Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting klinische psychologie €4,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting klinische psychologie

 14 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Deze samenvatting is een combinatie van hoorcolleges en stof uit het boek Lagere prijs kan als je me een berichtje stuurt dan stuur ik het via met een tikkie:)

Aperçu 4 sur 72  pages

  • Non
  • Inconnu
  • 19 juin 2023
  • 72
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Klinische psychologie-> toepassingsgerichte discipline

 Je spreekt pas van klinisch wanneer abnormaal gedrag problemen met zich meebrengt

Psychopathologie: de leer van psychische stoornissen

Abnormaal gedrag-> binnen de persoon of in relatie tot andere

KP-> niet alleen diagnosticeren, classificeren ook behandeling n preventie onderzoek

Factoren van Abnormaal gedrag:

 Abnormaal gedrag betekent niet psychische stoornis
1. Persoonlijk lijden
 Niet voldoende om van pathologie te spreken
2. De (dis)functionaliteit van het gedrag
 Dagelijks functioneren
3. Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag
4. Onvoorspelbaarheid en controle verlies
*niet voldoende om van psychische stoornis te spreken
5. Opvallend en onconventioneel gedrag
*niet losstaand pathologisch
6. Gedrag dat een ongemakkelijk gevoel bij andere teweegbrengt
-observer discomfort
- hoe ongemakkelijker gevoel, hoe eerder classificatie abnormaal gedrag
7. Het overtreden van morele normen
 ‘kwaad’ wordt snel abnormaal gezien

Psychische stoornis= persoonlijk en/of omgeving lijden en beperking in het functioneren (bv
beroepsmatig en sociaal), klinisch significante symptomen op het gebied van cognitieve functies,
emotie regulatie of het gedrag van een persoon, wat een uiting is van de disfunctie in de
psychologische, biologische of ontwikkelingsprocessen die ten grondslag liggen aan het psychisch
functioneren.

 Dus cluster symptomen die samen gaan met lijden
 Niet als gedrag past bij cultureel aanaardbare reacties
 Niet als gedrag voortvloeit behoren tot een minderheid groep bv seksuele minderheid
 Niet als voortkomen uit persoonlijk conflict tussen individu en maatschappij

Abnormaal gedrag

1. Statistisch model
 Normaal verdeling van intelligentie
 Kritiek: grens is arbitrair, niet specificeert niet hoe ongewoon gedrag moet zijn (symptomen
zijn niet altijd normaal verdeeld), onduidelijk of er sprake is van individueel lijden, kan ook
niet normaal verdeeld zijn

,2. Medisch of ziektemodel
 Abnormaliteit-> diagnose gesteld door door therapeut (door opsporen oorzaken:
somatogeen of psychogeen) -> therapie (kritiek dat patiënt passieve rol) -> genezing
 Kritiek: veel psychische stoornissen geen onderliggend mechanisme aangetoond, norm
afwijkend
 Somatogeen oorzaak mechanisme: lichamelijke aandoening ten grondslag aan stoornis
 Psychogeen: psychologisch mechanisme ten grondslag
 Labelling-theorie: Stigmatisering-> de woorden als ziekte , schrikt men mogelijk->selffulfilling
prophecy




3. Leer- of onderwijs model
 Persoonlijk probleem-> bepaling van het leerdoel in overleg leraar en leerling
(vaardigheidstekorten)-> uitvoering van een onderwijsprogramma ontwikkeld door
leerlaar -> vermindering probleem
 Meer dynamiek tussen leerling en leraar
 Wanneer geen duidelijke oorzaak er is
 Waarom-> minder kans stigmatisering, meer actieve rol patient zowel
verantwoordelijkheid als aanspreekbaarheid,
 Geen biologisch defecit maar verwerk leerproces
 Afgrenzingscriterium:Je spreekt niet van ziekte, afgrenzingscriterium: niet
verantwoordelijkheid en aanspreekbaarheid-> niet ziek

