Het document betreft een samenvatting van alle verplichte literatuur van het vak Internationaal Privaatrecht (IPR) en dan meer specifiek het arbeidsrechtelijke gedeelte (Master Rechtsgeleerdheid, Tilburg University). Daarnaast wordt ook de verplichte uitgebreid jurisprudentie besproken. Kortom: all...
College 1: Algemeen kader en context van het arbeidsconflictenrecht
College 2: Internationaal werken op een vaste plek
College 3: Transnationale detachering van werknemers
College 4: Werknemers werkzaam in meerdere landen
College 5: Handhavingsaspecten
College 6: Afronding, behandeling oefenvragen en Q&A
,
,College 1: Algemeen kader en context van het arbeidsconflictenrecht
Literatuur
p. 1 - 23 (t/m paragraaf 3.10.7) uit: M.S. Houwerzijl, Hoofdstuk 3 ‘Vrij verkeer,
detachering en toepasselijk recht’, geselecteerde onderdelen (N.B. zie op
Canvas pre-publicatieversie van de auteur). Definitieve versie is gepubliceerd
in: F.J.L. Pennings & S.S.M. Peters (red.), Europees Arbeidsrecht, Wolters
Kluwer 2021
Het toepassingsbereik van Rome I is beperkt tot overeenkomsten met internationale
elementen. Dit is het geval als (één van de partijen) partijen de buitenlandse nationaliteit
hebben, in het buitenland wonen of daar gevestigd zijn, als zij de overeenkomst in het
buitenland hebben gesloten, of als één of meer prestaties in het buitenland moeten worden
verricht. Hoe wordt nu bepaald welk recht op een internationale overeenkomst van
toepassing is?
De hoofdregel is neergelegd in art. 3 Rome I: de overeenkomst wordt beheerst door het
recht dat partijen hebben gekozen. De contractsvrijheid staat dus voorop, conform het
privaatrechtelijke karakter van het overeenkomstenrecht. Voor arbeidsovereenkomsten geldt
echter op grond van art. 8 lid 1 Rome I, dat een rechtskeuze er niet toe kan leiden dat de
werknemer bescherming verliest die hij geniet op grond van het recht dat zonder die
rechtskeuze van toepassing zou zijn geweest (het objectief toepasselijk recht). Het objectief
toepasselijke recht kan dus niet volledig uitgeschakeld worden, maar vormt altijd de
ondergrens van het beschermingsniveau van de werknemer. Algemeen aanvaard is dat
hierbij het zogenoemde gunstigheidsprincipe geldt: als het gekozen recht gunstiger is voor
de werknemer, dan blijft dit van toepassing. Maar als het objectief toepasselijke recht
gunstiger is, dan zet dit het gekozen recht opzij. Het verdient nadruk dat de bescherming van
de werknemer door het objectief toepasselijke recht alleen geldt voor dwingendrechtelijke
bepalingen. Voor het overige heeft het (eventueel) door partijen gekozen recht voorrang,
gelet op het beginsel van partijautonomie in het (arbeids)overeenkomstenrecht.
Als partijen géén rechtskeuze hebben gemaakt, wat in de praktijk vaak zo is, dan is alleen
het objectief toepasselijke recht van belang. Art. 8 lid 2-4 Rome I bevat een ‘getrapt
systeem’. Als eerste, primaire ‘trede van de trap’ verwijst art. 8 lid 2 Rome I naar het recht
van het land van waaruit de werknemer gewoonlijk werkt, zelfs wanneer hij tijdelijk in een
ander land te werk is gesteld. Het idee hierachter is dat het recht van het land waar of van
waaruit de arbeid wordt verricht over het algemeen het nauwst bij de arbeidsovereenkomst
aansluit. Bovendien geniet de grensoverschrijdende werknemer dan dezelfde bescherming
als de andere werknemers op de werkvloer en/of in de bedrijfstak van zijn gewoonlijke
werkland.
Het gewoonlijke werkland nader beschouwd
Bij gelijktijdig werken in meerdere lidstaten is op grond van jurisprudentie en de tekst van art.
