GYNAECOLOGISCHE ASPECTEN VAN DE
VOORTPLANTING
SAMENVATTING VERHAEGHE
HOOFDSTUK 1: SEKSUEEL OVERDRAAGBARE AANDOENINGEN
Mogelijke indelingen:
- Microbiologisch: obv de verwekker
- Bacteriën
- Virussen
- Fungi
- Protozoa
- Parasieten
- Klinisch:
- Transmissie:
- Horizontaal: van persoon tot
persoon
- Verticaal: van moeder naar kind
- Verspreiding:
- Alleen lokaal
- Contigu
- Lymfogeen-hematogeen
- Effecten:
- Acute
- Subacute
- Chronische
- Epidemiologisch:
- Frequentie
- Evolutie over de tijd
- Average-risk vs. High-risk clusters
1. Syfilis
Treponema pallidum = spirocheet
- Spiraalvormige, spierwitte bacterie die beweegt met kurketrekkerachtige rotaties die
voorwaarts, achterwaarts of buigend gaan
o Niet zichtbaar onder gewone microscoop
o Donker veld nodig om het te kunnen zien.
- Zeldzame bacterie
- Trage deling
- Gemeenschappelijke kenmerken met HIV en analogieën met kanker
o Veel mensen die syfilis hebben, hebben ook HIV, en omgekeerd
o Dodelijk
Verloop:
- Typisch systeem van eerst lokale letsels, dan via de lymfewegen in het bloed
- Eenmaal in het bloed, gaan ze metastasen geven op een ander orgaan
o Eén keer je het hebt, sluimert het in je lichaam en kan het zich vastzetten in andere
organen
o Traag verloop ( Kanker)
1
,2 manieren van transmissie:
- Horizontale transmissie: 30%
o na 1 jaar door verandering van biologie van bacterie
o Via direct contact (genitaal, anaal of oraal epitheel met (micro)trauma) met een besmet letsel
▪ Mensen proberen uitvluchten te vinden (Bv. wc-bril, handdoek…), maar onmogelijk
→ Vraagt intensief contact tussen een besmet letsel en een microtrauma
o Quasi exclusief seksueel, maar in theorie ook via bloedproducten
▪ In praktijk komt het in bloedproducten nooit voor omdat er op gescreend w en de
bacterie niet overleeft in een bloedbank.
- Verticale transmissie: 40-70% (bij vroege syfilis)
o ~in utero besmetting (van moeder op kind)
▪ Transmissie kan in utero (in de baarmoeder) of bij de bevalling zijn
→ Bij syfilis enkel in utero
( andere soa’s enkel bij bevalling omwille vd genitale letsels)
o besmetting met duur vd zwangerschap
▪ Evenredig met zwangerschapsduur
• ~ Door de betere bloedcirculatie
• Niet zozeer ernst
o Dosisgebonden chronische ontstekingsreactie v conceptieproducten (Oa foetus, placenta, vliezen en navelstreng)
▪ Hoe korter bij de besmetting (hogere concentratie bacteriën), hoe groter de
besmetting
▪ Hoe later bij de besmetting, hoe gelokaliseerder de besmetting (congenitale syfilis)
o Gevolgen
▪ Remming foetale groei (vooral hersenen) met oedemateuze placenta
• → Gestoorde psychomotoriek
▪ Anemische foetus met een compensatoir vergrote milt en lever
▪ Vroegtijdige arbeid (door oedemateuze placenta)
▪ Mors in utero (= foetale sterfte)
• Vooral in sub-Saharaans Afrika → Syfilis voornaamste oorzaak foetale sterfte
▪ Congenitale syfilis
• Oa frontale bossing (voorhoofd dat buigt), platte neusbrug, tandafwijkingen,
snuffles (rubberachtige neussecreties), condylomata lata aan anogenitale
streek, lymfeklieropzwelling, huidrash (~secundaire syfilis), …
1.1. Kliniek
1.1.1. Indeling
2 manieren van indeling
- Obv duur sinds de besmetting: Vroege syfilis – Late syfilis
- Obv klinische symptomen/tekens: Primaire syfilis – Secundaire syfilis – Tertiaire syfilis
‘Eindresultaat’:
→ Neurosyfilis = de aantasting vh centraal zenuwstelsel en de ogen (bij secundaire of tertiaire syfilis)
- Neuropsychiatrische symptomen en orgaanschade (~Ontsteking)
- Eigen lange behandeling
Incubatieperiode: 3 maanden
- Alle seksuele partners waarmee men de laatste 3 maanden in contact is geweest, moeten
gescreend w
- Griepale symptomen komen ook voor in de secundaire fase en tijdens de behandeling.
