PGO 1ste les
Tekst e-reader: Ponsaers, geschiedenis vh Belgische politiewezen.
Ponsaers schrijft veel over de Bende van Nijvel.
Stilstaan bij de geschiedenis vd BE politie belangrijk om te weten waarom zaken vandaag de dag
zijn zoals ze zijn. inzicht hebben in de geschiedenis vd politie BE.
C. Fijnaut prof, criminoloog. Werkt rond historische analyse vd politie. Inzicht in het verleden
draagt bij aan inzicht in de complexiteit vh heden.
Geschiedenis is ook belangrijk om de context te kunnen begrijpen sociale context van een land
bepaald veel van hoe het politie orgaan er zal uitzien. Socio-politieke & economische context
3 belangrijke opmerkingen:
1. Geschiedenis politiewezen = rijke & complexe geschiedenis
2. Geschiedenis politiewezen is niet enkel geschiedenis vd misdaadbestrijding hun taak is
veel breder dan enkel criminaliteitsbestrijding; orde handhaving, doorverwijzing,…
3. Geschiedenis politieweten kan niet losgekoppeld worden vd BE politieke & sociale
geschiedenis
Rode draden doorheen politiegeschiedenis:
- Politiebestel (systeem) gekenmerkt door grote verscheidenheid verschillende diensten die
politietaak opnemen, voor de hervorming; rijkswacht, gemeente politie & gerechtelijke
politie
- Politiebestel gekenmerkt door onevenwichtige ontwikkeling ene politiedienst die enorm in
macht toeneemt, terwijl de andere eerder klein blijft (rijkswacht> gemeente politie)
- Spanning tss centrale aansturing aangestuurd door de minister & lokale (gemeentelijke)
autonomie burgemeester
o Burgemeesters die zelf controle willen over hun politiekorpsen om deze te kunnen
inzetten waar nodig in de gemeente. De centrale aansturing (minister) die nodig is
om een soort van uniformiteit te hebben in politiebeleid, zodat iedereen gelijk waar
in het land kan rekenen op een gelijke basiszorg van politie. Zorgt voor spanningsveld
o Gekend voorbeeld: schaalconflict. Hoe groot moet/ kan een korps zijn, zodat ze
voldoen aan de basiszorg & in touch zijn met de bevolking.
- Spanning tss streven naar efficiëntie & effectiviteit in politieoptreden enerzijds & legitimiteit
& democratische controle anderzijds
o Efficiënt zijn en effect hebben wil niet perse zeggen dat het op een ‘goede’ manier
gebeurt. Het is daarom niet automatisch op een legitieme en democratische manier
gebeurt.
- Diverse politie-instanties met een eigen ontwikkelingsdynamiek die samen de politiezorg
moeten verzorgen. Maar hoe? samen of toch elk apart. Manier zoeken van
samenwerking, zie je constant terug in de geschiedenis.
1
, De Franse Tijd (1794-1814)
BE politiebestel heeft tot aan de hervorming kenmerken vh Franse model.
Frans model:
- Burgerlijke republiek (1794-1799) politie hoort herkomst te vinden in burgerij
- Militair Napoleontisch regime (1799-1814): “politiestaat”
o Politiestaat; autoritair regime politie is het instrument vd machtshebber
o Waren vooral bezig met de openbare ordehandhaving & politieke informatie
verzamelen v info over andere machtshebbers.
Kenmerken Frans model:
1. Militarisering nood aan discipline, een instelling die de openbare orde handhaaft. Een
sterke interne discipline met een hiërarchie, zien dit vooral tot uiting komen in de
gendarmerie (later ontwikkelt gendarmerie zich tot rijkswacht)
2. Centralisering sterke centrale aansturing, zo kan de machthebber de politie aansturen
zoals die wilt. De uitvoerende macht oefent controle uit (niet de rechterlijke)
a. (1795) Invoering vh onderscheid tss: administratieve (bestuurlijke) & gerechtelijke
politie. Het bepaalt welke OH bevoegd is voor welke politietaak & welke taak de
politie heeft. Zijn vaak ook andere politiemensen die de taken uitvoeren.
b. Vandaag; bevoegdheden bestuurlijke politie op lokaal niveau burgemeester
c. Vandaag; bevoegdheden gerechtelijke politie op lokaal niveau procureur des
konings
d. Minister van Algemene politie v.a. 1799: Joseph Fouché had het idee vd ‘haute
police’ = richt zich op het verzamelen van politieke info (inlichtingen). Oprichter van
Police Secrète (Openbare Veiligheid) inwinnen, analyseren + gebruiken v
inlichtingen d.m.v. informanten & infiltranten.
e. Politie was eigenlijk een instrument vd machthebbers om hun macht te kunnen
verzekeren & versterken. De samenleving werd doen gezien als een bedreiging, de
politie moest hun in het oog houden. Frans Model ziet de maatschappij als allemaal
potentiële criminelen, die zo goed mogelijk moeten gecontroleerd worden.
2
, 3. Verscheidenheid van verschillende soorten politie:
a. Corps de la gendarmerie nationale (1788-1809) daarna de gendarmerie impériale
= elitekorps
i. Kregen de belangrijkste taken zwaardere criminaliteit
b. Police municipale (vanaf 1789) voorloper vd gemeente politie; moest zorgen voor
de minder zware feiten: vlot & veilig verkeerd, openbare rust bewaken, handhaven
orde bij festiviteiten,… Ze kregen niet de belangrijkste taken lokaal niveau
i. Zowel een administratieve als gerechtelijke taak
ii. Commissarissen, veldwachters,..
iii. Burgemeester stuurt hun aan (rol voor lokale OH)
c. Garde nationale voornamelijk grens- kustbewaking & openbare orde als taak.
