeder transporteren.
Innesteling en ontwikkeling
- Vijf dagen na bevruchting bestaat embryo uit zo’n honderd cellen. Een of twee dagen later vindt de
innesteling plaats: ingroeien van embryo in baarmoederslijmvlies (met behulp van vlokken).
- Embryo bestaat dan uit een blastula: beginnend embryonaal stadium: een blaasje dat bestaat uit
een holte omgeven door een laag cellen.
- Trofoblast: buitenste laag van blastula;
- Produceert het hormoon HCG (Humaan chorion gonadotropine): hormoon, afkomstig van de
trofoblast; voorkomt het verschrompelen van het gele lichaam.
- Vormt vlokken: uitstulpingen van blastula die het baarmoederslijmvlies ingroeien en vormen
het embryonale deel van de placenta: orgaan waar tijdens de zwangerschap uitwisseling van
stoffen tussen moeder en kind plaatsvindt; bevat bloedvaten van moeder en kind.
- Binnenin bevat het een klompje cellen, de embryoblast, waaruit de blastocyste, die het
dooierblaasje levert en de kiemschrijf: groepje cellen in de blastulaholte waaruit het kind zich
uiteindelijk ontwikkelt.
- Cellen tussen trofoblast en kiemschrijf vormen hechtsteel: begin van navelstreng.
- Aan beide zijden van de kiemschijf ontstaat een holte:
- Holte van het dooierblaasje: blaasje aan een van de zijden van de kiemschijf; maakt eerste
bloedcellen en verdwijnt later.
- Amnionholte: grote holte aan een van de zijden van de kiemschijf, die uiteindelijk de
blastulaholte verdringt. Is gevuld met vruchtwater dat de foetus omgeeft.
- Embryo is nu omgeven door vruchtwater binnen twee vruchtvliezen:
- Amnion: binnenste vruchtvlies, wand van amnionholte.
- Chorion: buitenste vruchtvlies, ontstaan uit trofoblast.
Van embryo tot foetus
- Na drie weken is bloedvatenstelsel van embryo gevormd. Embryo is voor zuurstof en
voedingsstoffen afhankelijk van de moeder.
- Bloed van embryo gaat naar placenta via de navelstreng: verbinding tussen placenta en embryo of
foetus. Hierin bevinden zich twee slagaders en een ader als onderdeel van de embryonale
bloedsomloop.
, - Het bloed van de moeder omspoelt de met (embryonaal) bloed gevulde vlokken van het embryo.
De uitwisseling van stoffen tussen beide bloedsomlopen vindt plaats via de celmembranen van de
vlokken. Beide bloedsomlopen blijven gescheiden.
- Het hart van de embryo lever de druk voor het stromen van het bloed. De navelstrengslagaders
vervoeren bloed, met afvalstoffen, vanuit het embryo naar de placenta. De navelstrangader voert
voedingsstoffen en zuurstof vanuit de placenta naar het embryo toe.
- Na acht weken zijn alle organen aangelegd, vanaf nu heet het embryo foetus.
- Soms verloopt zwangerschap niet verder en volgt een miskraam: spontane abortus, het lichaam
van de aanstaande moeder stoot de foetus af.
Ontwikkeling geslachtsorganen
- Na zes weken is het geslacht nog onduidelijk. Bij beide seksen ontstaan eerst de gangen van Wolff
en Müller en de genitale knop en groeve.
- Meisjes: 2 maal X-chromosoom
- Jongens: X- en Y-chromosoom
- Op het Y-chromosoom lig het SRY-gen: gen op Y-chromosoom dat andere genen activeert en remt,
waardoor het embryo zich ontwikkelt tot een jongen.
- Door het SRY-gen:
- Groeien gangen van Wolff uit tot zaadleiders.
- Groeit de genitale knop uit tot eikel.
- Groeien de randen van de genitale groeve aaneen en vormen zo de balzak.
- Zonder het SRY-gen:
- Groeien de gangen van Müller uit tot eileiders.
- Groeit de genitale knop uitwendig uit tot clitoris.
- Groeien de randen van de genitale groeve uit tot de buitenste schaamlippen.
- De binnenste schaamlippen en de schacht van de penis hebben eenzelfde oorsprong.
Leefstijl
- Wanneer de moeder rookt, medicijnen of drugs gebruikt komen lichaamsvreemde stoffen in de
foetus terecht.
- Stress en roken zorgen voor een gemiddeld lager gewicht bij de geboorte.
- Kinderen van aan drugsverslaafde moeders komen verslaafd ter wereld.
Vrouwelijke geslachtsorganen (Binas 86B)
- In de puberteit groeien, onder invloed van hormonen, de geslachtsorganen uit tot hun ‘volwassen’
bouw.
- Ovarium (mv ovaria): eierstok, orgaan bij een vrouw waarin de eicellen zich ontwikkelen.
- Vanaf de pubertijd tot de overgang ontwikkelt zich elke maand in een van beide eierstokken een
eicel.
- Eileider: vangt vrijgekomen eicel op bij de ovulatie; staat in verbinding met baarmoeder.
- Een onbevruchte eicel sterft na 24 uur af. De wand van de eileider neemt de resten van de eicel op.
- Baarmoeder is aan binnenkant bekleed met 5-10 mm baarmoederslijmvlies.
- Menstruatie: afstoten van het baarmoederslijmvlies door samentrekkingen van de spieren van de
baarmoeder.
- Vagina: toegang tot baarmoeder.
- Binnenste en buitenste Schaamlippen: beschermen de vagina.
- Maagdenvlies: weefselrandje rond de ingang van de vagina; gaat stuk bij de eerste
geslachtsgemeenschap.
- Clitoris: orgaantje tussen de schaamlippen bij vrouwen, gevoelig voor aanraking/prikkeling.
Prikkeling kan tot orgasme leiden, waarbij spieren in baarmoeder samentrekken.
Mannelijke geslachtsorganen (Binas 86A)
- Zaadballen/testes: orgaan bij een man, vormt zaadcellen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yansnoek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,17. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.