Dit is een samenvatting van Algemene Microbiologie (3e bachelor Biomedische Wetenschappen) gegeven door prof Paul Cos. Het bevat zowel het deel gegeven door prof Paul Cos en het deel parasitologie gegeven door Prof Guy Caljon en bevat dus de leerstof van ALLE lessen. de samenvatting is ook gebaseer...
ALGEMENE MICROBIOLOGIE
GESCHIEDENIS VAN DE MICROBIOLOGIE
HISTORISCHE AFKOMST
Anton van Leeuwenhoek (1632-1723): had een kleine microscoop gemaakt om met een lens te kunnen kijken
naar hoe kwaliteitsvol textiel was. Daarna deed hij hetzelfde maar dan tandplak bekeken onder de microscoop.
Hij zag allemaal kleine micro-organismen groeien bij zijn tanden (zoals de staphylococcus).
Aristotles (384-322 vc): hij zei dat er nieuw leven kan komen (aseksuele productie) of spontane generatie of
abiogenese. De micro-organismen waren zo klein dat je ze niet kon zien dus men dacht ze spontaan gegenereerd
werden en uit het niets groeiden.
Francesco Redi (1626-1697): hij zei dan dat deze spontane generatie niet bestond. Hij toonde dit aan de hand
van een experiment: in een fles een stuk biefstuk gedaan en na een tijdje zie je maden. In de middelste fles die
afgesloten is, is de biefstuk normaal en rechts hebben we ook maden. Er moet contact zijn anders is het niet iets
dat spontaan kan gebeuren.
Lazzaro Spallanzani (1729-1799): hij ging op een andere manier werken. Hij nam een fles en deed hier bouillon
in met eiwitten in. Deze fles ging hij dan opwarmen en deed hij dicht. Er was geen groei te zien bij opwarming.
Als je daarna de fles openzet kan er wel groei zijn. Spontaan is er dus geen groei, geen nieuw leven want er moet
contact zijn. Je warmt op dus er zuurstof gaat weg en kan niet terugkomen want de fles is dicht. Hij toonde dus
ook aan dat spontane generatie niet kan.
Louis Pasteur (1822-1895): hij heeft voor de eerste keer aangetoond dat spontane generatie niet mogelijk is. Dit
is de start van de wetenschap geweest en Pasteur is dus de grondlegger van de microbiologie.
Hij werkte met een fles met een zwanenhals en er werd weer gewerkt met een bouillon met eiwitten in. Dit werd
weer verwarmd en dan kwam de stoom eruit. Door te verwarmen gaan alle micro-organismen dood. De fles
werd dan vervolgens 18 maanden onderaan de trip in een huis gezet en gedurende die 18 maanden kwam er
stof binnen dat zich in de hals opstapelde. De bouillon is nog steeds helder, er was geen groei. Als de kiemen
groeien, zou het water troebel moeten worden maar dit was dus niet het geval, er was geen spontane generatie.
Dan komt de truc van de fles plat te leggen zodat het medium in contact komt met het stof waar de kiemen
opzitten en dan draai je de fles terug en na 2 dagen was de vloeistof troebel. Zo gebeurde er dus wel spontane
generatie.
1
,Pasteur stond ook voor pasteuriseren. Melk wordt gepasteuriseerd; kort verhit aan een hoog tempo om de
kiemen te verminderen en om de kwaliteit van de melk te behouden.
Ook fermentatie werd aangetoond. Wijn kan zuur worden, hoe komt dat? Er zijn 2 soorten micro-organismen:
kleine staafjes (bacteriën) en grote bollen (gisten). Hoe kon men van druivensap wijn maken? Door het
toevoegen van bacteriën kreeg men het zure, bacteriën geven namelijk zuren af. Door het toevoegen van gisten
kreeg men alcohol en dus wijn. Zure wijn is dus afkomstig van bacteriën.
Robert Koch (1843-1910): heeft het cultuurmedium gemaakt. Hiervoor werd gebruik gemaakt van een soort
bouillon waar kiemen op gegroeid werden. Nu ging men bacteriën groeien op een agarplaat en dan krijg je
kolonies die je met het blote oog kan waarnemen.