,Stof hc belangrijke uitgangspunt tentamen




Neurobiologische benaderingen

 Focus op rol van genen en neurobiologische processen in de hersenen bij psychopathologisch
gedrag
 Frontale lobotomie
Klinisch-Genetisch perspectief:
 familiestudies (ingewikkeld: families delen ook omgevingsfactoren)
 concordantie: mate waarin d mate waarin een eigenschap bij 2 familie leden voorkomt
 tweelingstudies (concordantiecoëfficiënt: mate waarin eigenschappen bij 2 familieleden
voorkomen, 0-1, hoe dichter bij 1 hoe hogere evidentie genen)
 om genetisch ondersteunen: concordantie moet de eeneiige veel groter zijn
 adoptie studies
 huidige opvatting: predispositie (vatbaar) en stres verhogende omgeving= psychopathalogie
 diathese-stress model: vatbare personen en negatieve omgeving= grotere kans negatieve
uitkomt
 differential susceptibility: niet alleen beïnvloed door negatieve opvoeding, maar ook door
positieve opvoeding= dus genetische vatbaarheid maakt mensen gevoeliger voor
omgevingsinvloeden
 moeilijk temperament x negatieve uitkomt= negatieve uitkomst
 moeilijk temperament= moeilijk aan te passen nieuwe omgeving, instabiel stemming,
uitbundig reageren, deels overerfbaar
 samenhang psychische en neurobiologische functies-> internaliserend/externaliserend
gedrag
 geen single-gene disorders
 niet overdragen stoornis, maar een kwetsbaarheid ervoor
 neurotransmitters enzo komt niet in tentamen

 Cognitief neurowetenschappelijk perspectief
 Afwijkingen in bepaalde hersengebieden worden in verband gebracht met het ontstaan van
psychische stoornissen
 Bv limbisch systeem (emotie ,motivatie,genot en emotioneel geheugen)-> overactivatie ->
angst
 Amygdala-> hyperactief-> gedrukte stemming (kenmerkend voor depressie)
 Onderactivatie-> minder angst-> moeite afleren door straf
 Neurotoxisch= vernietiging zenuwcellen
 Laesie prefrontale cortex-lijkt op psychische stoornis-> bv pseudo-depressief syndroom/
pseudopsychopathisch syndroom doordat bepaalde excutieve functies worden ondermijnd
 Prefrontale cortex: defect-> impulsiviteit en emotieregulatie
 Tegenwoordig: interactie psychologische en neurobiologisch

, Emotieregulatie

 Het hanteren, ervaren en uiteten van een door probleemsituatie opgeroepen emotie
 Onder regulatie-> externaliserend
 Over regulatie-> internaliserend
 Internaliserende problematiek-> emotionele instabiliteit, verstoord affect
 Gedragsproblemen voor 10 jaar, early onset -> grotere kans genetisch

Strategieën: tentamenstof zie pp hc 1 voor oefenvraag

 Selectie van de situatie (bijv wegblijve)
 Modificatie van de situatie (situatie sturen bv time-out nemen)
 Verandering in aandacht
 Cognitieve herwaardering van de betekenis van de stimulus (reappraisal) -> prefrontale
cortex noig/ moeilijk bij bv externaliserende probs
 Expressie vn emoties onderdrukken

Comorbiditeit: gelijktijdig van twee of meer vormen van psychopathologie (stoornissen)

 Vaak voorkomend

Leertheoretische benaderingen

 Leerparadigma’s : klassieke conditionering: onvoorwaarlijke prikker (Pavlov)=
 appetitieve conditionering (klassieke bv)-> ongecondioneerde stimulus wordt beloond,
associatie positiefs
 Causaal leren
 Aversieve conditionering : negatieve reactie opwekken, associatie negatiefs ipv neutraal
 , intrumentele conditionering (Thorndike), operante conditionering (Skinner)
instumenteel=operant
 Wet van effect(Thorndicke):Gaat om consequenties, aangename uitkomst leidt tot toename
gedrag, en onaangename uitkomst lijdt tot afenmen: belonen en straffen
 Stimulus-respons leren: directe verbinding VR en VP
 Stimulus-stimulus leren: indirecte verbinding dus VP->OP->VR
 Leren-> ontogenetische adaptie= aanpassen omgeving
 Etiologie= de leer van oorzaken

Mentale representaties: interne datastructuren met informatie over een stimulus of respons

Craving= intens verlangen

Response-uitkomst leren: doelgerisch gedrag -> wel beïnvloedt uitkomst

Stimulus-respons leren: gewoontegedrag -> niet beïnvloed door uitkomt

 Onderscheiden door uitkomstdevluatieprocedure: uitkomst nuanceren-> gedrag
verminderd=doelgericht gedrag, ls gedrag niet verminderd= gewoonte

Pavloviaans-instrumentele transfer: zowel instrumentele als klassieke conditionering

Latente inhibite: als VP eerder aangeboden is, dan tragere conditionering

Inflatie-effect: hevigere respons bij hefigere relatieve prikkel

Voorspellingsfout: prikkel vooraf gaang spontane gebeurtenis wordt geleerd

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur arianapersoon. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

56326 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté