Samenvatting H3 Gaswisseling en Uitscheiding VWO 6 - Biologie Voor Jou
20 vues 1 fois vendu
Cours
Biologie
Type
VWO / Gymnasium
Book
Hand-opdrachtenboek 6a Biologie voor Jou 2e Fase Vwo
Samenvatting Hoofdstuk 3 Gaswisseling en Uitscheiding - VWO 6 - Biologie Voor Jou.
Complete samenvatting over Gaswisseling (longen) en Uitscheiding (lever & nieren). Hierin wordt alle leerstof beschreven, inclusief enkele voorbeeldvragen, handige afbeeldingen en belangrijke dikgedrukte termen. D...
Samenvatting H4 Bescherming VWO 6 - Biologie Voor Jou
Samenvatting H1 Voeding VWO 6 - Biologie Voor Jou
Samenvatting H2 Transport VWO 6 - Biologie Voor Jou
Tout pour ce livre (92)
École, étude et sujet
Lycée
VWO / Gymnasium
Biologie
6
Tous les documents sur ce sujet (5517)
Vendeur
S'abonner
tessavandertoorn
Avis reçus
Aperçu du contenu
3. Gaswisseling en uitscheiding
1. Het ademhalingsstelsel van de mens
Gaswisseling = de verplaatsing van de gassen zuurstof en CO2 tussen het inwendige en
uitwendige milieu, doormiddel van diffusie
Eencelligen hebben geen ademhalingsstelsel nodig
• Opname van zuurstof en nutriënten via diffusie
• Ze hebben een groot oppervlak → snelheid voldoende
Meercelligen hebben wel een ademhalingsstelsel nodig
• Oppervlakte → inhoud ratio wordt lager
• Diffusie-afstanden worden te groot
N= diffusiesnelheid
D = diffusie coëfficiënt (m2 ∙ s-1)
A = diffusieoppervlak (m2)
Δc = concentratieverschil (c1 – C2) of drukverschil (p1 – p2)
Δx = diffusieafstand (m)
Door de bouw en de werking van het ademhalingsstelsel van de mens worden de factoren
die de diffusiesnelheid vergroten gunstig beïnvloed. Hierdoor kan de diffusie sneller
plaatsvinden
• A wordt begunstigd, want het longweefsel bestaat uit een zeer groot aantal
longblaasjes
• Δx wordt begunstigd, want zowel een longblaasje als een haarvat heeft een zeer
dunne wand
• Δc wordt begunstigd, want er wordt voortdurend ingeademd en uitgeademd, ook
blijft bloed steeds stromen langs de longblaasjes, waardoor er dus geen evenwicht
optreedt.
• Op een koude winterdag is de opname van zuurstof in het bloed door diffusie
moeilijker, want de diffusie coëfficiënt heeft een lagere waarde
Ademhalingsstelsel mens
1. Neusholte
• Bekleed met neusslijmvlies en de buitenste
laag cellen bestaat uit trilhaarepitheel
o Grove deeltjes worden
tegengehouden door de trilharen
o Trilharen transporteren ook slijm
richting de keelholte
o Slijmvlies zorgt ervoor dat bacteriën
niet verder komen
, o Verwarming van de lucht door bloed in de bloedvaten in het neusslijmvlies
o De lucht wordt bevochtigd, wat goed is voor de longblaasjes
• De neusholte is verbonden door nauwe openingen met holten in de
schedelbeenderen (de bijholten)
o Zijn ook bekleed met slijmvlies
o Bij gezonde personen wordt het slijm uit de bijholten afgevoerd via de
neusholte
o Bij verkoudheid zwelt het neus- en bijholteslijmvlies op, waardoor de
uitgangen van de bijholten worden afgesloten. Het slijm hoopt zich in de
bijholten op, waardoor een “verstopt” gevoel ontstaat
2. Keelholte
• Huig: klepje dat ervoor zorgt dat eten niet in de neusholte terecht komt
• Strotklepje: klepje dat ervoor zorgt dat eten niet in de luchtpijp komt
• Stembanden: stevige vliezen die gaan trillen als er lucht langs komt → hierdoor
ontstaan geluiden