- Bacillus anthracis = grote bacterie waarmee de ontdekking is gebeurd (anthrax = mildvuur)
Postulatie van koch: aantonen dat microorganismen mensen ziek kunnen maken = start van de medische
microbiologie. 4 postulaten:
1. Micro-organismen moeten aanwezig zijn bij de persoon die ziek is (hier gedaan bij muis, die doodging)
2. De kiem moeten we kunnen isoleren en groeien op een agarplaat
3. Nieuwe muis en de muis moet hetzelfde vertonen en dus terug doodvallen
4. Je moet kunnen aantonen dat die doodvalt door diezelfde kiem en dus je moet terug kunnen isoleren
= wetenschappelijk aangetoond dat de kiem ziekteveroorzakend is.
Edward Jenner (1749-1823): small pox, veroorzaakt door het variola virus, heeft 10% mortaliteit. Hij heeft
ontdekt dat mensen die vaak met koeien bezig waren ook vaak die pokken hebben, afkomstig van het vaccinia
virus. Jenner heeft ontdekt dat mensen met koeien pokken beschermd zijn. Het koepokken virus biedt
bescherming tegen het humane virus en zo is het eerste vaccin gemaakt.
2
,Ignaz Semmelweis (1815-1865): vroeger was zwanger worden een groot risico omwille van de hygiëne van de
kraamvrouwen en dan kon je als vrouw de kraamvrouwenkoorts krijgen omdat die vrouwen van de ene naar de
andere bevalling gingen zonder te ontsmetten. Semmelweis heeft dan gezegd dat men handen moesten
ontsmetten = start van desinfecteerbare technieken.
(ook met Joseph Lister)
Paul Ehrlich (1854-1915): introductie van de chemotherapie en de magische kogel genoemd.
Alexander Fleming (1881-1955): heeft penicilline ontdekt. Introductie van antibiotica = start van chemotherapie.
KARAKTERISTIEKEN VAN PROKARYOTE CELLEN
Prokaryoten hebben geen celkern en eukaryoten hebben wel een celkern.
GROOTTE
De meeste bacteriën zijn 0,5 tot 2,0 µm groot, tov een rode bloedcel die 7,5 µm groot is.
Het kleinste virus dat er bestaat is het poliovirus (kinderverlamming). Bacteriofagen zijn virussen die bacteriën
als gastheercellen gebruiken.
VORM EN SCHIKKING
1. Coccus
Komt soms voor per 2. De coccus gaat zich vermenigvuldigen en er komen er nog bij, er vormt zich een soort
streep.
- Celmembraan, vaak omgeven door een celwand (belangrijk voor identificatie van kiemen)
- Intern een cytoplasma met ribosomen, een nucleaire regio…
- Een variëteit aan externe structuren zoals een capsule, flagellen en pili
CELWAND
- Ligt buiten de celmembraan
- Functies:
o Karakteriseert de vorm en structuur van de cel
o Voorkomt dat de cel barst door osmose: wordt gedemonstreerd door penicilline of lysozyme
- Componenten van de celwand:
o Peptidoglycaan
o Buitenste membraan
o Periplasmatische ruimte
Verschil met eukaryoten is de aanwezigheid van cholesterol. Je krijgt een sterkere cel bij een eukaryote cel. Bij
prokaryoten is dit niet zo stevig door de afwezigheid van cholesterol. Bij de prokaryoot kan dus, als de bacterie
water opneemt, de cel openspringen en om dat te voorkomen zit de celwand errond.
PEPTIDOGLYCAANLAAG
Peptidoglycaan of mureïne bevat N-acetylglucosamine (NAG) en N-acetylmuramine zuur (NAM). Ze worden
gecrosslinkt aan elkaar door tetrapeptiden met een aminozuren:
- Lysine voor de meeste gram positieve bacteriën
- Diaminopimelzuur voor de meeste gram negatieve bacteriën
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur BMW19. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.