HC 1 Vermogensfiscaliteit in België
Inkomstenbelastingen
Er zijn 4 vormen van inkomstenbelasting:
- Personenbelasting: Een belasting op het totale inkomen van inwoners van België. De belastbare inkomsten vormen de
basis waarop de belasting wordt berekend. We kunnen 4 categorieën belastbare inkomsten onderscheiden:
- Inkomsten van onroerende goederen (Art. 7-16 WIB92)
- Inkomsten van roerende goederen en kapitalen (Art. 17-22 WIB92)
- Beroepsinkomsten (Art. 23-89 WIB92)
- Diverse inkomsten, bv. meerwaarden (Art. 90-103 WIB92)
- Vennootschapsbelasting: Een belasting op het totale inkomen van binnenlandse vennootschappen.
- Belasting van niet-inwoners: Een belasting op inkomsten van niet-inwoners.
- Rechtspersonenbelasting: Een belasting op inkomsten van andere Belgische rechtspersonen dan vennootschappen.
Regionale belastingen
De gewesten zijn ieder bevoegd om de aanslagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen van de in Art. 3 Bijz.F.Wet
bedoelde belasting te wijzigen (Art. 4 Bijz.F.Wet)
Onroerende voorheffing
Betreft een jaarlijkse belasting die wordt geheven op inkomsten uit onroerende goederen, gelegen in het Vlaamse Gewest
(Art. 2.1.1.0.1 VCF). De belasting wordt vastgesteld op basis van het KI van de belastbare goederen (Art. 2.1.3.0.1 VCF)
Belasting op ongeschikte of onbewoonbare woningen
Betreft een belasting die wordt geheven op ongeschikte en onbewoonbare woningen die opgenomen zijn in de inventaris
(Art. 2.5.1.0.1, §3 VCF). Eveneens gemeenten zijn bevoegd om belastingen te heffen. Als de gemeente een eigen
heffingsreglement heeft dat minstens één van de minima voorziet vermeld in Art. 2.5.1.0.1, §1 VCF, dan wordt in die
gemeente de gewestelijke heffing ongeschikte en onbewoonbare woningen niet geheven.
Belasting op leegstaande bedrijfsruimten
Betreft een belasting die wordt geheven op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsgebouwen die zijn opgenomen in de
inventaris (Art. 2.6.1.0.1 VCF). De belasting wordt vastgesteld op basis van een percentage per schijf van het KI (Art.
2.6.4.0.1 VCF).
Erfbelasting
(zie HC 3)
Registratiebelastingen
Betreft een belasting die verschuldigd is bij de registratie van een akte of geschrift. In principe is registratie van akten of
geschriften facultatief, tenzij in de gevallen bepaald bij wet.
Men onderscheidt:
- De schenkbelasting (Art. 2.8…. VCF)
- Het verkooprecht (Art. 2.9…. VCF)
- Het verdeelrecht (Art. 2.10…. VCF)
Autofiscaliteit
- Verkeersbelasting (Art. 2.2…. VCF)
- Belasting op de inverkeerstelling (Art. 2.3…. VCF)
- Kilometerheffing voor vrachtwagens (Art. 2.4…. VCF)
Lokale belastingen
- Gemeentelijke opcentiemen
- Eigen belastingen
1
,OG 1 Vermogensfiscaliteit in België
Rijkentaks
“Belast ons nu” – superrijken roepen overheden op om rijkentaks in te voeren
In een petitie opperen een groep miljonairs een wereldwijde, jaarlijkse vermogensbelasting van 2% voor 5 miljoen of meer,
3% voor 50 miljoen of meer en 5% voor miljardairs. Dit zou 1,7 biljoen dollar kunnen opleveren.
Rijken kop van jut in aanloop naar 1 mei
Op de liberalen na, viseren alle regeringspatrijen de allerrijksten of bedrijven met woekerwinsten. De PS wil een heffing van
1% op alle vermogens boven 1 miljoen euro. Dat zou voldoende moeten opleveren om de belastingen voor de laagste en
middeninkomens te verlagen en zou werknemers elke maand ongeveer 100 euro moeten opleveren. Overwinsten wil men
belasten tegen 35%. Dat zou 1 miljard euro opleveren.
Taxshift
Fiscale hervorming kan hogere inkomens zuur opbreken
In de blauwdruk wil Van Peteghem de fiscale druk op arbeid verlagen en de onevenwichtig belaste vermogensinkomsten
rechttrekken d.m.v. een vlak belastingtarief van 25%. Om de lagere belasting op arbeid te kunnen compenseren, voorziet
men een andere fiscale behandeling van alternatieve verloningsvormen en extralegale voordelen. De lagere belasting op
arbeid bekomt men door 2 maatregelen, nl. verhogen van de belastingvrije som en verlaging van de belastingtarieven met
een aanpassing aan de belastingschijven. Alternatieve verloningsvormen en extralegale voordelen worden daarentegen
thans belast tegen de werkelijke waarde. Cafetariaplannen krijgen dezelfde behandeling, waardoor het gevaar evenwel
bestaat dat de hogere inkomens in de vernieuwde belastingschijf van 50% terechtkomen, wat een zwaardere last op arbeid
tot gevolg heeft.
Het kraaiennest
Een belastinghervorming moet niet gericht zijn op het binnenhalen van extra belastinginkomsten, maar op een efficiënter
systeem. Het lijkt dat deze rechtvaardigheid vooral extra belastingen inhouden die door anderen betaald moeten worden.
Het is evenwel algemeen bekend dat in België een zware belastingdruk op arbeid bestaat. Wat minder aan bod komt is dat
ook de totale belastingdruk op kapitaal hoog is (kapitaal is een ruimer begrip dan vermogen). Ons hele belastingstelsel is
een kluwen van uitzonderingen en speciale regelingen. Dat maakt het nodeloos complex, ondoorzichtig en inefficiënt. Men
wenst een systeem dat de nodige belastinginkomsten ophaalt met zo weinig mogelijk economische schade. Om dat te
realiseren is een hervorming naar een bredere belastbare basis (via minder uitzonderingen) en lagere tarieven aangewezen.
Welke ideeën om rijken of bedrijven te belasten
De ideeën in de Vivaldi-coalitie om rijken en/of sommige bedrijven zwaarder te belasten:
- PS: Een belasting van 1% of 1,5% op vermogens boven 1 miljoen euro (miljonairstaks). De overheid kan deze belasting
momenteel niet innen omdat er geen vermogenskadaster bestaat.
- CD&V: Een zwaardere belasting voor de 1% rijkste Belgen.
- Vooruit: Een vennootschapsbelasting van 35% voor winsten boven 8% van het geïnvesteerde kapitaal.
- Groen: Afromen van overwinsten van energiebedrijven.
Werken moet lonen, maar ondernemen ook
De loonkosten van Belgische werkgevers steeg de afgelopen 2 jaar met 15%, maar slechts weinig zaakvoerders hun loon
verhoogden. Daarnaast hebben ondernemers niet dezelfde pensioenrechten als werknemers, geen wekloosheidsuitkering,
beperkte ziekteverzekering, zware taksen op dividenden, hoge vennootschapsbelastingen,… Een rechtvaardige fiscale
hervorming kan zich onmogelijk enkel tot werknemers beperken. Ook ondernemen moet lonen.
Van belastingontwijking tot belastingontduiking
Echtgenote Britse minister zal vrijgestelde belastingen op miljoeneninkomsten betalen
Mevrouw Murthy betaald geen 38% belastingen die de Britse belegger ophoest voor dividenden, daar ze niet in het VK is
gedomicilieerd.
Fiscaal of aards paradijs
Men heeft enerzijds de middenklasse die gaan werken en belastingen betalen zonder tips van financiële adviseurs en
anderzijds diegene die meer verdienen en verhoudingsgewijs minder belastingen betalen.
Vermogensbelasting buiten België
Riante villa in Spanje? Vergeet de vermogensbelasting niet
Spanje kent sinds 2012 een jaarlijkse vermogensbelasting. Een inwoner van België is de Spaanse vermogensbelasting (0,2-
3,5%) verschuldigd als zijn (vakantie)woning in Spanje meer dan 700 000 euro waard is. De 17 deelstaten van Spanje
hebben elk hun fiscale autonomie; Sommige regio’s hebben de vermogensbelasting afgeschaft. Daarom heeft men een
bijkomende federale vermogensbelasting ingevoerd, onder de vorm van een solidariteitsbijdrage, voor de grote Spaanse
2
, vermogens. Betaalt u al een (regionale) vermogensbelasting? Dan wordt de verschuldigde solidariteitsbijdrage verminderd
met de in hetzelfde jaar betaalde vermogensbelasting.
HC 2 Vastgoedfiscaliteit
Transactie van vastgoed
Transactie van vastgoed onder bezwarende titel
Verkooprecht
Belastbaar voorwerp (Art. 2.9.1.0.1 VCF): Een verkooprecht is verschuldigd wanneer een eigendom of vruchtgebruik van
een onroerend goed wordt overgedragen onder bezwarende titel, bv. verkoop, ruil,… Voor de inbrengen bedoeld in Art.