o Om van deze geluiden herkenbare klanken te maken, zijn de stand van de
tong, tanden en lippen en de vorm van de mondholte belangrijk
3. Luchtpijp
• In de wand van de luchtpijp zitten hoefijzervormige kraakbeenringen deze
verhinderen dichtklappen van de luchtpijp
o Op het moment van inademing, is er een onderdruk in de luchtpijp, hierdoor
zou de luchtpijp kunnen inklappen, dit wordt voorkomen door de ringen
• Zuivering van de lucht door slijmcellen en trilhaarepitheel
4. Hoofdbronchiën en bronchiën
• De luchtpijp splitst in twee bronchiën
• Elke bronchus is omgeven door een longkwab
• In de wanden zitten kraakbeenringen
5. Bronchiolen
• De bronchien vertakken zich in kleinere zijtakjes → de bronchiolen
• Glad spierweefsel
• Door samentrekking of ontspanning van dit spierweefsel kunnen deze bronchiolen
zich vernauwen of verwijden
• Bij astma is dit gedeelte vaak vernauwd
• Het spierweefsel in de wand van de bronchiolen wordt beïnvloed door het autonome
zenuwstelsel en door hormonen
o Onder invloed van het orthosympatische deel van het autonome zenuwstelsel
en van het hormoon adrenaline worden de bronchiolen verwijd.
De binnenwand van de luchtpijp, bronchien en bronchiolen is bekleed met slijmvlies →
buitenste laag cellen van dit slijmvlies bestaat uit trilhaarepitheel → als het slijmvlies wordt
geprikkeld, ga je hoesten
6. longblaasjes (alveoli)
• Aan de uiteinden van de fijnste bronchiolen
, • Hebben een wand van maar 1 cellaag dik en die is bedekt met een dun laagje vocht
→ alveolair vocht
• Om de longblaasjes heen zit een netwerk van fijne bloedvaatjes → de longhaarvaten
• Gaswisseling: vanuit de lucht in de longblaasjes (alveolaire lucht) lost zuurstof eerst
op in het alveolaire vocht → vanuit hier vindt diffusie plaats naar het bloed in de
longhaarvaten
o De diffusie wordt veroorzaakt door het verschil in zuurstofspanning (pO2)
tussen het alveolaire vocht en bloedplasma
o Dit verschil wordt gehandhaafd doordat de lucht in de longblaasjes
voortdurend wordt ververst en doordat het bloed langs de longblaasjes blijft
stromen
o In de longhaarvaten zit CO2, door het verschil in pCO2 vindt diffusie plaats
van het bloedplasma naar het alveolaire vocht → wordt afgegeven aan
alveolaire lucht
o Er is echter geen verschil in stikstofdruk (pN2) tussen de lucht in de
longblaasjes en het bloedplasma, er gaan wel stikstofmoleculen vanuit de
lucht in de longblaasjes naar het bloedplasma, maar er gaan even veel
stikstofmoleculen in omgekeerde richting
Het transport van zuurstof
• Op het moment dat O2 richting het haarvat gaat, lost dat maar ten dele op het
bloedplasma, maar zal voor een groot deel in de rode bloedcellen oplossen aan
hemoglobine (Hb) → het zuurstofgehalte in het bloedplasma zelf is hierdoor laag,
waardoor diffusie kan plaatsvinden
Zuurstof wordt op 2 manieren vervoerd in het bloed:
1. Opgelost in bloedplasma (1,5%)
2. Gebonden aan hemoglobine in de rode bloedcel
(98,5%)
o Bestaat uit het grote eiwit globine en vier
heemgroepen, die elk een ijzeratoom bevatten
o Elk ijzeratoom is in staat om een
zuurstofmolecuul te binden → oxyhemoglobine
(HbO2) ontstaat hierdoor
o Hb + O2 ⇆ HbO2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tessavandertoorn. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.