Opgericht tss 1800 & 1810 voorloper burgerwacht
Voordelen van dit systeem: de taken zijn duidelijk afgebakend. Iedereen weet welke politie welke
taak heeft. Nadeel is, hoe meer verschillende diensten hoe maar er moet samengewerkt worden,
info gedeeld worden,… iets waar ze niet zo goed in waren
Hollandse tijd (1815-1830)
Probeert de nadelen vd Franse Tijd kwijt te spelen. Deel Franse systeem wordt overgenomen, maar
alles wordt milder. Het is ook een mildere politiestaat. Politie blijft een instrument, net zoals de
haute police belangrijk blijft.
Politieorganisatie:
- Maréchaussée eigenlijk hetzelfde als de gendarmerie, maar gewoon een andere naam.
Term werd vervangen wegens de beladenheid vd term.
- Gemeentelijke politie (commissarissen & veldwachters)
- Burgerwacht of ‘schutterij’ garde nationale
We zagen een lichte koppie vh Frans systeem. Er was ongerustheid door het feit dat er 3
politiemachten waren, die niet goed functioneren (Sire, ik ben ongerust).
Naar een nationaal gecentraliseerd politiesysteem
1830: geen Hollanders meer, onafhankelijkheid BE. Dus nieuw politiebestel is nodig. Ontstaat een
sterk gecentraliseerde staat, maar, er is ook ruimte voor de gemeentelijke autonomie. Lokale
autonomie voor de lokale OH (burgemeester).
1831: ontstaan vd GW
2de helft 19e eeuw: industriële ontwikkeling, evolueerde uiteindelijk in een sociale- economische crisis
(industriële crisis). Wat zorgde voor stakingen & sociale onrust. Bij veel onrust & betogingen, vraagt
de machthebber, OH, bevolking,… een sterke politie, een politie die kan optreden in die tijden van
chaos & onrust.
3
, De verschillende politie-instanties (1830-1885) sterk geënt op de Frans-Hollandse modellen
Zo ontstond uiteindelijk de Gendarmerie (door die onrust). Er is een soort weerstand gekomen tegen
de centrale aansturing. Wou geen centrale machtshebber zoals Napoleon, die alle macht naar zich
toetrok. De politie gebruikte zoals het hem, het beste uitkwam. Zochten naar een midden oplossing
politie in verschillende diensten opdelen. Verschillende diensten zouden dus politie taken op zich
nemen:
- Gendarmerie nationale
o Na 1830; neemt rol Maréchaussée over
o Oorspronkelijk hadden ze een kleine rol op vlak v ordehandhaving (vooral veiligheid
op het platteland), hun rol hierin groeit heel snel.
o In het begin is het beperkt qua manschappen, ook dit verandert snel
o Heel strikte interne discipline, sterke hiërarchie
- Het leger
o ‘binnenlandse’ ordehandhaving optreden bij stakingen, protesten,…
- Burgerwacht
o Burgers die worden ingezet worden om veiligheid te gaan garanderen (bij
gemeenten)
o Nemen ook een politietaak op
o Vooral werkzaam in de steden is een initiatief vd burgerij (middenklasse),
ontstaan vanuit wantrouwen t.a.v. centrale politie & ze willen iets op lokaal niveau
o In loop vd 19e eeuw zal dit geleidelijk aan verdwijnen
- Lokale/ gemeentepolitie (grootste korps op dat moment) landelijke politie &
gemeentepolitie
o Richt zich vooral op de lokale problematieken.
o Er was een landelijke politie, die zich eerder met het platteland bezighield
veldwachters, die de veiligheid verzorgen. Was voornamelijk in kleinere gemeenten
o In grotere gemeenten had je dan de gemeentepolitie
o Gemeentewet 1836: burgemeester krijgt zeggenschap over het deel bestuurlijke
politie (algemene politiebevoegdheid) & kan dus zelf zijn eigen beleid ontwikkelen.
M.b.t. die lokale politie, vandaar komt dus de lokale autonomie.
o Taken: politiereglementen toepassen herbergen, vreemdelingen, bedelaars,…
- Oprichting openbare veiligheid
o 1830: einde vd haute police toch behoud vd openbare veiligheidsdienst
o Inzamelen van info bleef dus heel belangrijk
o Hun bevoegdheden werden pas in 1998 bij wet vastgelegd
In de periode, naast de 4 politiediensten die al bestaan, kwamen de 1 ste pleidooien voor een
afzonderlijke gerechtelijke politie. Het zou nog tot 1990 duren voor de gerechtelijke politie effectief
werd opgericht. In 1871 kwam een eerste voorstel hierover van Prins en Pergameni. Ze doen dit
voorstel omdat er toen geen politie was, die was gespecialiseerd in het opsporen van criminaliteit.
Wanneer de kennis over het opsporen van criminaliteit groter word, nam ook de vraag naar een
gerechtelijke politie toe. In 1872 was er de oprichting v/e speciale afdeling voor gerechtelijk werk in
Brussel, werd terug afgeschaft (1880) wegens budgettaire redenen.
4