115bis W.Reg geldt evenwel geen verkooprecht, d.i. onroerende goederen andere dan die welke gedeeltelijk of geheel tot
bewoning aangewend worden of bestemd zijn én door een natuurlijke persoon ingebracht worden in een vennootschap
gevestigd in België. Indien deze goederen daarentegen wel geheel of gedeeltelijk voor bewoning bestemd of aangewens
worden én door een natuurlijke persoon ingebracht worden in een vennootschap gevestigd in België, geldt wel een
verkooprecht.
Belastingplichtige (Art. 2.9.2.0.1 VCF): Verkrijger van het zakelijk recht.
Belastbare grondslag (Art. 2.9.3.0.1 VCF): Het verkooprecht wordt berekend ofwel op de verkoopprijs plus de lasten die de
koper moet dragen, bv. opmetingskosten, makelaarskosten,… ofwel op het bedrag van de overeengekomen tegenprestatie
van de verkrijger.
Tarieven (Art. 2.9.4.1.1 en 2.9.4.2.3 e.v. VCF): 12% of een verlaagd tarief.
Verminderingen:
- Meeneembaarheid (Art. 2.9.5.0.1 VCF): Het verkooprecht dat op de vorige woning werd betaald, kan afgetrokken
worden van het verkooprecht op de volgende woning. De meeneembaarheid dooft evenwel geleidelijk uit en verdwijnt
uiteindelijk op 1 januari 2024. Een combinatie tussen het verlaagd tarief (Art. 2.9.4.2.11 VCF) en de meeneembaarheid
is uitgesloten, maar tijdens de overgangsperiode kunnen kopers wel opteren om het (oude) 6% tarief voor de enige,
eigen woning toe te passen in combinatie met de meeneembaarheid.
- Bescheiden woning (Art. 2.9.5.0.5 VCF): Een vermindering wordt toegestaan voor onroerende goederen waarvan de
totale belastbare grondslag niet hoger is dan 220 000 euro resp. 240 000 euro. Een combinatie tussen het verlaagd
tarief (Art. 2.9.4.2.11 VCF) en deze vermindering is mogelijk.
Vrijstellingen (Art. 2.9.6.0.1 VCF)
BTW
De leveringen van goederen en de diensten die door een als zodanig handelende belastingplichtige onder bezwarende titel
worden verricht, zijn aan de BTW onderworpen wanneer ze in België plaatsvinden (Art. 2 W.BTW). Onder ‘goederen’ wordt
verstaan de lichamelijke goederen, o.a. onroerende goederen, alsook andere zakelijke rechten dan het eigendomsrecht die
aan de rechthebbende de bevoegdheid verschaffen om een onroerend goed te gebruiken, bv. vruchtgebruik (Art. 9
W.BTW). Onder ‘leveringen’ wordt verstaan de overdracht of de overgang van de macht om als een eigenaar over een
lichamelijk goed te beschikken (Art. 10 W.BTW)
Vrijstellingen (Art. 39 e.v. W.BTW), o.a. de levering van uit hun aard onroerende goederen, tenzij wanneer hun
vervreemding wordt verricht uiterlijk op 31 december van het 2 de jaar volgend op het jaar van de eerste ingebruikneming of
de eerste inbezitneming van de goederen door hetzij de bouwpromotor, hetzij de toevallige BTW-plichtige, d.i. diegene die
anders dan in de uitoefening van zijn economische activiteit een nieuw gebouw vervreemdt en opteert voor de BTW (Art.
44, §3 W.BTW)
Meerwaardebelasting
- Meerwaarde op ongebouwde onroerende goederen (Art. 171, 1°, b en 4° d WIB92): De meerwaarde wordt belast tegen
een aanslagvoet van 33% wanneer de goederen worden vervreemd binnen 5 jaar na verkrijging ervan of tegen een
aanslagvoet van 16,5% wanneer de goederen zijn vervreemd tussen 5 en 8 jaar na verkrijging ervan.
Uitzonderingen (Art. 93 WIB92)
- Meerwaarde op gebouwde onroerende goederen (Art. 171, 4°, e WIB92): De meerwaarde wordt belast tegen een
aanslagvoet van 16,5% wanneer de goederen zijn vervreemd binnen 5 jaar na verkrijging ervan. Bijgevolg is de
meerwaarde in principe belastingvrij indien de goederen pas worden vervreemd na 5 jaar.
Uitzonderingen (Art. 93bis WIB92), o.a. de overdracht onder bezwarende titel van de gezinswoning waar men minstens
6 maanden heeft gewoond in de 12 maanden voorafgaand aan de verkoop.
- Meerwaarde buiten het normaal beheer van het privévermogen (Art. 171, 1°, a WIB92): De meerwaarde wordt belast
tegen een aanslagvoet van 33%. Meer zelfs, indien men professioneel actief is binnen de vastgoedsector, wordt men
onderworpen aan de progressieve belastingtarieven van de beroepsinkomsten (Antwerpen 19 juni 2018)
Schenking
3