8 lid 2 Rome I van belang van waaruit de werknemer ter uitvoering van de overeenkomst
gewoonlijk zijn arbeid verricht. Het feit dat er in meerdere landen werkzaamheden worden
, verricht, sluit niet uit dat er een gewoonlijk werkland valt aan te wijzen, integendeel. Het lijkt
voldoende dat er een land is van waaruit gedurende het grootste deel van de arbeidstijd
feitelijk de werkzaamheden worden verricht. De ratio achter de toevoeging ‘van waaruit’, is
dat hiermee voorbij de uiterlijke schijn het daadwerkelijke zwaartepunt van de
arbeidsverhouding bepaald kan worden. Bij de uitleg van de term ‘gewoonlijk werkland’ is
niet de partijbedoeling, maar de feitelijke uitvoering van de overeenkomst doorslaggevend
voor het bepalen van de gewoonlijke (stand)plaats (van) waar(uit) de werkzaamheden
worden verricht. De Commissie benadrukte hierbij dat van belang is dat er een vaste plaats
is van waaruit het werk wordt georganiseerd en waar het personeel andere verplichtingen
jegens zijn werkgever vervult (zoals inchecken, veiligheidscontrole bij mobiel personeel in de
luchtvaart; Crewlink/Ryanair). In Heilko Koelzsch (zie jurisprudentie) bevestigde het HvJ
deze ruime interpretatie van het begrip ‘gewoonlijk werkland’. Bij een internationaal chauffeur
die altijd zijn vrachtauto bij zijn huis parkeert en zijn opdrachten telefonisch of elektronisch
ontvangt, zal een dergelijke vaste plaats van waaruit het werk wordt georganiseerd echter
moeilijker of helemaal niet te bepalen zijn.
Voor het bepalen van het gewoonlijk werkland dient op grond van HvJ Heiko Koelzsch
(wegtransport) gekeken te worden naar alle omstandigheden van het geval:
- Plaats van waaruit de werknemer zijn transportopdrachten verricht,
- instructies voor zijn opdracht ontvangt en
- zijn werk organiseert, alsmede
- de plaats waar zich de arbeidsinstrumenten bevinden.
- Waar het vervoer hoofzakelijk wordt verricht,
- in welke plaatsen de goederen worden gelost en
- naar welke plaats de werknemer na zijn opdrachten terugkeert.
In het arrest Voogsgeerd bevestigde het Hof deze ruimte interpretatie van het begrip
‘gewoonlijk werkland’ voor de zeevaartsector en overwoog dat wanneer uit deze
vaststellingen blijkt dat de plaats van waaruit de werknemer zijn transportopdracht verricht en
waar hij ook de instructies voor zijn opdrachten ontvangt steeds dezelfde is, die plaats moet
worden als de plaats waar hij gewoonlijk zijn arbeid verricht in de zin van art. 8 lid 2 Rome I.
Alhoewel deze uitleg de bescherming van de werknemer ten goede komt, neemt in de
praktijk hier de rechtsonzekerheid ook toe: de bepaling van het toepasselijke recht is immers
afhankelijk van de omstandigheden van het individuele geval en kan in ‘Koelzsch en
Voogsgeerd’-achtige gevallen vaak pas aan het einde van de arbeidsovereenkomst definitief
worden vastgesteld.
Vestigingsplaats werkgever is restoptie
Mocht er, ondanks de ruime interpretatie, geen gewoonlijk werkland aanwijsbaar zijn –
hetgeen dus niet vaak meer het geval is – dan verwijst art. 8 lid 3 Rome I als tweede ‘trede
van de trap’ naar het recht van het land waar zich de vestiging van de werkgever bevindt die
de werknemer in dienst heeft genomen. Het begrip ‘vestiging van de werkgever die de
werknemer in dienst heeft genomen, verwijst uitsluitend naar de vestiging die de werknemer
in dienst heeft genomen, en niet naar die waaraan de werknemer voor zijn effectieve
tewerkstelling is verbonden (met dit criterium wordt namelijk al rekening gehouden bij de
vaststelling van het gewoonlijk werkland). Daarbij is het bezit van rechtspersoonlijkheid geen
vereiste. Met het oog op het tegengaan van zogenoemde brievenbusmaatschappijen kan de
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sturecht. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.