Week 1: de uitgangspunten van het strafprocesrecht
Historie
- Beginpunt vroeger: schuldvraag beslist op basis van godsoordelen (de uitkomst van de
schuldvraag lag in handen van God)
- Het strafproces wordt rationeler: de waarheid moet door de mens zelf worden achterhaald
(pijler I)
o Door de afhankelijkheid van de bekennende verklaring van de verdachte was de
tortuur (foltering) lange tijd de belangrijkste opsporingsmethode
- De invloed van de verlichting: in het strafproces moeten ook de rechten en vrijheden van
burgers worden gerespecteerd (pijler II)
o Art. XXXVII Staatsregeling 1798: ‘De pijnbank wordt afgeschaft door de gantsche
Republiek.’
o Hoe ver mag de overheid gaan bij het vinden van de waarheid?
Hoofddoelstelling (Pijler I)
- Hoofddoelstelling: verzekeren van de juiste toepassing van het materiële strafrecht
o Bevorderen bestraffing schuldigen (wetshandhaving)
o Voorkomen bestraffing onschuldigen (rechtsbescherming)
- De realisering van dit doel wordt mogelijk gemaakt door de waarheid te achterhalen
o Het gaat niet om het achterhalen van de volledige waarheid, maar om dat wat
relevant is ter beantwoording van de vragen van artikel 348 en 350 Sv
o Waarheidsbegrip: valse bekentenis is onwenselijk ook al bekent iemand, want dan is
nog steeds niet de waarheid achterhaald
Relativering
- De waarheid kan nooit met zekerheid worden vastgesteld, waardoor het risico op een
onjuiste toepassing van het materiële strafrecht nooit kan worden uitgesloten
o Daarom moet steeds een balans worden gevonden tussen wetshandhaving en
rechtsbescherming
Bijv. inzet opsporingsbevoegdheden (art. 27 Sv) en voorlopige hechtenis
(ernstige bezwaren) (zie weken 2 & 3): er moet een stevige verdenking zijn
o Principiële asymmetrie: gedachte dat het erger is als een onschuldige wordt
veroordeeld, dan als een schuldige wordt vrijgesproken
Bijv. bewijsminimumregel (art. 342 lid 2 Sv) (zie week 6)
Rechtsbescherming (pijler II)
- Grenzen aan waarheidsvinding: eerbiediging van de rechten en vrijheden van burgers
o Waarborgen tegen overheidsoptreden (bijv. niet zomaar huisonderzoek)
o Verdedigingsrechten voor verdachte
o De rol van het slachtoffer wordt steeds groter
- Ook de bescherming van de positie van de burger valt onder de noemer ‘rechtsbescherming’
o Omdat rechtsbescherming een open begrip is, moet steeds het concrete belang dat
wordt beschermd, worden benoemd
- Invloed Europees recht: EVRM en de EU
Artikel 6 EVRM
- Burgers moeten niet al te lang wachten op de uitkomst van een strafproces
- Ook belangrijk zijn: art. 8 EVRM en art. 2 EVRM
Invloed EVRM
- Bijvoorbeeld
o Raadsman bij politieverhoor: 20 jaar geleden werd verdachte verhoord terwijl er
geen raadsman bij zit die ook niet werd gefaciliteerd door de overheid
1
,Formeel strafrecht samenvatting
O.a. EHRM van 27 november 2008, nr 36391/02, NJ 2009, 214
(Salduz/Turkije); HR 30 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH3079, NJ 2009, 349
m.nt. T.M. Schalken wettelijk verankerd recht op rechtsbijstand bij
politieverhoor
o Ondervragingsrecht: we hebben nu een kader waarmee de strafrechter rekening mee
moet houden
O.a. EHRM 24 april 1986, appl. no. 9120/80 (Unterpertinger/Oostenrijk);
EHRM 15 december 2011, appl. nos. 26766/05 & 22228/06 (Al-Khawaja &
Tahery);
EHRM 19 januari 2021, nr. 2205/16 (Keskin tegen Nederland); HR 20 april
2021, ECLI:NL:HR:2021:576 (post-Keskin) (zie week 6)
EU: artikel 82 VWEU
- Lid 2: Voor zover nodig (…) hebben betrekking op:
o a. de wederzijdse toelaatbaarheid van bewijs tussen de lidstaten;
o b. de rechten van personen in de strafvordering;
o c. de rechten van slachtoffers van misdrijven;
o d. andere specifieke elementen van de strafvordering, die door de Raad vooraf bij
besluit worden bepaald. Voor de aanneming van dit besluit, besluit de Raad met
eenparigheid van stemmen, na goedkeuring door het Europees Parlement.
Invloed EU
- Bijvoorbeeld
o Raadsman bij politieverhoor
O.a. Richtlijn (2013/48/EU) inzake het recht op toegang tot een advocaat
o Slachtofferrechten
Kaderbesluit (2001) en Richtlijn (2012) inzake slachtofferrechten (zie week 5)
Karakter van het strafprocesrecht
- Accusatoire versus inquisitoire procesmodellen
o Waarheidsvinding, maar hoe?
Accusatoir: voor waarheidsvinding is de discussie tussen partijen leidend
(denk aan Amerika) partijen moeten gelijk zijn
Inquisitoir: waarheidsvinding gebeurt door actieve rechter (overheid)
o Waarheidsvinding door middel van een eerlijk proces
“Fair trial” als bedoeld in art. 6 EVRM; Bill of rights (VS)
- Typering Nederlandse strafprocesrecht
o Het boek: gematigd accusatoir
o Mening docent: “contradictoir proces op inquisitoire leest geschoeid”
Ruime opsporingsmogelijkheden door autoriteiten
Actieve rechter: als hij onvoldoende informatie heeft kan hij extra onderzoek
doen
Verdachte als volwaardige procespartij; tegenspraak door verdachte is
mogelijk
o Maar: de eerlijke waarheidsvinding is geen rustig bezit
Afscheidsrede Peter van Koppen, 17 maart 2022: “We hoeven de zorg voor
een rechtstatelijk eerlijk proces niet uit Den Haag te verwachten. Daar zijn
vooral efficiëntie, stroomlijning van procedures en verharding van
strafrechtelijk optreden bon ton. Het tegengeluid ontbreekt.” (p. 77)
Balans
- In het strafproces wordt de waarheid (pijler I) op een behoorlijke wijze (pijler II) aan het licht
gebracht
- Voortdurende zoektocht naar een compromis tussen verschillende belangen
o De doelstellingen hoeven niet te schuren
2
,Formeel strafrecht samenvatting
Folteren is zowel vanuit het perspectief van de waarheidsvinding als dat van
de positie van de verdachte een weinig gelukkige opsporingsmethode
o Maar vaak bestaat wel degelijk een spanning tussen de doelstellingen
Mr. Big-methode (zie week 3): verdachte misleiden om een bekentenis te
krijgen, de overheid bouwt een criminele organisatie waar de verdachte in
wordt geleid (bijv. drugshandel)
Ondervragingsrecht (zie week 6)
Vormverzuimen (zie week 7): wat als de overheid zich niet aan de regels
houdt? welke belangen wegen zwaarder: waarheidsvinding of
rechtsbescherming?
- In het strafproces wordt de waarheid (pijler I) op een behoorlijke wijze (pijler II) aan het licht
gebracht
- Steeds moet de vraag worden gesteld: rechtvaardigt de waarheidsvinding haar prijs nog?
o ‘There but for the grace of God, goes John Bradford’ (Corstens/Borgers/Kooijmans
2021, p. 12)
Legaliteitsbeginsel: functie
- Artikel 1 Sv (legaliteitsbeginsel): ‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet
voorzien’ verschillende doelstellingen:
o I. Bevordert rechtseenheid (codificatiegedachte): voorkomt willekeur
In samenhang met artikel 107 Gw
o II. Waarborgfunctie (voorkomen van willekeur/machtsmisbruik)
Boodschap aan strafvorderlijke actoren: buiten de wet om mag niet aan
strafvordering worden gedaan
Boodschap aan wetgever: wetgeving moet op een zodanige wijze zijn
vormgegeven dat het risico op willekeur wordt beperkt
o III. Democratische legitimatie
Het wetgevingsproces vormt een belangrijke waarborg voor de
vertegenwoordiging van verschillende belangen
Legaliteitsbeginsel: wettelijke grondslag?
- Speelt vaak in kader van opsporingsmethoden
o Observaties door ‘veelplegersteam’ zonder specifieke wettelijke grondslag
o De politie mag wel lokken, maar niet uitlokken (bijv. mogen ze een fiets met sleutel
erin op straat zetten?)
o Technologische ontwikkelingen, zoals doorzoeking smartphone door politie
Voorbeeld: procesafspraken
- HR 27 September 2021, NJ 2023, 31 (Procesafspraken): mag de OvJ een dealtje sluiten met
de verdachte? rechter is niet gebonden aan zo’n dealtje, velt alsnog het eindoordeel
o Betekenis voor de waarheidsvinding?
o Betekenis voor de rechtsbescherming?
- Artikel 1 Sv: “Hoewel wettelijke regeling ontbreekt, verzet strafvorderlijk stelsel zich niet
tegen procesafspraken.”
- Artikel 6 EVRM
o EHRM: “There cannot be anything improper in the process of charge or sentence
bargaining in itself” (EHRM 29 april 2014, nr. 9043/05 (Natsvlishvili en
Togonidze/Georgië), ov. 87)
o Afstand doen van recht (‘waiver’)
Van wet naar ‘law’
- Andere rechtsbronnen:
o Jurisprudentie van de Hoge Raad
o Europees verdrags- en supranationaalrecht (EVRM/EU-richtlijnen)
o Ongeschreven rechtsbeginselen
3
, Formeel strafrecht samenvatting
- Strafvordering heeft in toenemende mate plaats op de wijze bij recht voorzien
- De praktijk: een pragmatisch samenspel tussen de wet en andere rechtsbronnen moet
willekeur tegengaan en een compromis tussen belangen waarborgen
Week 2: voorlopige hechtenis
Kritiek op VH-praktijk in NL
- “Een koploper in Europa” als het gaat over voorlopige hechtenis (o.a. Lindeman e.a., 2019)
o Circa 40% van detentiepopulatie in VH hoger dan in andere landen
- “Efficiënte koekjesfabriek” (Janssen e.a., 2013): verdachten worden te lichtzinnig in VH
genomen
- VH bepalend voor straf (o.a. Stevens, 2010)
- Motivering VH ondermaats (College voor Rechten van de Mens 2017)
- NL veroordeeld door EHRM (Maassen 2021, Hasselbaink 2021, Zohlandt 2021; Geisterfer
2014)
Voorlopige hechtenis; complexiteit besluitvorming
- Strafvorderlijk: recidive, niet vluchten
- Persoonlijke vrijheid: verdachten verliezen
soms hun baan of hun huis
- Belangen van eerlijk proces: verdachte is nog
niet schuldig
- Lik-op-stuk: samenleving vraagt het strafrecht
om snel te reageren (gelijk straffen in plaats van
eerst maanden in VH)
- Context: tijdsdruk, beperkte informatie, grote belangen
VH – mensenrechtenperspectief
- Art. 5 lid 1 (c) jo. lid 3 EVRM → EHRM rechtspraak:
o VH is een uitzondering: uitgangspunt: in vrijheid proces afwachten
o ‘Reasonable suspicion’ (verdenking) + ‘relevant and sufficient reasons’ (gronden)
Legitieme gronden voor zover deze gronden ook in nationaal recht zijn
erkend: gevaar voor vlucht, recidive, collusie, ‘public disorder’
(maatschappelijke onrust), bescherming verdachte
o Onschuldpresumptie: VH niet gebruiken voor vooruitlopen op straf
o Motivering: onderbouwd op basis van individuele omstandigheden van geval
Voorlopige hechtenis in NL: karakter en beginselen
- Vrijheidsbenemend dwangmiddel
- Sterk doelgebonden: uitsluitend inzetten ter verwezenlijking van doelen die voortvloeien uit
de wet/gronden
- Onschuldpresumptie
o Zo terughoudend mogelijk
o VH mag niet worden gebruikt als straf
- Subsidiariteit: zijn er minder ingrijpende alternatieven?
o Alternatieven in NL: schorsing onder voorwaarden (bijv. locatieverbod of meldplicht)
Voorarrest
- Ophouden verhoor (art. 56a Sv)
o 9-18 uur
o (Hulp)officier
- Inverzekeringstelling (art. 57 en 58 Sv)
o 3 dagen (eenmaal met 3 dagen verlengd)
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur charlotterussel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.