2
,1.1.2. Vroege syfilis
De eerste 12 maanden (1jaar) na de besmetting
1) Incubatieperiode
2) Primaire syfilis (lokale symptomen)
3) Secundaire syfilis (bacterie in bloedcirculatie)
4) Vroege latente fase (asymptomatisch)
Incubatieperiode
- ± 3 weken (variatie)
- Milde griepale symptomen (koorts, hoofdpijn, spierpijn, gewrichtspijn…)
Primaire syfilis
Op plaats(en) v besmetting ontstaat een papel die openbreekt in een ulcus (door weefselnecrose) die men
bij syfilis een harde sjanker (ulcus durum) noemt Papel = omschreven en verheven
- Rond en ovaalvormig (5-15 mm) vast letsel met diameter ≤ 1 cm
- Scherpe en verheven rand
- Wisselende diepte (relatief diep)
Ulcus = verlies v epidermis en
o Diepte sjanker is de volledige epidermis en (deel vd) dermis
(deel v) dermis, soms zelfs tot in
o Terminologie: het onderhuidse vetweefsel
▪ Erosie= verlies v (een deel vd) epidermis
▪ Excoriatie= verlies epidermis en (deel) dermis door te krabben of exogene oorzaak
- Pijnloos (tenzij secundaire bacteriële besmetting)
o Makkelijker verspreiden omdat men wel nog seks heeft aangezien het geen pijn doet
o Bij inwendige sjankers is er nog meer kans op onopgemerkt verloop
▪ Omdat pijnloos, niet altijd opgemerkt, gemakkelijker verspreid en geen medische hulp
gezocht
High risk seks
o Itt de ulcus bij herpes waar ulcus veel kleiner en pijnlijk
- Scheidt slechts kleine hoeveelheid besmettelijk sereus vocht (‘Clean ulcer)
- Lokalisatie:
o Vulva (labia, vestibulum en clitoris)
o Perineum
o Vagina en cervix (zeldzaam)
- Confluentie: Samenvloeien van sjankers bij HIV-patiënten
- Genezing: Spontaan na 3 à 6 weken ((partiële) immuunreactie)
Een week nadien beginnen de lymfeklieren in de liezen te vergroten (door verspreiding van bacterie)
- Bilaterale vergroting
- Rubberachtig en pijnloos
Secundaire syfilis
Ontwikkelen v systemische manifestaties 6 à 8 weken na het ontstaan vd harde sjanker
→ Komt voor bij 60-90% vd personen met onbehandelde primaire syfilis (~ afhankelijk vd
ontstekingsreactie)
→ Geneest spontaan
3
, Vlek = omschreven en vlak letsel,
verschillend in kleur van omgeving
Systemische manifestaties:
- Huid- en genitale letsels
▪ Rash: rode, roodbruine of koperkleurige vlekken of papels
▪ Op romp, handpalmen en voetzolen
▪ Weinig besmettelijk, bevatten namelijk weinig spirocheten
▪ Condylomata lata: groot, grijswit en nat letsel
▪ Op externe genitalia, lippen, mondholte, borsten en oksels)
▪ Zeer besmettelijk
▪ Moth eaten alopecia: uitgebreide haaruitval (‘als door de motten uitgegeten’)
- Systemische symptomen
▪ Griepale symptomen:
▪ Koorts, malaise, verminderde eetlust, hoofdpijn, keelpijn, spierpijn…
▪ Veralgemeende lymfeklieropzwelling
▪ Vergrote milt en lever
- Neurologische- en oogsymptomen
▪ Meningitis: hoofdpijn, nausea, braken, verwardheid en nekstijfheid
▪ Bacterie passeert bloed-hersenbarrière en komt in het carebrospinaal vocht
terecht → Hersenen namelijk heel sterk beinvloedbaar
▪ Oogontsteking: gedaald zicht
Vroege latente fase
Asymptomatische periode, waarbij men wel nog besmettelijk is.
Transmissie zal hier vooral verticaal zijn (via het bloed) omdat er geen letsels meer aanwezig zijn.
1.1.3. Late syfilis
De evolutie vanaf 12 maanden na de besmetting
1) Late latente fase (asymptomatisch)
2) Tertiaire syfilis (metastasen in andere organen)
Late latente fase
Asymptomatische periode, waarbij men wel nog besmettelijk is (cf. supra), die 2 jaar of langer kan duren
Tertiaire syfilis
Ontwikkelen symptomen vanaf 1 jaar na besmetting (meestal later) te wijten aan chronische
ontstekingsreactie als gevolg ve persisterende partiële immuunrespons (overgevoeligheid voor bacterie)
→ Komt voor bij 25-40% vd onbehandelde, primaire besmette individuen.
Systemische manifestaties: Nodule= verheven vast letsel > 1 cm,
- Gummata: granuloma-type nodules of plaques met plakkerige, structuren onder de epidermis
rubberachtige afscheiding (huid, interne organen, botten en
hersenen) Plaque= omschreven, (meestal) verheven
▪ ~Gezwel, ulcereren vaak op de huid letsel > 1 cm (samensmelting v papels)
→ Vol ontstekingsinfiltraten
- Syfilitische aortitis: Aantasting kleine bloedvaten door immuuncellen (aortaboog en coronairen)
▪ Mogelijks fataal door soort infarct
- Aantasting v hersenweefsel en ruggenmerg
▪ → Blindheid, verlamming, scherpe pijn, dementie en psychiatrische beelden
4